reflectie14(3).vp

In Matteüs geeft Jezus in andere bewoordingen eenzelfde in- houd weer: “Gaaf zul je zijn, zoals je hemelse Vader gaaf is.“ (Matt. 5:48) Dit is de afsluitende regel aan zijn radicale ethiek die in vers 17 begint. De opmaat naar deze ethiek wordt ge- vormd door: “Jullie zijn het licht der wereld (...) Laat je licht schijnen voor de mensen, dat ze je goede werken zien en (daarom) je Vader in de hemel loven“. (Matt. 5:15-16) Namelijk: als wij gaaf zijn en volledig en in alle opzichten, si- tuaties en in al onze handelingen onze liefde tonen, tot God en onze medemens, dan wordt daarin Gods eigen gave liefde zicht- baar en afleesbaar. Als wij door onze trouw, onze gerechtigheid, ons erbarmen, onze chèsèd, en zo door deze getuigenis, God’s houding in deze wereld zichtbaar maken – dan is God ten volle God. Dan heeft Zijn pathos de volle werking. Dan zijn wij net zo ongedeeld en gaaf als God Zijn volmaaktheid wil tonen. Dan zijn onze chasadiem aanleiding God te loven, wij weerspiegelen Zijn hartstocht, Zijn bezieling door het beeld ervan te zijn. Tot dat antwoord wordt de mens uitgenodigd. Een betere keuze is er niet, een andere keuze doet afbreuk aan ten volle mens zijn. En ’niet anders kunnen’ heeft wel iets van ’moeten’, toch? Over het zo, in bijbelse context, verguisde ’moeten’ leert mijn woordenboek mij: 1: gedwongen zijn; 2: noodzakelijk zijn, behoren; 3: verlangen, willen. Waarbij ik graag opmerk dat ’gedwongen zijn’ heel iets anders is dan ’gedwongen worden’. In het eerste geval ’kan ik niet anders’>1, ’hoort het niet anders‘ >2 en ’wil ik niet anders‘ >3; in het tweede ben ik het lijdend voorwerp. Maar voor een volwaardig leven is er geen andere keuze, uit eigen vrije wil, dan kiezen lief te hebben. Als dat, met het hierboven beschrevene, in deze context, ’moeten’ is, dan is mijn antwoord: “Ja, graag!“ *** Paul(a) van Rooijen (1963) is altaarmedewerkster en, sinds kort, voorzitter van de Rotterdamse Kerkgemeente St. Franciscus. Oorspronkelijk opgeleid als elektronicus, volgt zij momenteel de VKK-opleiding voor altaarmedewerkers en de opleiding Zingeving & Spiritualiteit aan de Hogeschool voor Geesteswetenschappen in Utrecht. Zij blijft mateloos gefascineerd door de grondslagen van dit universum. Gebruikte literatuur: 1 - Artikelenbundel: ’Geliefd is de mens’, Y. Aschkenasy, c.s., Hilversum 1982. De gebruikte artikelen: ’Geliefd is de mens’, Y.Aschkenasy en W.A.C. Whitlau, p.7-24; ’De profeten’, D.J. van Uden, p.72-77; ’Chèsèd’, D.J. van Uden, p.104-115. 2 – ’The Prophets’, A.J. Heschel, New York 1962 (2001), p. 289 en p.292. Oorspronkelijke citaten van Abraham Joshua Hesche l ‘The Prophets’, p.289 ‘Pathos denotes, not an idea of goodness, but a living care; not an immutable example, but an outgoing challenge, a dynamic relation between God and man; not mere feeling or passive affection, but an act or attitude composed of various spiritual elements; no mere contemplative survey of the world, but a passionate summons.’ Ibid. p.292 ‘Man is not only an image of God; he is a perpetual concern of God. The idea of pathos adds a new dimension to human existence. Whatever man does affects not only his own life, but also the life of God insofar as it is di- rected to man. The import of man raises him beyond the level of mere creature. He is a consort, a partner, a factor in the life of God.’ * * * 19 Reflectie 4(3) herfst 2007 Ladder naar de hemel. Kunstwerk in Beeldentuin Gees

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=