Reflectie 2(2)05.vp

Onze kerk, een uitzonderlijke mensengemeenschap binnen de samenleving? +Frank den Outer Als mensen zich met anderen verbonden gaan weten en deze onderlinge band gaan versterken, elkaar steunen, elkaar tot deelgenoot maken, dan is dit een scheppend proces-in-wor- ding, want het leidt uiteindelijk tot een organisch geheel. De ‘elementen’ van dit proces zijn gemeenschap en individu, die aan elkaar tegengesteld lijken te zijn. Maar toch zijn ze op el- kaar betrokken om zo in leven te blijven, zoals ook een boom en de ernaast staande andere: dicht genoeg bij elkaar om el- kaar schaduw te geven, en ver genoeg uit elkaar opdat beide bomen de noodzakelijke levenssappen uit de grond kunnen opnemen. Dit geldt ook voor mensen binnen een organisch ge- heel van een gemeenschap. Ze geven elkaar de ruimte, laten elkaar tot hun recht komen èn steunen elkaar. Dat de ontwikkeling naar een geheel op zich heel bijzonder is, vergeten we soms. Alléén aan de mens is het gegeven in de collectiviteit zijn juiste plaats te bepalen; de mens alléén bezit gemeenschapvormende kracht zonder verlies van individuali- teit, dat wil zeggen het vermogen om een integrerend deel van een groep te zijn, en niet alleen een nummer in de massa. De massa immers is nooit méér dan de som van individuen, ter- wijl de gemeenschap een levend organisme is, dat leven in stand houdt en leven schenkt. Daarmee is het een scheppende groep; en er vindt voortdurend een her-scheppingsproces plaats van de groep. Als we het hebben over een religieuze gemeenschap, een Kerk – en niet over een sportvereniging bij voorbeeld –, dan houdt dit scheppingsproces van zo’n gemeenschap in Christe- lijke termen in: het inhoud geven aan en tot uitdrukking brengen van ‘het mystieke lichaam van Christus’, en – als ge- volg daarvan – van ‘het Koninkrijk der Hemelen’. Dat mystie- ke lichaam van Christus is een wijze van spreken over de verbondenheid van mensen ‘in Christus’, waarop even verder nader wordt ingegaan. De eerste Christelijke geloofsgemeenschappen kenden een grote verbondenheid, die bovendien inhield een leven in ge- meenschap van goederen. Hierover is geschreven in de Hande- lingen der Apostelen, en ook Paulus is er vol van. Hoe dacht men nu in het begin over die gemeenschap? Wat is de aard daarvan? Kunnen we ons er (nog) in herkennen? Die gemeenschap werd aangeduid met ecclesia, Grieks voor ‘bij- een geroepen vergadering’, eigenlijk ‘geroepenen’ (uit de rest) of zelfs ‘uitverkorenen’. Volgens de apostel waren de eerste Christenen bijeen geroepen ‘tot de volheid van God in Chris- tus’. Daardoor komt de mens in een nieuwe staat of nieuwe bestaansdimensie. Maar de uitverkoren geroepenen beteken- den slechts een voorlopige uitverkiezing of afzondering, ‘tot- dat de hele mensheid zal zijn binnengegaan’ (Rom 12:25). En dat is het einddoel van Gods plan. Naast ecclesia (waarvan het Franse église is afgeleid) ken- de men ook voor die gemeenschap het woord kurakion, Grieks voor: ‘huis van de Heer’ (Duits: Kirche ; Nederlands: kerk; Engels: church ). Dit woord is afgeleid van kurios dat Heer be- tekent – we zingen in elke H. Mis het Kyrie Eleison (Grieks voor ‘Heer, ontferm u over ons’). Kerk is dus al diegenen die geroepen zijn en betrokken zijn op de Heer, dat is betrokken op Christus, de Heer, de Zoon van God. Het betreft de ge- meenschap der gelovigen (met een geloof in Christus). Over die gemeenschap van Christenen – later aangeduid met ‘mystiek lichaam van Christus’– schrijft Paulus in zijn brief aan de Efeziërs: “Christus is het hoofd waaruit heel het lichaam – hecht verbonden en bijeengehouden door de steun van al zijn gewrichten, naar de kracht die elk deel is toegemeten – zijn vol- le wasdom bereikt en zichzelf opbouwt in liefde” (4:16). Hij ziet zo’n eerste ecclesia ontstaan rondom de apostelen, verbonden met de profeten 1 en geleid door de Geest. En hij hoopt en verwacht dat de Kerk deze karakteristieken blijvend zal behouden; dat ze dus, in verbondenheid met haar oor- sprong, steeds opnieuw zal worden ge´nspireerd en dat ze steeds open zal blijven voor de gave van de H. Geest. Hij be- seft dat de Kerk een groeiend lichaam is, een bouwwerk of tempel in uitvoering; dat dóór het heilig Jeruzalem zal neerda- len vanuit de hemel. Dat alles is een in vele opzichten tÚ hooggespannen visie op de Kerk gebleken. Maar een ideaalbeeld, een visie, is vol- gens C.G. Jung weliswaar onbereikbaar, maar toch noodzake- lijk als stuwende kracht tot volmaking. De Kerk is begonnen als een gesloten agapè-gemeenschap, met geheimhouding en inwijdingen, zoals in de oude mysterie- scholen. Een levend geloof, ontvankelijkheid voor het spirituele en mystieke ervaring was toen norm en bezieling voor allen. Toen de Kerk echter een volkskerk werd (in de 4e eeuw), ver- dween die gevoeligheid voor het mysterie. De innerlijke bele- ving maakte plaats voor een uiterlijke; het esoterische voor het exoterische; gemeenschapsbesef voor gehoorzaamheid aan een hiÙrarchisch gezag. En aanvaarden van een leer wordt criterium voor het al dan niet behoren tot de gemeenschap. Mystiek lichaam van Christus Het inhoud geven aan, en tot uitdrukking brengen van ‘het mystieke lichaam van Christus’, en daarmee ook van ‘het Ko- ninkrijkder Hemelen’, wat houdt dat in? Hoe willen we elkaar deelgenoot maken, wat willen we elkaar overdragen? Wat wil- len we tot stand brengen? Is het niet die visie van een ecclesia, een kuriakon te tonen en bewust te maken, en daardoor tot werkelijkheid te brengen? Het is die gerichtheid op Christus, waardoor dat mystieke lichaam van Christus hier en daar werkelijkheid wordt, het he- melse Jeruzalem soms even neerdaalt uit de hemelen... Dàt to- nen we door onze religieuze levenshouding, door handelingen, gedachten en woorden, door symbolen, beelden en vormen van kunst. Dit bewust doen en met liefde. Dan is die agapè-ge- meenschap van het prille begin weer aanwezig. Dit beeld van een kerkgemeenschap kunnen we zeker zien als een op Christus gerichte benadering, een Christo-centrische visie van een Kerk als gemeenschap. Er zijn natuurlijk andere 16 Reflectie 2(2), juni 2005

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=