reflectie78(1-2).vp
Zijn we op de juiste weg? Waar gaat het naar toe? + Frank den Outer De situatie We leven in een overgangstijd, zo wordt vaak naar voren ge- bracht. Zeker is, dat er op alle gebieden van de samenleving en van de wereld grote veranderingen plaatsvinden, in snel tempo en wederzijdse beïnvloeding. De ene verandering roept de an- dere op. Door de grote mate van communicatie en mobiliteit is de wereld één grote samenleving geworden, of we dat nu wil- len of niet. Veranderingen treden ook op in ons beeld van de werkelijkheid en in ons denken, voelen en handelen. Beperken we ons tot het Westen, dan is het hele samenstel van gedeelde overtuigingen, waarden en handelwijzen, dat vele eeuwen de cultuur bepaalde, sterk aan het veranderen; er is dus sprake van wat wel genoemd wordt een paradigmaverschuiving 1 die ook op de rest van de wereld haar invloed heeft. Omgekeerd natuurlijk ook: wij worden sterk beïnvloed door wat er ver van ons en dichterbij gaande is. De wereldomvattende communi- catiemiddelen en de grote mate van mobiliteit door vlieg- en ander gemotoriseerd verkeer maken dat we betrokken raken bij praktisch iedereen en overal. Dit heeft mede tot gevolg dat het denken en het beeld van de werkelijkheid aan sterke veran- dering onderhevig zijn. Die veranderingen laten zich duidelijker onderkennen door na te gaan wat het paradigma inhield dat nu aan het verdwij- nen is; dat op alle niveaus van denken en samenleving onze Westerse cultuur gedomineerd heeft en de rest van de wereld grondig heeft beïnvloed, en wel gedurende honderden jaren. Het verdwijnende paradigma Het houdt noodzakelijkerwijze beperking en onvolledigheid in om te trachten dit paradigma in het kort weer te geven, dat het hele samenstel van gedeelde overtuigingen, waardentoeken- ning, handelwijzen, denkwijzen en het beeld van de werkelijk- heid omvat. Het universum, het heelal, werd gezien als een mechanisch systeem, opgebouwd uit elementaire bouwstenen en onder- worpen aan onveranderlijke natuurwetten; het menselijk lichaam, samengesteld uit onderdelen, als een machine en in overeenstemming daarmee behandeld bij gezondheid en ziek- te; het leven in een gemeenschap, beschouwd als een concur- rentiestrijd om het bestaan (in navolging van Darwins visie op de dierenwereld, met natuurlijke selectie en overleving van de sterkste); geloof in onbegrensde materiële vooruitgang, gedre- ven en gewaarborgd door economische en technologische groei. En een samenleving waarin vrouwen overal en op alle gebieden ondergeschikt werden gesteld aan mannen, alsof het een fundamentele natuurwet betrof. Kiemen van deze laatste houding ten aanzien van vrouwen vinden we al in het vroege Christendom, met name bij de apostel Paulus in een van zijn brieven ( 1Kor 11:7b-9; 14:34 ; deze brief bevat ook – in hoofdstuk 13 – het ‘hooglied van de liefde’!); zijn standpunt wordt nog steeds in sommige reformatorische kringen ongenu- anceerd gehandhaafd. Op het gebied van al deze genoemde en andere uitgangs- punten is na eeuwen een grondige herziening gaande, op klei- nere schaal al voorbereid in het begin van de vorige eeuw, versneld doorgezet gedurende de laatste tientallen jaren en duidelijk verwoord in de beginjaren ’80 in het boek De Aqua- rische samenzwering . 2 De veranderingen Wat houden de veranderingen in? Ook die kunnen niet in kort bestek volledig worden weergeven. De meest in het oog springende is het besef van onderlinge verbondenheid en afhankelijkheid, met andere woorden: een holistische visie die echter nog in eerste instantie alleen wordt beseft, en nog niet ervaren. Die onderlinge verbondenheid en afhankelijkheid leiden er- toe dat van alle aspecten – de problemen, de verschijnselen – op zich niet goed zijn te begrijpen en, in geval van problemen, niet onafhankelijk van andere problemen kunnen worden opgelost. De stabilisering – bij voorbeeld – van de wereldbevolking kan niet worden bereikt zonder armoede te bestrijden en een reeks van andere factoren erbij te betrekken. Deeloplossingen van we- reldproblemen zijn, op z’n hoogst, tijdelijk van aard. Het leven in stand houdende milieu – het behoud dus van de biosfeer en het menselijk leven – kan alleen door waakzaamheid en maatre- gelen op mondiale schaal worden gewaarborgd. Ecologie, gebaseerd op de fundamentele onderlinge af- hankelijkheid van alle verschijnselen, is een van de sleutel- woorden voor de gaande verandering van paradigma, maar dan gezien op het diepste niveau. Als het alleen mensgericht is, als de mens zich boven en buiten de natuur plaatst en alleen aan de natuur gebruikswaarde toekent, als de mens eigen bestaan en leven niet ‘uitbreidt’ tot en met de natuur, dan is die ecolo- gie niet toereikend. Ook de gehele schepping moet worden omvat. En als dit wordt beseft en ervaren, is dit dan niet een vorm van spiritueel of religieus bewustzijn? Direct in verband met de zich ontwikkelende ecologie staat de emancipatiebeweging van vrouwen. Misschien is dit een wat onverwachte gedachte, maar de vrouw wordt immers door de eeuwen heen met de natuur, de aarde en haar vruchtbaar- heid geassocieerd, en de uitbuiting van de natuur en de onder- werping en ondergeschiktheid van de vrouw aan de man worden als met elkaar samenhangend gezien. Bepalen we ons nu tot de houding en het denken van en over het eigen bestaan, groepen, samenleving en wereld, dan kunnen we het oude, maar nog bestaand streven naar zelfver- 4 Reflectie 1 (1-2) september 2004 Kerk en Religie
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=