15(2)18

 Schilderij Complex voorgevoel uit 1928 en De timmerman uit 1928/29 Reflectie jaargang ı5 nummer 2, zomer 20ı8 12 Het gelaat van God Toen Joost Zwagerman dit meesterwerk voor het eerst zag, schreef hij: ‘ In het hart van het wit (en hier worden dan toch het geluk en de vreugde ontsloten waarnaar het witste wit reikt) bevindt zich de absolute stilte van het leven. Het is het ge- benedijde Niets van het hier en nu. Eeuwige verlichting. Nirwa- na .’ Ik vroeg me af waarom Joost Zwagerman hier sprak van de gezegende leegte, het ‘gebenedijde’ Niets? Zwager- man: ‘ Met het ‘Zwarte Vierkant’ heeft Malevitsj naar eigen zeggen ‘het gelaat van God’ afgebeeld. ‘ De mens heeft een leeg- te in zich waar God precies in past ’ was één van de geloofsbe- lijdenissen van de veertiende-eeuwse theoloog Meister Eckhart. Zes eeuwen later wilde Malevitsj aantonen hoe die leegte in de mens er uitziet: als een zwart vierkant. Volgens Malevitsj paste God in dat vierkant omdat Hij er in al zijn immanente onken- baarheid mee samenvalt. Vandaar: het gelaat van God .’ 7 Wordt in de duisternis het licht al zichtbaar? In de mate- rie de geest? In het immanente hier-en-nu de transcen- dente God? Er gebeurde iets wonderlijks toen ik het schilderij voor het eerst zag op een tentoonstelling in Amsterdam. Ik focuste op het zwarte veld en merkte dat er barsten in zaten waardoor de licht gekleurde onderlaag er doorheen schemerde. Op dat moment schoot mij een tekst van Leonard Cohen te binnen: ‘ Forget your perfect offering. There is a crack in everything. That’s how the light gets in .’ 8 En ik herinnerde me hoe in mijn leven, in de diepste duisternis, er altijd nog een lichtstraaltje binnenkwam. Het ‘ Zwarte Vierkant ’ kreeg opeens iets heel herkenbaars voor mij, ook iets univer- seels. Ik stond oog in oog met een meesterwerk van een ingewijde meester. Maar Malevitsj stopte niet. Na het schilderen van de duisternis van het ‘ Zwarte Vierkant ’ neemt het wit in het werk van Malevitsj geleidelijk aan de overhand. Eerst nog met dynamische geometrische vormen, zoals in ‘ Suprematisme i ’ en ‘ Suprematisme ii ’, maar langzamerhand lossen de kleuren op. Rond 1920 schildert Malevitsj niets dan witte vormen tegen een witte achtergrond en bereikt (naar eigen zeggen) met ‘ Wit op Wit ’ en vooral met het ‘ Suprematische Witte Kruis ’ de ‘witte volmaaktheid’. Hij spreekt over dit schilderij als over ‘ een toegangspoort die hem naar een hemel op Aarde geleidt .’ Clash met de dictators In de jaren na de politieke Oktoberrevolutie blijft Male- vitsj een beroemdheid die ook van de Bolsjewieken alle ruimte krijgt om zijn experimenten door te zetten. Hij krijgt belangrijke functies in de kunstwereld omdat ook de Bolsjewieken van mening zijn dat een revolutie een totaal nieuwe aanpak van het hele leven vraagt. Malevitsj en andere avantgardisten krijgen de kans met hun experimenten door te gaan. Maar dat wordt anders als Stalin na de dood van Lenin (in 1924) aan de macht komt en een totalitaire commu- nistische staat wil stichten. Stalin wil weer terug naar een meer socialistisch-realistische kunst die door de massa gemakkelijker verstaan kan worden en het ideaal van een communistische heilsstaat duidelijker ondersteunt. In Duitsland zal dit idee later ook door Hitler worden overgenomen en ook hij zal zich gaan verzetten tegen de abstracte avantgardisten en hen in 1937 met een tentoonstelling over ‘ die Entartete Kunst ’ proberen van de kaart te vegen. Malevich voelde dit aankomen en schilderde in 1928 zichzelf in een geel shirt met de veelzeggende titel ‘ Complex Presentiment ’ ( complex voorgevoel ). Malevitsj verliest in 1927 zijn functies in de kunstwereld Noten (annex literatuurverwijzingen) 1 Maurice Tuchman e.a.: The Spiritual in Art ; Abstract Painting 1890–1985 . Uitgave bij tentoonstellingen in Los Angeles, Chicago, en in Haags Gemeentemuseum, 1989. De citaten in dit artikel zijn uit dit werk genomen, ten- zij anders vermeld. 2 Dmitri Merezjkovski: Over de redenen van verval en over de nieuwe richtingen in de hedendaagse Russische literatuur . Moskou, 1892. 3 Wassily Kandinsky: Het onzichtbare zichtbaar maken . In: Reflectie , voorjaar 2018. 4 Peter Demianovich Ouspensky: De vierde dimensie . Sint Petersburg, 1909. 5 Vsevolod Solovjev: AModern Priestess of Isis . Londen, 1895. 6 Malevitsj: Van Kubisme en Futurisme naar Suprema- tisme: het nieuwe realisme in de schilderkunst. Sint Peters- burg, 1915. 7 Joost Zwagerman: De stilte van het licht: schoonheid en onbehagen in de kunst. De Arbeiderspers, 2015. 8 Leonard Cohen: Anthem . Album The Future uit 1992. 9 Volgens Ouspensky waren in het verleden drie wegen geprobeerd: die van de ‘ fakir ’ die vooral het lichaam on- der controle wilde krijgen; die van de monnik die met ei- gen emotionaliteit in het reine moest komen; en die van de yogi die het innerlijke denken onderzocht. Die wegen hadden grote bijdragen geleverd, maar waren op één punt blijven steken: zij hadden zich allen afzijdig gehou- den van de maatschappelijke werkelijkheid. Dat moest veranderen en dat kon gebeuren via zijn ‘ vierde weg ’. 10 Helena P. Blavatsky: De Sleutel tot de Theosofie . Londen, 1889. en wordt ziek. Maar hij blijft schilderen en volgt daarbij ‘ de vierde weg ’ van Ouspensky. Die had na zijn breuk met Gurdjeff gesteld dat het tijd was geworden omeen nieuw spiritueel experiment te beginnen: tegelijkertijd aan- dacht geven aan de innerlijke en uiterlijke wereld. 9 De latere schilderijen van Malevitsj getuigen hiervan. Met zijn abstract-geometrische vormen schildert hij boeren in de greep van het collectivisme, werkende arbeiders die er uitzien als monddood gemaakte en verminkte etalagepoppen. Maar wel geschilderd in feestelijke kleu- ren. Die boodschap werd begrepen... Tenslotte: een kunstenaar geeft nooit op, want hij voelt altijd het vuur van binnen dat de wereld moet verwarmen en helder- heid geven aan wanhopige medemensen. Zoals Blavat- sky eens schreef: ‘ De nieuwe toortsdrager van de mensheid zal mensen vinden wier geest gereed is voor zijn boodschap en ook een taal waarin hij de waarheden, die hij brengt, kan kleden .’ 10 Kazimir Malevitsj was zo’n toortsdrager. ●

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=