15(2)18

14 Reflectie jaargang ı5 nummer 2, zomer 20ı8 Pinchas Lapide (1922–1997) Wie was die man? Daar is tegenwoordig makkelijk een antwoord op te vinden via Google . De boekjes zelf geven namelijk geen enkele informatie over de schrijver. Hij werd geboren op 28-11-1922 in Wenen. Voor een joods iemand was dat toen niet zo’n goede plaats; met behulp van een Canadees paspoort is hij in ongeveer 1940 naar Israël geëmigreerd. Daar studeerde hij aan de Hebreeuw- se universiteit in Jeruzalem. Hij was o.a. leerling van Martin Buber. Van 1956–1958 was hij consul voor Israël in Milaan, later was hij hoogleraar Nieuwe Testament in Jeruzalem, Göttingen, Wuppertal en Frankfurt, waar hij op 23-10-1997 overleed. Hij schreef ongeveer veertig boeken en heeft veel bijgedragen aan de dialoog tussen het jodendom en het christendom. Hij gaat ervan uit dat Jezus een jood was en volledig in- gevoerd in de joodse tradities en vanuit die culturele achtergrond heeft hij de verhalen en leringen die nu opgenomen zijn in het Nieuwe Testament, gesproken of gebracht. Dus die zouden een vervolg kunnen zijn op de Thora en de joodse wijsheidsliteratuur. Door de ver- talingen uit het Aramees en Hebreeuws, eerst in het Grieks en daarna in het Latijn is er veel verloren gegaan. Dit ligt niet alleen aan de vertalingen maar ook aan het feit dat de cultuur in die landen zo anders was en een aantal begrippen niet in bijvoorbeeld het Latijn vertaal- baar waren. Maar ook omdat de huidige mens niet meer leeft in de situatie die er toentertijd in Israël was. Om de woorden van Jezus goed te begrijpen moet je de tekst eerst zorgvuldig en kritisch lezen en je dan reali- seren dat er veel was dat Jezus niet hoefde te zeggen, omdat dat in die tijd en op die plaats algemeen bekend was. Maar hier en nu is dat niet meer zo en moet de tekst als het ware tussen de regels gelezen of doorvoeld worden. De Hebreeuwse uitdrukking: ‘ Wie oren heeft die hore ’ betekent: ‘ Neem me alstublieft niet letterlijk, maar luis- ter naar de diepte achter de woorden .’ Lapide zegt dat hij naast de vier bestaande evangeliën, namelijk die van Marcus, Lucas, Mattheüs en Johannes een vijfde wil schrijven. Niet eentje conform deze vier Griekse evangelisten, maar het oorspronkelijke verhaal zoals dat door Jezus in de synagoges in Galilea verteld werd. Wat in het Nieuwe Testament verteld werd is niet nieuw , zegt Lapide; het komt allemaal voor in de Talmoed en de Midrasch. Voor Lapide was Jezus een rabbijn of rabbi uit Nazareth die in de traditie van zijn voorvaderen leefde en leerde. Nu gebruiken wij in onze kerk heel vaak de Nag Hammadi - geschriften, maar dat neemt niet weg dat in de geschrif- ten van het Oude en Nieuwe Testament ook veel lering te vinden is. De stenen tafelen van Mozes Om te beginnen leefden de joden in die tijd strikt naar de wetten van Mozes. Dat zijn de wetten die Mozes op Wies Kuiper Onlangs kreeg ik van een vriendin een paar oude boekjes in de hand gedrukt. Een nalatenschap van haar enige jaren geleden overleden echtgenoot. Ze zei: dat vind jij vast wel interessant . Het waren twee boekjes van Pinchas Lapide uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, met de titels: ‘ De Bergrede ’ en ‘ Hij leerde in hun synagogen: een joodse uitleg van de evangeliën ’. De eerste zinnen uit het laatstgenoemde boek waren al uit- dagend genoeg: ‘ Mijn jodendom is ‘katholiek’ genoeg – in de oorspronkelijke zin van ‘allesomvattend’ – om ruimte te hebben voor zowel Spinoza alsook voor Philo van Alexandrië, zowel voor Jezus als voor Flavius Josephus. Ik zie geen reden om voorbij te gaan aan een Licht van het jodendom, zoals de rabbi uit Nazareth was, alleen omdat ik met enkele van de christelijke Christusbeelden niet uit de voeten kan. ’ Pinchas Lapide Het christendom gezien vanuit een joodse achtergrond Diplomaat en bruggenbouwer tussen Rome en Jeruzalem

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=