reflectie78(1-2).vp
De Glimlach van Krishna Herbert van Erkelens Wat heeft Krishna met Christus te maken? Vol- gens Louise Engelen is er geen wezenlijk ver- schil tussen beide personificaties van het Zelf. Als we in het Westen zouden begrijpen dat Jezus een volledig gerealiseerd mens was, dan zouden we ook de leringen van Krishna, toonbeeld van de goddelijke barmhartigheid, beter begrijpen. Samen met haar echtgenoot, filmregisseur Philip Engelen, maakte Louise Engelen in op- dracht van de Life Foundation een serie docu- mentaires over de Bhagavad Gita. In deze parel van spirituele wijsheid uit de Mahabharata krijgt de boogschutter Arjuna onderricht van de goddelijke Krishna. De serie werd in Nederland door de hindoeïstische omroep OHM uitgezon- den. Stap voor stap, hoofdstuk na hoofdstuk werd de Gita door Mansukh Patel, medeoprichter van de Life Foundation, uitge- legd. Bij elkaar twintig afleveringen van een half uur. Deel 18 van de serie werd op het World Media Film Festival bekroond met de Intermedia Golden Globe Award . Voor Nederlandse begrippen was het uitzenden van twintig programma’s over de Bhagavad Gita een ongelooflijk initiatief. Want de tijd waarin de beeldbuis gebruikt werd voor educatieve doeleinden, leek ver achter ons te liggen. Philip Engelen had halverwege de jaren negentig de interkerkelijke omroep IKON verlaten, omdat zijn op spiritualteit gerichte programma’s niet langer speerpunt waren van het beleid. Dankzij OHM werd de Nederlandse kijker de afgelopen jaren verwend met de lessen van Krishna uit de Bhagavad Gita, het goddelijk lied dat ongeveer 5000 jaar geleden aan de mensheid werd gegeven. Belangrijk houvast Wat is er zo bijzonder aan de Gita? Louise Engelen heeft een prachtig boek geschreven 1 waarin de lessen van Krishna met het optreden van Jezus verweven zijn. Voor haar is er geen wezenlijk verschil tussen Krishna en Christus. Beiden vormen de hoogste incarnaties van het goddelijk licht. Daarom heeft zij haar boek Het goddelijk lied van Jezus van Nazareth genoemd. Maar dit lied is niet zo eenvoudig uit de vier canonieke en de verschillende gnostische evangeliën te distilleren. Er zit geen heldere didacti- sche lijn in de verhalen die over het leven en de leer van Jezus tot ons zijn gekomen. De Gita kent die lijn wel, meteen al vanaf het begin. Het is de beschrijving van de menselijke inwijdingsweg die begint met verwarring en wanhoop en via de verlichting uiteindelijk tot zelfrealisatie leidt. Louise Engelen: ‘De Gita heeft mij heel diep geraakt en doet dat steeds dieper, omdat ik het zo’n liefdevol, zo’n men- selijk boek vind. Het is alsof God uit de allerhoogste hemel naar de aarde is afgedaald om de mensen te helpen. En waar zitten we met ons allen? Midden op het strijdtoneel, want het leven is strijd en dat is in de afgelopen 5000 jaar niet veran- derd. Daarom is het boek ook aan ons doorgegeven, eerst mondeling, later schriftelijk, omdat de menselijke conditie voorlopig niet zou veranderen. Wij heb- ben in onze verwarrende tijd zo’n belangrijk hou- vast, zo’n anker nodig om de strijd in onszelf en in deze wereld goed te voeren en daar als overwin- naars uit te komen. Zonder dat er iemand gekwetst wordt. We zien nu dat er overal oorlogen zijn en individuen met elkaar strijd leveren. Maar in de se- rie Star Trek zegt een van de bemanningsleden van het ruimteschip de Enterprise : “Een werkelijke strijder weet dat er maar één strijd gevoerd moet worden en dat is de strijd van binnen.” Als we die strijd zouden voeren, dan houden alle oorlogen op. Voordat we zover zijn, zullen we het alsmaar blijven zoeken bij de ander.’ Het alternatief voor oorlog is niet vrede, maar innerlijke strijd? ‘Er komt vrede, zodra we de innerlijke strijd gevoerd heb- ben. Ja, zelfs al tijdens dat proces komt de vrede nader, door- dat we zullen ophouden onze schaduw te projecteren op andere mensen. De Gita wijst daartoe de weg. De schoonheid van dit boek is voor mij dat Krishna, een belichaming van de allerhoogste goddelijke energie, zo barmhartig is om te begin- nen op het punt waar we zijn. We zijn mensen die vergeten zijn hoe het allemaal in elkaar zit. We zijn verward, onwetend. De mise-en-scène voor de lessen van Krishna is een slagveld. Dat is een fantastische vondst. God vertelt een verhaal in het midden van een slagveld. Daar is het verhaal van God mis- schien wel het meest hoorbaar. Op het slagveld kijken we im- mers de dood in de ogen. En aan wie wordt het verhaal ver- teld? Aan Arjuna, de mens in alle tijden, die op zoek is naar de onveranderlijke waarheid die tot volkomen bevrijding leidt. Maar waarom al die strijd? In de Mahabharata, waarvan de Bhagavad Gita een klein onderdeel is, probeert Krishna eerst nog de twee vijandige partijen, de Kaurava’s en de Pandava’s, met elkaar te verzoenen. De sleutelfiguur is Karna, de zoon van Surya, de zon, en van Kunti, de moeder van de Pandava’s. Met een mantra, een woord van kracht, heeft Kunti dit kind van de zon gekregen. In haar angst heeft zij het meteen afgestaan en in een biezen mandje op de rivier gelegd, net zoals in het verhaal van Mozes. Karna werd gevonden door een voerman. Hij weet niet beter dan dat hij de zoon van een voerman is. Maar hij is de oudste broer van de vijf Pandava’s en dus van de boogschutter Arjuna. Maar hij kiest voor de tegenpartij, de Kaurava’s. Dan komt Krishna bij Karna en zegt: “Karna, stop ermee. Ga in godsnaam deze oorlog niet aan”. Maar uit trouw blijft hij bij zijn standpunt. Hij zegt: “Ik heb hun genadebrood mogen eten. De Kaurava’s hebben mij als een prins behandeld, terwijl ik maar de zoon van een voerman ben. Hoe kan ik ze ooit on- trouw zijn?” Daarop zegt Krishna iets heel moois: “Karna, dan moet je maar vechten. Maar kun je vechten zonder gehecht te zijn?” Dat is een cruciale vraag waar we allemaal mee te maken hebben. Kunnen we het gevecht aangaan zonder ons te hechten 7 Reflectie 1 (1-2) september 2004
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=