reflectie 10(1) voorjaar 2013.vp
Ela (godin of heilige boom), Qudshu of de Heilige, Ruach of Geest of Wind en Chokma of Wijsheid. Deze grote dame staat voor het actief vrouwelijk scheppende beginsel, voor de creat- rix die samen met een mannelijke partner schept. Benut de kans om kennis te maken met deze onbekende glimlachende dame, de Moeder. De Vrij-Katholieke Kerk en de goddelijke Vrouwe De Vrouwe is welbekend en bemind bij de Vrij-Katholieke Kerk (VKK). In de VKK beschouwt men het vrouwelijk as- pect van de hoogste Godheid als een onpeilbaar goddelijke ge- heim, dat alle geschapen leven voortbrengt. Dit is mijns ziens precies zoals de ouden dat zagen. Zij ervaarden de heiligheid van het leven in de gehele natuur en in de natuurwetten (uni- versele of kosmische wetten). Zij wisten dat die gebaseerd wa- ren op de werking van Moeder Natuur en vanuit dat respect richtten zij ‘samenlevingen in balans’ in waarin vrouwelijk en mannelijk met elkaar in harmonie en evenwicht zijn. Zij wis- ten nog van een vrouwelijke levenskracht die alles en allen baart, vormgeeft en weer terugvoert naar de bron van eenheid waar alles en allen uitvoortkomen. Dat vrouwelijke bewustzijn is langzaam aan het terugkomen. En daarmee groeit het inzicht dat de wereld is als een ‘global village’ waar alles en allen deel uit maken van één grote familie; dat deze onder de be- scherming staat van de hemelse familie, die zich verhoudt in een oerdrieheid van Moeder-Vader-Kind (Zoon/Dochter) met daaruit emanerend de hemelse engelenscharen. Mijn allereerste lezing voor de VKK Die allereerste lezing gaf ik op 21 september 1980 op de land- dag van de Vrij-Katholieke Kerk. De voordracht was getiteld ‘Opvattingen in de gnostiek’ en werd later gepubliceerd in de Vrij-Katholiek, 55e jaargang. Ik weet nog hoe ik zittend op het podium in de Annie Besant Hall een zaal vol mensen toesprak. Ik moest op een stoel zitten terwijl ik altijd sta wanneer ik spreek. Ik was namelijk hoogzwanger van mijn eerste kind. Ik moest die septemberdag aan het begin van mijn promotieperi- ode prof. dr. Quispel vervangen die verhinderd was en voelde mij daar, vol en zwaar in mijn blauw-witte positiejurk, redelijk ongemakkelijk bij. Gilles Quispel en de gnosis Ik leerde van Gilles Quispel dat gnosis niet meer of niets min- der is dan ingeboren innerlijke kennis. Hij sprak van “de ken- nisse des harten, die in de ziel is ingeboren”. En dat dit alles te maken heeft met het directe kennen en ervaren van diepere en hogere werelden. Daarom is gnosis universeel en ligt er een duidelijke structuur ten grondslag aan tal van mystieke erva- ringen van beroemde en minder beroemde mystici over de hele wereld en door alle culturen en religies heen. Innerlijke gnosis komt tegenwoordig ook veel voor. Een bijna-doodervaring van deze tijd valt te vergelijken met de he- melreis die een ziener of visonair of profeet in oude tijden maakte. In de prehistorie waren deze ingewijden, die hun lichaam gemakkelijk konden verlaten en konden reizen door niet-zichtbare werelden, voornamelijk vrouwen, oermoeders. Zij baarden het leven en na de dood zorgden zij voor wederge- boorte in een leven hierna. Men was bekend met de weg van de ziel door de kosmos en op de hoogte van de idee van re- ïncarnatie. Vandaar dat grote respect voor het vrouwelijke en de grote hoeveelheden vrouwelijke kunst die deze oude cultu- ren produceerden. Dit oersjamanisme leeft nog voort in tal van moderne ‘samenlevingen in balans’. Gilles Quispel en zijn liefde tot de Vrouwe Gilles was een grote vereerder van de Vrouwe. Iedere stu- die-bijeenkomst bij hem thuis in in Bilthoven, groette ik bij de voordeur zijn vrouw Lien en bij binnenkomst de icoon van de Moeder gods. Op de schoorsteenmantel torende boven alle familiefoto’s een machtig beeld uit van de Venus van Lespu- gue uit Frankrijk, gesneden uit een zwarte mammoettand uit 23.000 v. Chr. Met deze oermoeder, traditioneel maar ten on- rechte ‘Venus’ genoemd, begon hij steevast zijn lezingen over de Zwarte Madonna. In maart 2006 overleed Gilles ‘in het harnas’ in Egypte, net nadat hij zijn geliefde Nag Hammadi codices in het Kop- tisch Museum in Cairo bezocht had. Tijdens de drukbezochte herdenkingsbijeenkomst op zaterdag 11 maart 2006 in de bomvolle Noorderkerk te Bilthoven werd door de dominee een dankgebed uitgesproken. Het stond afgedrukt op de rechterpa- gina van het herdenkingsboekje op p. 11. Het was getiteld: ‘het Onze Vader die in de hemel zijn én Onze Moeder die in de aarde zijt’. Op de linkerbeeldpagina op p.10 was er een foto van een he- melse vrouwe, de Zwarte Madon- na van Monserrat in Spanje, met direct daaronder de foto van zijn aardse vrouwe Lien Quispel-de Langen. Zo bracht Gilles post- huum zijn respect voor zijn he- melse en aardse vrouwe in beeld. Als apotheose stond er op de laat- ste pagina van het boekje enkel en alleen een vierregelig gedicht dat Gilles in zijn jeugd geschre- ven had voor zijn moeder Antho- nia Maria Quispel-Wagenaar. Gilles’ laatste woord was gewijd 15 Reflectie 10(1), voorjaar 2013 Afbeelding 4 – Glimlachende Vrouwe Afb 5 - Zwarte madonna van Monserrat
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=