Reflectie 10(4) 2013 winter.vp
hier, volkomen arbitrair, ‘ziel’ gebruiken – in de oorspronke- lijke Platoonse zin – om aan te duiden wat wij in de vijfdimen- sionale werkelijkheid zijn. Binding aan beeldenreeksen We kunnen nu ingaan op de binding van de ziel met de stof, of- wel hoe vanuit de vijfde dimensie wordt aangehaakt op een we- reldlijn in het blokuniversum. Dit gaat inniger dan het kijken naar een speelfilm. Er wordt niet naar voorbijtrekkende tweedi- mensionale filmbeelden gekeken, maar er wordt als het ware in de film gekropen en door de afzonderlijke beelden gegaan. De vijfdimensionale ziel is één geworden met de vierdimensionale wereldlijn en gaat van driedimensionaal beeld naar driedimensi- onaal beeld waarbij het de inhoud van ieder beeld volledig er- vaart evenals tijd, de vierde dimensie van het blokuniversum. Zo lijkt voor de ziel de tijd te vloeien terwijl tijd een onveran- derlijke statische dimensie van het blokuniversum is. Eén dimensie hoger maken de mogelijkheden en eigen- schappen van één dimensie lager deel uit van het omvangrijke- re scala aan mogelijkheden en eigenschappen van die hogere dimensie. In het vierdimensionale blokuniversum benut de on- stoffelijke ziel de eigenschappen en mogelijkheden van de stof (4) . Doordat de ziel onstoffelijk is kan het dezelfde ruimte inne- men als de stof. De ziel heeft zich aangepast aan de driedimen- sionale ruimte van de beelden en beweegt door de vierdimen- sionale wereldlijn. De binding van de ziel met de stof is als het aan elkaar kleven van deeltjes die aan de ene kant een positie- ve en aan de andere kant een negatieve lading hebben. Een dergelijke dipool-dipoolaantrekking en de vermenging en in- werking van de elektromagnetische velden daarvan zorgen voor hechting tussen stof en ziel. Zo kleeft de ziel aan ieder volgend gekozen beeld op zijn weg door de beeldenreeksen. Keuze en vrije wil Als nu bij de lezer de fatalistische gedachte is ontstaan dat wij – onze zielen – exact uitgestippelde fysische paden (wereldlij- nen) bewandelen en zelf geen enkele invloed hebben op de weg die we in ons leven gaan dan is die onjuist. Een speelfilm kan tegenwoordig interactief zijn waardoor de kijker de ver- haallijn op verschillende manieren kan laten verlopen. In het blokuniversum bieden de wereldlijnen de ziel een onuitputte- lijk aantal mogelijkheden voor het kiezen van een weg. In 1957 publiceerde Hugh Everett de vele werelden interpreta- tie van de kwantummechanica (5) . Die houdt in dat het univer- sum splitst bij iedere keuzemogelijkheid. Voor het blokuniver- sum betekent dit dat elk driedimensionaal beeld op een vierdi- mensionale wereldlijn er één is uit een verzameling van alle driedimensionale beelden die kunnen volgen op het daaraan voorafgaande driedimensionale beeld. De driedimensionale beelden voor en na elk driedimensionaal beeld maken op hun beurt ook weer deel uit van verzamelingen van gelijk- waardi- ge alternatieven. Enzovoorts. De wereldlijnen in het univer- sum vertakken zich eindeloos en elk driedimensionaal beeld is het begin van het vervolg van een wereldlijn. Dat het blokuniversum statisch en gedetermineerd is, alle gebeurtenissen onveranderbaar vastliggen is dus maar de helft van het verhaal. De verzamelingen van beelden geven de ziel uitgebreide keuzemogelijkheden. De ziel is niet gedwongen om een vaste reeks van driedimensionale beelden op een vier- dimensionale wereldlijn te volgen. De weg die het in het blok- universum zal gaan – de gebeurtenissen die het zal ervaren – kiest de vijfdimensionale ziel zelf. Er is geen vaste of opgeleg- de route. Daardoor zal de ervaren vierdimensionale wereldlijn waar de ziel na het einde van zijn queeste in de stof op terug- kijkt er één zijn met kronkels en afslagen. De route die in het blokuniversum wordt afgelegd volgt uit het door de ziel voortdurend – op ieder punt in het blokuniversum – bewust maken van vrije keuzes. Dat de weg voor een – deel of zelfs geheel minder bewust kan worden afgelegd wat ook een keuze is – doet niet af aan de vrijheid van wil van de ziel. Libet’s vergissing Dit brengt ons naar de experimenten van neurofysioloog Ben- jamin Libet (6) en de daardoor ontstane twijfel aan het bestaan van de vrije wil. Een halve seconde voorafgaande aan het ne- men van een bewust besluit zag Libet hersenactiviteit begin- nen. Dus, al voor dit bij u opkomt is het naar uw mond breng- en van een kop koffie in gang gezet. Libet leidde hier uit af dat de cortex (de hersenschors) eerst met een verrichting begint en pas daarna de bewustwording van wat in gang is gezet wordt toegevoegd. Exit vrije wil! Wat Libet en zijn collega’s echter niet kunnen vertellen is waarom de cortex autonoom wilspro- cessen tot stand brengt. In deze duisternis brengen de in dit verband opgeworpen termen ‘onderbewustzijn’ en ‘voorbe- wustzijn’ geen licht. Daarbij vond Libet het kennelijk moeilijk om afscheid te nemen van de vrije wil en bedacht een veto- recht dat u in staat stelt om de kop koffie te laten staan. De zaak van de verworpen vrije wil is zwak, niet meer dan een voorbarige gevolgtrekking van een star materialistisch reducti- onistisch denkend neurowetenschappelijke veld. U kijkt naar een speelfilm. Het bevalt u niet hoe het ver- haal zich ontwikkelt. Gelukkig is het een interactieve film, u grijpt in en geeft het verhaal een wending waardoor het naar het door u gewenste resultaat gaat. In de reeks van tweedimen- sionale beelden die u nu gaat zien zal de hoofdpersoon uit het verhaal doen en denken wat u hebt gewild dat zou gebeuren. Natuurlijk lijkt dit maar zo, er is geen denkende en acterende hoofdpersoon, er zijn alleen beelden die al bestonden en waar- uit u een keuze heeft gemaakt. Net zo kiest de vrij kiezende ziel voor een verloop en vervolgt dan zijn weg door een beel- denreeks waarin zich tegelijk de processen van fysieke actie en besef van die actie ontwikkelen. Aan het einde van deze reeks bereikt de ziel een beeld waarin actie en besef beide aan- wezig zijn. Eerst is er de door de ziel gekozen actie, daarna het beeld in het blokuniversum waarin de actie en het besef daar- van vierdimensionaal zijn geconcretiseerd. Dit beeld is niet ontstaan, het was er al. De vijfdimensionale ziel heeft er alleen 25 Reflectie 10(4), winter 2013
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=