Reflectie 10(4) 2013 winter.vp
UITGELICHT: In het Licht van het Sterven ervaringen op de grens van leven en dood Vertroostend boek over de Ars Moriendi door Ineke Koedam Aat-Lambèrt de Kwant In de boekenrubriek in het vorige nummer van Reflectie be- sprak ik het boek van Ineke Koedam ‘In het licht van sterven- ervaringen op de grens van leven en dood’ (Zie afbeeldingen). Na herlezing ga ik graag wat dieper in op dit opmerkelijke en ontroerende boek, dat vooral met het oog op de huidige dis- cussies rond palliatieve zorg zeer actueel is. “Dit boek moest geschreven worden en wel nu in deze tijd. Na alle berichten over bijna-doodervaringen en het openstaan voor een groter en eindeloos bewustzijn, is het nu tijd om ge- voeliger te worden voor de ongewone poort die zich opent in de nabijheid van de persoon die afscheid gaat nemen en de herkenningen die kunnen volgen voor wie daar gevoelig voor is.” Zo zegt Manèc van der Lugt, in haar reactie op het boek ‘In het licht van sterven – Ervaringen op de grens van leven en dood’ namens Forum Gezondheidszorg. En ze heeft gelijk. Het werd tijd dat zo’n boek er kwam. Ineke Koedam is er in haar boek in geslaagd de juiste snaar te raken. Het is dan ook geen abstract boek. Als hospicemedewerker en later co- ördinator, weet zij waarover zij schrijft en weet haar ervarin- gen op een gevoelige en overtuigende manier over te brengen. In dit boek besteedt Ineke Koedam bewust veel aandacht aan bijzondere bewustzijnservaringen die tijdens het sterfbed kunnen optreden, die zowel voor de stervende als voor de fa- milie een naderende dood lijken aan te kondigen en de manier van sterven lijken te verzachten. In zijn voorwoord wijst Pim van Lommel, cardioloog en schrijver van het boek ‘Eindeloos bewustzijn’ , dat het vrij re- gelmatig voorkomt dat mensen speciale ervaringen, zoals sterfbedvisioenen, hebben en zelf melden in de periode rond- om hun sterven. Familieleden en hospicewerkers hebben hier ook wel over gehoord, maar hebben daarover meestal niet dur- ven communiceren. Mensen blijken vaak terughoudend te zijn om over deze ervaringen te praten omdat ze bijvoorbeeld bang zijn niet geloofd te worden. Een bekend voorbeeld van een sterfbedvisioen is dat de pati- ënt in de dagen of weken voor het overlijden praat over een bezoek van de overleden partner of van overleden ouders, of kinderen, of familieleden, of vrienden of soms ook van reli- gieuze figuren. Van Lommel wijst erop dat stervende patiën- ten vertellen dat deze overleden personen zijn verschenen om hen op te halen of om hen te helpen het leven en het zieke lichaam los te laten. Het feit dat men contact kan hebben met het bewustzijn van overleden dierbaren en met hen kan com- municeren, veroorzaakt een nieuw idee over wat de dood zou kunnen zijn. Want het komt voor dat stervenden door hun overleden geliefden worden meegenomen naar een andere, niet-aardse werkelijkheid die doordrongen is van licht, vrede en onvoorstelbare liefde. Een werkelijkheid die doorgaans als ‘echter’ wordt ervaren dan onze dagelijkse realiteit. Een stukje meereizen naar het licht Van Lommel refereert ook aan een gedeelde doodervaring zo- als ook bijvoorbeeld dr. Raymond Moody, auteur van Een blik in de eeuwigheid die beschrijft (1) . Moody ontvangt jaarlijks niet alleen duizenden verhalen van mensen over wat ze voel- den, zagen en hoorden toen ze dicht bij de dood waren, maar krijgt ook verhalen binnen van mensen die aanwezig waren bij het overlijden van een dierbare. Velen hebben al geschreven over bijna-doodervaringen, maar Moody, een autoriteit op dit gebied, richtte zijn onderzoek nu ook op gedeelde doodervaringen. Wakende familieleden of verplegend personeel beschrijven uittredingen uit het lichaam en het reizen naar het licht; waarnemingen die identiek lijken aan bijna-doodervaringen, maar nu gedeeld worden met de overleden persoon. Velen beschrijven de aanwezigheid van een opstijgende mist uit het lichaam van de overledene, een terug- blik op het leven van de overledene en de impact die de ervaring heeft op het persoonlijk leven van de ‘mee-reiziger’. Tussen de regels door is ook in het boek van Ineke Koe- dam te lezen hoe nabestaanden soms een deel van het ster- vensproces meemaken. Illusoire wereld of niet? En dan vraag je je af: leven we in feite in een illusoire wereld? De Indiase Veda’s zijn daar duidelijk over en wijzen erop dat de mens meestal een wereldbeeld heeft dat ver van de werkelijk- heid afstaat, zodat het de mens belet inzicht te hebben. We leven in Maya (illusie), als in een sluier van illusies en tijdens het ster- vensproces komen we in een wereld die echter is dan echt. Stervenden lijken in staat te zijn zich te bewegen in ver- schillende ‘werelden’. Soms vertellen ze dat zij ergens anders waren, maar ook voor familie en hospicemedewerkers is dat merkbaar. Ineke Koedam toont aan dat een overgang daarom niet eenzaam of angstig hoeft te zijn, maar troostrijk en gerust- stellend kan zijn. Het mooie, maar ook ontroerende boek laat zien dat liefdevolle spirituele zorg heel belangrijk is. Door voor deze persoonlijke levenseinde-ervaringen meer openheid 27 Reflectie 10(4), winter 2013
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=