reflectie14(3).vp

Mijmeringen bij een sterrenhemel Lambèrt de Kwant Ik woon op de negende etage en kijk uit over de duinen van Egmond. Dit betekent dat ik ook vaak naar prachtige luchten kijk en ook naar een heldere sterrenhemel. Als ik tijdens een heldere nacht naar de hemel kijk en wat doormijmer, kan ik me heel klein voelen en ook de betrekkelijkheid van de dingen inzien. Staan we er wel bij stil dat de snelheid waarmee het licht zich verplaatst (300.000 km/s), het licht van de zon, on- geveer acht minuten nodig heeft om de Aarde te bereiken? Wat velen daarbij niet beseffen is dat we de zon dus eigenlijk zien zoals zij in het verleden was – een zon zoals die acht mi- nuten geleden bestond. Ik maak u even deelgenoot van deze mijmeringen. Nu maar hopen dat ik te volgen ben. Als je deze redenering doortrekt, kom je tot verbazingwek- kende conclusies. Wat kan het betekenen dat er tussen het tijdstip waarop de zon haar licht vanuit haar massa uitstraalt en het tijdstip dat dit onze planeet bereikt, een interval van acht minuten zit? Dit betekent, dat wanneer er op de opper- vlakte van de zon een explosie van een verwoestende omvang plaatsvindt, wij daar pas acht minuten later weet van hebben. De Maya’s zouden al geweten hebben van die acht minuten tijdverschil in de lichtreis van de zon naar de aarde. Er wordt door sommigen gezegd dat ze weet hadden van de illusies van de lineaire tijd, het proces van dood en wedergeboorte en het bestaan van parallelle universa. Wanneer we uitgaan van de eenvoudige berekening van de lichtsnelheid, moet het wel duidelijk zijn dat hoe verder een hemellichaam van ons is verwijderd, des te langer het licht erover zal doen om ons te bereiken. Astrofysici vertellen ons, dat de helderste sterren aan de nachtelijke hemel zoveel miljoenen kilometers van de aarde zijn verwijderd, dat het jaren duurt voordat hun licht ons bereikt. Wanneer ik vanuit mijn negende etage naar de sterren kijk, sta ik stil bij de mogelijkheid dat ik in feite naar sterren en planeten kijk, zoals die vele jaren geleden bestonden. De gevolgen van deze theorie zijn ontzagwekkend, want ik kijk naar sterren die miljoenen kilometers van de aarde verwijderd zijn en wellicht niet meer bestaan. Misschien zijn ze wel in de loop van hun evolutie allang opgebrand, geëxplodeerd. In feite kijk ik dus naar een soort tijdmachine; wat ik met mijn ogen waarneem en astronomen door de geavanceerde telescopen zien, is het licht van de sterren, verre sterrenstelsels en de reflectie van hemellichamen zoals zij tientallen, honderden of duizenden jaren geleden bestonden. Stervende aarde Maar andersom gebeurt hetzelfde. Als ik met mijn ogen het licht van een hemellichaam zie en dus in feite in het verleden kijk, geldt dit ook voor andere sterrenkijkers (als we uitgaan van buitenaards leven) die honderden lichtjaren van de aarde verwijderd wonen. Zouden zij dan niet, vanuit hun perspec- tief, met een vertraging van honderden jaren vanaf nu onze huidige werkelijkheid bekijken? Stel je eens voor dat er een hele verre planeet is die zover van ons zonnestelsel verwijderd is dat hun bewoners de aarde zien zoals die er tweeduizend jaar geleden, rond de tijd van Christus uitzag. Doorredenerend zouden bewoners van andere planeten in een verre toekomst naar een stervende aarde kijken zoals we ook kijken naar ster- vende planeten. Trouwens, als tijd betrekkelijk is, kunnen we- zens vanuit andere dimensies, naar de aarde kijken in de tijd van Christus en tegelijk getuige zijn van de aarde van de 21ste eeuw. Je zou dan kunnen spreken van gelijktijdige tijd. Tijdkijken De tijd in het materiële universum vervormt en staat er niet los van. Tijd is er volgens Eric Guns overigens wel degelijk, maar fluctueert mede afhankelijk van het bewustzijn van je wezen. Je kunt hier eindeloos over doorpraten, zoals je dat ook kunt over de consequenties van het reizen met de snelheid van het licht, waar ik eens met een andere vriend over sprak. Dit zou kunnen betekenen dat je zou kunnen aankomen nog voordat je vertrekt. Hij relativeerde dit, want wanneer je sneller dan het licht reist, zal het licht dat een beeld van jou vormt, later aank- omen dan dat jij arriveert (ervan uitgaande dat het je materie is die sneller dan het licht reist). Je zult volgens hem jezelf altijd fysiek op hetzelfde moment in de tijd bevinden. Het enige wat er ‘langer’ over doet is het licht. Wanneer je dus sneller dan het licht naar de andere kant van het heelal wordt getranspor- teerd, en je kijkt van daaruit weer naar de sterrenhemel, dan zie je weer licht dat veel eerder vertrokken is. Kijken we van daaruit naar de aarde, dan zullen we inderdaad licht zien dat veel eerder vertrokken is dan onszelf. We kijken dus inder- daad naar het verleden, naar iets wat gebeurd is vóór we ver- trokken. Wanneer je vervolgens weer sneller dan het licht naar de aarde reist, kom je weer gewoon op de aarde zoals die is op hetzelfde fysieke moment als jij je bevindt. Wanneer ik vertrek op 17 oktober 2007 om 14.50 ‘s middags, en 5 minuten later weer terug keer, kom ik gewoon weer om 14.50 aan. Ik heb de aarde gezien zoals deze veel eerder was, doch kom dan ge- woon in mijn eigen tijd weer terug. Reizen door de tijd zou zo bezien tijdkijken zijn. “Maar”, vroeg ik, en schonk zijn glas nog eens vol, “als ik ergens naar toe reis met een snelheid die hoger is dan die van het licht, zou ik dan alsnog moeten wach- ten tot mijn ‘licht’ ook gearriveerd is? Met andere woorden: kun je tot die tijd als een soort onzichtbare rondlopen?” Daar kwamen we eerlijk gezegd niet helemaal uit. Dat hoeft ook niet, maar ga daar toch ’s met een bevriende astrofysicus over praten. Nee, ik voer niet dagelijks dergelijke gesprekken, hoe- wel tegenwoordig wat meer, vooral sinds Eric mij opmerk- zaam maakte op enkele bijzondere sites en boeken. Gelijktijdige ervaringen Mijmeringen als deze maken je heel bescheiden. Je ziet de be- trekkelijkheid in van onze werkelijkheid. Zelfs als ik met ie- mand spreek, kijk ik in het verleden. Het beeld van hem of haar is immers ook licht dat er een bepaalde tijd over heeft ge- daan om mijn ogen te bereiken. Dus wat ik ook zie of waar- neem heeft altijd al plaatsgevonden. 2 Reflectie 4(3) herfst 2007

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=