reflectie14(3).vp

Katherine Neville Zo ook de boeken van Katherine Neville. Als auteur debuteer- de ze met de internationale bestseller The Eight , waarvan niet eerder een Nederlandse vertaling verscheen. Haar dit jaar ver- schenen “ De Magische cirkel ” is het vervolg. Haar eerste ro- man, De Acht is een ideeënroman in de vorm van een span- nende thriller: intelligent, toegankelijk en vol fasci- nerende details over geschiedenis, spi- ritualiteit, filosofie en geheime kennis. De Acht gaat over een schaakspel dat de geschiedenis in zal gaan als het Montglane-spel. Het spel bevat een formule en wie hem ontcijfert,, kan beschikken over grenzeloze macht. Vele mensen raakten bezeten door het idee van deze formule en zijn er naar op zoek gegaan. In het boek worden afwisselend twee verhalen verteld. Het eerste speelt zich af in Frankrijk, ten tijde van de Franse revo- lutie. Het spel ligt begraven bij een abdij en om te voorkomen dat het in verkeerde handen valt, moet het uit de abdij ge- smokkeld worden. Het tweede verhaal begint in de winter van 1972 in New York. Sinds de Franse Revolutie wordt het spel vermist. Catherine Velis wordt als een pion in een schaakspel op pad gestuurd om zoveel mogelijk stukken van het spel weer bij elkaar te brengen. De stukken zijn inmiddels in verschillen- de werelddelen terecht gekomen. Maar haar “opdrachtgevers” zijn niet de enigen die het spel in handen willen krijgen, en de tegenpartij heeft ook een aantal stukken in bezit. Genoeg stof voor een aantal spannende uren leesplezier. Getallen, (wiskundige) formules en schaken spelen een grote rol in het boek Het zijn passages die dit boek zo boeiend ma- ken, maar ook door de reis door de geschiedenis ga je tal van verbanden zien. In haar tweede roman, de Magische Cirkel , reist Neville opnieuw door de tijd – en de wereld – om een verbazingwek- kend verhaal te vertellen over de pogingen van de mensheid om de machten van hemel en aarde te temmen. Idaho, 1989: Ariel Behn, een expert op het gebied van nucleair afval, is ka- pot van de moord op haar neef. Daardoor erft Ariel wel de fa- milieschat: een sinistere verzameling manuscripten die haar betrekt bij een oeroud mysterie. Jerusalem, 32 A.D.: in de laat- ste week van het leven van Christus probeert de Romeinse kei- zer Tiberius een eeuwenoud raadsel op te lossen. Wie de aanwijzingen verzamelt en juist interpreteert, verwerft macht over de hele wereld. Zo begint een fascinerende reis, vanaf de opkomst van het Romeinse Rijk tot aan de val van de Berlijnse Muur. Ook voor dit boek moet zij veel research hebben ver- richt en blijkt zij over veel kennis op historisch en esoterisch gebied te beschikken. Ook hier weer een complex gegeven, met veel wetenschappelijke uitleg en een verhaal dat regelma- tig schakelt tussen heden en de Romeinse tijd. Het boek begint ieder hoofdstuk met enkele treffende citaten uit heden en ver- leden. De Magische Siersel (bijna 600 blz.) heb ik in de va- kantie in enkele dagen gelezen en ik vind het een fascinerend boek dat ik echt kan aanraden. Het Magdalena Mysterie Wat minder geloofwaardig lijkt is dit boek van Kathleen McGowan die haar visies, ontdek- kingen en conclusies, gevolg van vele jaren onderzoek, in maar liefst drie delen kwijt wil. De inhoud: een dode- lijke politieke strijd die eindigt in twee executies. Een driehoeksverhou- ding die de loop van de geschiedenis zal veranderen. Een religieuze revolu- tie die de wereld op zijn kop zet. Een verhaal dat al tweeduizend jaar wordt doodgezwegen. Tweeduizend jaar lang heeft een groot geheim verborgen gelegen in de rotsachtige wildernis van de Franse Pyreneeën: een verzameling perkamentrollen die in de eerste eeuw door Maria Magdalena werden beschreven. De verbijsterende inhoud ervan stelt de gebeurtenissen en figuren uit het Nieuwe Testament in een compleet nieuw daglicht. Maar “bovennatuurlijke krachten” beschermen de geheime bergplaats en alleen een voor deze taak uitverkoren persoon kan het geheim ontrafelen, iemand op wie al eeuwenlang wordt ge- wacht. Maureen Paschal, een jonge Amerikaanse journaliste, had alleen nooit gedacht dat zij die persoon zou zijn Het Magdalena Mysterie is een boeiende thriller die, even- als in de boeken van Katherine Neville, de levens van veel van de meest illustere personen in de geschiedenis met elkaar ver- bindt. Van kunstenaars als Sandro Botticelli en Jean Cocteau, tot Europa’s heersers als de de Medici’s en de Borgia’s. Van religieuze iconen als Franciscus van Assisi en Jeanne d’Arc, tot grote wetenschappers als Leonardo da Vinci en Isaac New- ton. En van legendarische helden als koning Arthur en zijn ridders van de ronde tafel, tot Jezus Christus, Maria Magdale- na en Johannes de Doper. Kathleen McGowan begon op jonge leeftijd met schrijven en was voor haar twintigste al journaliste. De schrijfster zelf zegt, dat ze ‘tig’ jaren onderzoek heeft gedaan en zo in contact is gekomen met geheime genootschappen in Frankrijk. Haar werkelijke belevenissen beschrijft ze in fictieve ro- manvorm. Dit deel draait om de drie perkamenten die het ver- haal weergeven uit het gezichtspunt van Maria Magdalena. Het is natuurlijk nog maar de vraag of zij werkelijk in contact is geweest met ondergrondse tradities Ook claimt ze zelf af- stammeling te zijn van Maria Magdalena. Haar voorouders waren betrokken bij geheime genootschappen en ze kwam tot de ontdekking dat ze afstamde van een belangrijk Frans ge- slacht. Tja,…van Johannes de Doper komt in het boek een an- der beeld naar voren dan we gewend zijn; als iemand die niet bereid was tot compromissen en onbuigzaam in zijn verzet te- gen hervormingen. De schrijfster zegt zich er ook bewust van te zijn dat de idee dat Johannes als Maria’s eerste echtgenoot door velen als schokkend moet worden ervaren. Zelf heeft ze er letterlijk jaren voor nodig gehad die onthulling als zodanig te verwerken dat ze bereid was erover te schrijven. De erfenis van Johannes, in de figuur van zijn zoon bij Maria Magdalena, zal, zo zegt ze, in haar volgende boek uitvoerig aan bod komen. Het blijft natuurlijk fictie, maar McGowan zet het in haar nawoord toch als waarheid neer. 21 Reflectie 4(3) herfst 2007