reflectie 10(1) voorjaar 2013.vp
De Posthume Mens Column Aat-Lambèrt de Kwant Het lijkt er steeds meer op of de mens erop uit is zijn eigen soort te perfectioneren en in de toekomst misschien zelfs te overstijgen. Het uiteindelijke doel van deze ontwikkeling is iets transhumaans, iets ‘bovenmenselijks’ te creëren: een mens met perfecte ogen, immuun voor allerlei ziekten en voor de wetten van dood en verval. Op het eerste gezicht een nobel streven, utopisch haast, maar ik heb iets tegen utopieën en de geschiedenis geeft me gelijk. Een stukje deze keer, dat begint in mineur maar eindigt in majeur! Het lijkt een niet te stuiten ontwikkeling te zijn. Een ontwikke- ling die aantoont hoe wij mensen elkaar zien. Het weerzinwek- kende kindermisbruik bijvoorbeeld, laat zien dat een kind niet als een mens wordt gezien, maar als slechts een gebruiksvoor- werp, dat in sommige gevallen na gebruik achteloos wordt weg- gegooid (gedood). En dan te bedenken dat er hele netwerken bestaan die tot op hoog niveau elkaar dekken en beschermen, zoals enkele maanden geleden weer eens duidelijk werd (Trouw, 30-10-2012). Een verkilde samenleving die dit mis- bruik tolereert zegt iets over het wereldbeeld en de visie op de mens die steeds meer als een product wordt gezien, dat zoveel mogelijk moet opbrengen en zo weinig mogelijk mag kosten. Kijk maar eens naar de gezondheidszorg en de manier waarop we met ouderen in verzorgingshuizen omgaan. De ou- dere als een ‘product’ dat iets moet opbrengen, niet teveel mag kosten en ook niet lang moet leven. In een column schreef de publicist H.J. Hofland al eens een essay: ‘Het kale grijze tuig’. Hij schetste een samenleving waarin ouderen in een getto wo- nen en door hooligans in elkaar worden geramd als zij zich daarbuiten begeven. Zover is het nog lang niet, maar er is wel duidelijk sprake van een trend waarin de oudere mens als lastig gezien wordt die teveel geld kost. Is de Übermensch comin’? In zijn op DVD verkrijgbare documentaire ‘Technocalyps’ laat filmmaker Frank Theys ons kennis maken met weten- schappers die ervan overtuigd zijn dat we een tijdperk naderen waarin de mens, zoals we die nu kennen, niet meer het meest intelligente wezen op aarde zal zijn. ‘Technocalyps’ gaat over de verstrekkende gevolgen die de aankomende ontwikkeling- en voor het menselijk ras met zich meebrengen. Voor- en te- genstanders worden aan het woord gelaten over dit intrigeren- de, maar ook onheilspellende toekomstbeeld. ‘Technocalyps’ is in drie delen opgedeeld. Deel één gaat over alles wat met klonen, genetische manipulatie en de maakbare mens te maken heeft. Nanotechnologie, de herschikking van afzonderlijke atomen, is een van de centrale technologieën. Bedoeling van die technologie is het creëren van een posthumaan: dat zou een superwezen kunnen zijn met een onbeperkte levensduur. Deel twee gaat in op de gevolgen van de technologische revo- lutie. Wat gebeurt er als de mens die door kunstmatige intelli- gentie gemaakte posthumanen, of ook: transhumanen, niet meer onder controle kan houden. In dit deel komen de critici van de technologische revolutie uitvoerig aan het woord. Het laatste deel gaat over religie en wetenschap. Hier worden yoga en andere met bewustzijnsbeoefening verbonden religieuze in- valshoeken belicht. Ook hier weer wordt de nadruk gelegd op het ontstaan van een superwezen dat niet meer verbonden is met het goddelijke, maar dat zelf God wil worden. De Übermensch van Nietzsche en de Nazi’s ‘is coming’, wat God verhoedde. In de film wordt er weliswaar op los ge- speculeerd maar het gegeven dat wetenschappers e.d. zich hiermee bezig houden is veelzeggend! Uitgangspunt is de maakbare Übermensch. Waarom zouden we geen 300 jaar kun- nen worden? Met wat sleutelen en prutsen aan ons onvolmaakte lichaam met behulp van microchips en genetische manipulatie 2 Reflectie 10(1), voorjaar 2013 Instituut voor Educatie (VKIE) liet zich vooral kenmerken door de kennisoverdracht van zijn gnostische visie op de stu- denten. Vele landdagen, kerkcongressen en bijeenkomsten van kerkgemeenten was hij er om op enthousiaste wijze en in eigen stijl zijn inzicht door te geven. Mede door zijn tomeloze inzet voor het gnostisch gedachte- goed, heeft zijn enthousiasme hiervoor mede geleid tot het invoe- ren van landelijk te gebruiken gnostische epistels en evangeliën tijdens de kerkdiensten in het gehele liturgisch jaar. Daarnaast was Johan kritisch. Hij stak zijn godsdienstige visies niet onder stoelen of banken, het kon hem allemaal niet snel genoeg gaan. Met de naderende komst en de betekenis van 21 december 2012 was het voor hem al snel ‘5 vóór 12’. Als kerk, rijp voor het Aquarius tijdperk, moest ‘iedereen’ klaar zijn om de ‘nieuwe’ generatie te ontvangen. Johan, een markant mens, een diep schouwer, die voor ve- len van ons, ook buiten de kerk, in elk geval een prachtige en tijdloze nalatenschap achterlaat. En mede van daaruit moge dit afscheid van Johan niet zo- zeer een afscheid in verdriet en droevenis zijn, maar vooral een afscheid én herinnering in dankbaarheid. Johan verkeert nu in dát Licht waarnaar hij altijd schouw- de. Hij ging een weg van innerlijkheid, in eenvoud zonder franje, een innerlijk gewaarworden, los van voorgeschreven kaders en stellingen door wie dan ook. X Peter
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=