reflectie14(3).vp
Nesting Wijzelf en alle werelden zijn onderdeel van God; dit is het meest werkelijke en meest persoonlijke (cf. het theïsme en het kosmologisch argument dat God en het universum geen we- tenschappelijke maar alleen een persoonlijke verklaring kun- nen hebben). Werelden zijn in elkaar vervat; zij leven en worden ge- vormd door geestelijke wezens. Alles op aarde en alle ontwik- keling vinden hun oorsprong in hogere werelden. Vanuit die werelden wordt de aarde als het ware bestraald, met een onop- houdelijke werking. Delen van onszelf functioneren in hogere werelden. De geestelijke werelden zijn hoger dan de zielenwe- relden; een deel van onze ziel werkt als onderdeel van de aard- se persoonlijkheid op aarde. Wij kopiëren daar (met vallen en opstaan) de hogere werelden (cf. Plato en Plotinus). Eerbied, lof en dank Zowel Leadbeater, Rudolf Steiner als Krishnamurti benadruk- ten het belang van eerbied. Door lof en dank ontstaat het verder kennen van de geeste- lijke wereld en het zegenen van alle werelden (cf. een adagi- um van de mysteriescholen: “wie de geheimen van de schepping wil doorgronden verheffe zijn stem in de lofprijzing tot God”). De persoonlijke benadering van God en van de geestelijke wereld bevorderen het uitdrukken van lof en dank. Lof- en dankzegging zijn een watermerk van religie. Zij vormen dan ook een essentieel onderdeel van de liturgie (cf. het Gloria, de Prefatie en het Sanctus van de Heilige Mis en de Lofprijzing en de Zegen in het Heilig Lof.). Mysteriescholen en Christendom In mysterietempels werd men ingewijd om kosmische energie- ën te kunnen hanteren ten bate van de mensheid. De impuls achter het Christendom verhoogde en verbijzonderde deze energieën. Kennis en mystiek Wij streven naar grotere gehelen op meerdere niveaus, met meer complexiteit (cf. Teilhard de Chardin). Vragen ontstaan door contact tussen niveaus. Vragen lossen op door afstem- ming en integratie van niveaus binnen een geheel. Dit leidt tot mystieke ervaring en het naderen tot God als het grootste ge- heel. Conform het Evangelie: “Heb God lief en uw naaste als uzelf”; “Zoekt eerst het koninkrijk Gods en al het andere zal u worden toegeworpen”en “Klopt en u zal worden opengedaan”. Wat onopgehelderd bleef Keltische kruisen — De Keltische kruisen tijdens de eerste sessie waren intrigerend. Zij stonden er heel duidelijk en wij moesten de energiebundels die door ons kwamen daar door- heen laten gaan. Ik heb er na de sessie weinig aandacht meer aan gegeven. Enkele maanden later bezocht ik het pelgrims- beeld van St. Patrick in de heuvels van Connemara. Hij kijkt daar uit over Ierland dat hij kerstende. Heel duidelijk is daar de werking voelbaar van een hogere energie die met het pel- grimsoord verbonden is. Plotseling viel mij op dat er in het landschap twaalf Keltische kruisen rondom het beeld staan (zie figuur 6 , de kruisen zijn helaas niet zichtbaar). Een tref- fende gelijkenis! In 1996 bezocht ik Lourdes. Tijdens meditatie bij de grot van Bernadette voelde ik eenzelfde energie als bij St. Patrick, maar dan zachtaardiger. Ik vroeg mij af of hier óók een ver- band met Keltische kruisen bestaat. Er vormde zich bij mij een beeld van een kruis. Toen ik terugwandelde zag ik in een winkel precies dat kruis liggen (zie figuur 7, het kleine kruisje boven het hart was in mijn meditatie niet aanwezig). De cirkel van het Keltisch kruis blijkt nu een hart te bevatten. Het impli- ceert het uitstorten van liefdeskracht over de aarde. Lucifer — Het beeld van de afdalende brandende lucifer doet natuurlijk denken aan de gevallen engel Lucifer. Echter, het is abstracter. Het houdt ook verband met ontwikkeling door de werking van Christus. Zoals in de uitspraak van Jezus: “Ik ben gekomen om vuur op de aarde te werpen”. Christus en Lucifer hebben met elkaar te maken. Het beeld bleef mij verontrusten, hoewel de lichtende figuur onbewogen bleef. De ongerustheid verdwijnt, wanneer ik een cirkel trek rond zowel de lichtende figuur als de vlam (figuur 8) . Zij zijn dan samen opgenomen in een groter geheel. Het geheel doet mij dan denken aan een in- wijding van de lichtende figuur, waarvoor de schepping nood- zakelijk is. Die schepping is onderdeel van de figuur en ondergaat mede de werking van de inwijding, als een transfor- matie. Mijn perplexheid lijkt hier de huidige grens te markeren van mijn bewustzijn. 14 Reflectie 4(3) herfst 2007 Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=