reflectie78(1-2).vp
De Vrij-Katholieke Kerk in de eenentwintigste eeuw Onze Kerk is eind vorig jaar uitgebreid met de regio België en Canada en daarmee ook met het toetreden van Mgr. Maurice Warnon tot onze Algemene Bisschoppelijke Synode. En on- langs hebben zich ook drie US-kerkgemeenten bij ons aang- esloten. Daarmee is onze Kerk uitgebreid met een ledental, groter dan dat van de VKK in Nederland! Zweden neemt in oktober van dit jaar een beslissing en stelt die afhankelijk van de houding van de GES, onder voorzitterschap van Mgr. Ian Hooker, ten aanzien van de wijding van vrouwen. Ook zijn mogelijk veranderingen te verwachten in Denemarken. De structuur van onze uitgebreide nieuwe Kerk zal nog duidelij- ker vorm krijgen. Laten we echter in gedachte houden dat we noch nieuw, noch schismatisch, maar eerder de originele VK-Kerk van Christus zijn. Is het niet zo dat wij ons houden aan onze oor- spronkelijke beginselen die ten aanzien van de Vrij-Katholieke ambtsbedieningen geen discriminatie van de sekse kennen? Wij kennen aan mannen en vrouwen dezelfde rechten toe en wij geloven dat dit de intentie is van onze Heer, toen Hij de christelijke beginselen neerlegde en de nieuwe geboden gaf, zonder onderscheid tussen mannen en vrouwen. Wat de toekomst betreft: waaruit lijkt onze voornaamste taak te bestaan? Ten eerste moeten wij verder gaan als een onafhankelijke Kerk, maar tegelijkertijd ook trachten de verloren en losse de- len van mogelijk alle Vrij-Katholieke en andere katholieke kerkgenootschappen te her-enigen, zonder de eigen apostoli- sche identiteit te verliezen. Ten tweede moeten wij voortzetten ons werk van gelijk- heid van burgerlijke en kerkelijke rechten over de gehele we- reld. Wij moeten ons daarbij bewust zijn van een te ontwikkelen nieuwe sociale orde om het tot stand komen van een programma van gelijke rechten voor eenieder mogelijk te maken. Dit programma zou gericht moeten zijn op kortere werktijden. Iedereen zou zo de gelegenheid krijgen bij te dra- gen aan ’s werelds welzijn en groei, aan een werkelijke we- reldgemeenschap. Dit zou ook de garantie voor wereldvrede zijn. Elk mens, man of vrouw, jong of oud, zou het recht van eigen mening en inbreng moeten hebben. Laten we er nu aan beginnen te werken. In Christus’ dienst + Tom Degenaars, voorzittend bisschop 3 Reflectie 1 (1-2) september 2004 Van de Regionaris + Frank den Outer Een gevoel van innerlijke vrede, van opluchting zelfs, sinds het besluit van juni vorig jaar is gaandeweg bij mij steeds ster- ker geworden: onze Kerk is de juiste weg ingeslagen. Waarom heeft het eeuwen, ja praktisch twee millennia ge- duurd voordat – zij het nu op nog zeer kleine schaal – de posi- tie van vrouwen in de Kerken geheel gelijkwaardig werd aan die van mannen? Dat staat niet los van de ook pas zeer recente verandering in de Westerse sociale structuur – pas een halve eeuw geleden bijvoorbeeld kende (niet van harte!) Nederland voor het eerst een vrouwelijk arts. Maar de Kerken lopen in dit aspect nog achter op de maatschappelijke ontwikkelingen. In het prille Christendom was dat zeker niet het geval – we weten welk een voorname plaats daarin vrouwen innamen; we hoe- ven alleen maar te denken aan Maria Magdalena, de verst ing- ewijde leerling, naast Johannes, ‘de leerling van wie Jezus veel hield’, zo lezen wij in diens Evangelie. Maar een gelijkwaardi- ge, sociale orde voor vrouwen en mannen, duidelijk voorge- staan door Paulus, is binnen dat prille Christendom een kort leven beschoren geweest onder invloed van de bestaande maatschappelijke orde. Paulus is dan ook wat dit betreft door de knieën gegaan. Dat gevoel van innerlijke vrede wordt bij mij – en naar ik meen ook bij velen van u – getemperd door het gegeven dat een kleine groep in onze Nederlandse Vrij-Katholieke Kerk zich niet kon vinden in dat besluit van juni vorige jaar, met als gevolg een scherpe scheiding der geesten. Is er niet toch nog hoop op wederzijdse toenadering? Onze nieuwe koers heeft wel internationale navolging gekregen – zoals bekend – waar- over in de loop van dit jaar hopelijk grotere duidelijkheid zal ontstaan. Inmiddels zijn vanaf het vorige najaar vrijwel elke zondag in een van de kerkgemeenten lagere wijdingen gege- ven aan zowel vrouwen (in meerderheid) als mannen. Het grotendeels (nog) niet accepteren binnen de katholieke Kerken, binnen en buiten eigen land, van vrouwen in gewijde ambten – met name dat van priester – berust op verschillende gronden. In onze Kerk is dat tot nu in het bijzonder gericht op de mogelijke verschillen bij vrouwen en bij mannen in de lichamelijke levensenergiestromen. Aan deze verschillen – niet door anderen buiten de VKK bevestigd – worden conse- quenties verbonden ten aanzien van de consecratie van de ele- menten tijdens de heilige Mis. Het is niet de plaats daar hier nu verder op in te gaan. Maar met het besluit de wijdingen open te stellen op gelijke wijze voor zowel mannen als vrouwen is, hiermee samenhangend, in onze Kerk ook een nadere bezin- ning op gang gekomen die verder en meer fundamenteel wil ingaan op het vrouwelijke ‘aspect’. Dit aspect is al gedurende eeuwen door het overwegend masculiene Gods- en mensbeeld te sterk op de achtergrond gedrukt in ons voelen en denken, in de Christelijke leerstellingen en daardoor ook in de liturgische vormen van de Kerken, evenals in de maatschappelijke struc- tuur en verhoudingen. Onze nieuwe, oude Kerk is met veel elan bezig zich te her- oriënteren – velen zetten zich daar met veel energie en enthousi- asme voor in; het leven in de kerkgemeenten getuigt ervan. Moge de zegen van Christus onze Heer op u en uw werk rusten. + Frank den Outer, regionaris Van de bisschoppen
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=