Reflectie 2(2)05.vp

kon vestigen door het ontmoedigen en vervolgens uitbannen van de gnostiek en andere alternatieve interpretaties van de woorden van Jezus. Dat Leonardo niet simpelweg een kunstenaar was, maar ook grote geheimen beschermde. En dat niet grote leiders, maar geheime genootschappen en machtige, verborgen samen- zweringen de loop van de geschiedenis bepalen. Brown weet het hele concept van het verborgen genoot- schap, de priorij van Sion, met haar vermeende geheimen over nakomelingen van Jezus en Maria Magdalena, knap uit te wer- ken tot een mysterieus en onstuimig verhaal. Het is zijn ver- dienste dat hij deze zeer onconventionele ideeën, die in 1982 voor het eerst werden verwoord in het niet onomstreden Het Heilige Bloed en de Heilige Graal, bekend heeft gemaakt bij een nieuw lezerspubliek. Toch gaat het in Browns boek over fictie. Hij heeft heel veel geput uit andere werken. De massale, wereldwijde belangstelling ( er komt zelfs een film over) heeft overigens meer te maken met de aantrekkings- kracht van complottheorieën. Het is deze complottheorie die de kern van Browns bestseller vormt, maar niet door hem is bedacht en al jaren bestaat. Toch stelt het boek ook teleur. Een conclusie waarmee ik lezers die het boek de hemel in prijzen, wellicht teleurstel. In een thriller als deze moet wel iets heel belangrijks op het spel staan als het complot zou worden onthuld. In de Da Vinci Code is dat niets minder dan het traditionele christendom. Zo lezen we, dat de heilige beker geen heilige beker is, maar hei- lig bloed: het nageslacht van Jezus van Nazareth. De grondleg- ger van het christendom en Maria Magdalena hadden een dochter, Sara. Als dit waar is, zou deze theorie enkele funda- menten uit het christendom omverwerpen. Ik heb het niet zo op de theorie van het ‘heilig’bloed’ en dat Jezus afstamme- lingen heeft. Een recensent schreef terecht dat alleen al het idee dat zoiets tweeduizend jaar lang geheim kan worden ge- houden, absurd is. Ik ga op de inhoud van de Da Vinci Code niet verder in. Veel van wat in het boek aan de orde komt, is al bekend, voor- al waar het om Maria Magdalena gaat. Daar zijn wel betere boeken over geschreven. Ik beweer niet dat het boek totale on- zin bevat, maar het blijft fictie. Een spannende thriller die mensen overigens wel aan het denken zet, al was het alleen al de rol van Maria Magdalena in een vijandige, omgeving waar- in zij bepaald niet vriendelijk werd bejegend. Dan Brown. De Da Vinci Code. Luitingh / Sijthoff, 2004. Geheimen… Wat is feit en wat is fictie in Dan Browns bestseller? Die vraag wordt beantwoord in het bij dezelfde uitgever verschenen boek “De geheimen van de code, een uitgebreide analyse van de thema’s in de Da Vinci Code”. Het boek bevat fragmenten uit originele bronnen, nieuw materiaal en interviews met prominente geleerden. Zowel voor- als tegenstanders komen aan het woord, zodat de lezer zich een eigen mening kan vormen. Het boek bevat artikelen van bekende namen als Gilles Quispel, Elaine Pagels, Lynn Picknett, Michael Baigent, Esther de Boer, Jacob Slavenburg, Willem Glaudemans, e.a. Geheimen van de Code, de ongeautoriseerde gids, is een com- pendium van oorspronkelijke gedachten en artikelen, passages uit talloze boeken, websites en bladen, interviews met voor- aanstaande schrijvers en academici over hun vakgebied De persoonlijke conclusie van Dan Burnstein is, dat hoe verd- er Dan Brown teruggaat in de tijd, hoe meer hij op betrouwba- re, intellectuele grond staat. Zo ondersteunen veel antropologen, archeologen en andere experts in grote lijnen de argumentatie in de Da Vinci Code over het heilig vrouwelijke. Er is een overvloed aan wetenschappelijke literatuur die stelt, dat voorafgaand aan joods christelijk monotheïsme, veel poly- theïstisch heidense religies meer waarde hechten aan godinnen naast goden en ook aan de spirituele en sacrale aard van seks, voortplanting, vruchtbaarheid en geboorte. Ook over de vraag of Maria Magdalena misschien verwisseld wordt met de pros- tituee in het Nieuwe Testament, of over de vraag of Maria’s rol bij de vestiging van het christendom veel groter was dan eerder werd benadrukt, is een grote hoeveelheid onafhankelijk wetenschappelijk werk te vinden, en ook onderzoeken door re- ligieuze wetenschappers en theologen, die allemaal hetzelfde beweren. Dan Bernstein wijst er terecht op dat waar we dichter bij het heden komen de Da Vinci Code een fascinerend ver- haal blijft, maar weinig te maken heeft met serieuze weten- schap. De vroege geschiedenis van de kruistochten en de Tempeliers, zoals die wordt weergegeven, loopt niet zover uit- een met de wetenschappelijke consensus. Maar wanneer we belanden bij onderwerpen als de heilige graal, die synoniem zou zijn met Maria Magdalena en koninklijke afstammelingen van Jezus; de geduldige toewijding van de Priorij van Sion aan het heilig vrouwelijke; of het argument dat het laatste avond- maal een geheime boodschap van Leonardo over de ware ge- 23 Reflectie 2(2), juni 2005 Illustratie uit “Water weet het antwoord”. Mausoro Emoto Ankh-Hermes 2005 (zie boekbespreking op deze pagina’s))

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=