Relfectie 5(1)voorjaar2008.vp
Het Leven – Voorbij het Lijden 1 Het leven is een krijgsbanier door goed’ en kwade dagen Gescheurd, gevlekt, ontvallen schier kloekmoedig voorwaarts dragen. Men tuimelt wel en wonden krijgt men dikwijls, dicht’ en diepe; ‘t en vlucht geen weerbaar man die strijdt of hem de dood beliepe. Het leven is geen vreed’ alhier, geen wapenstilstand vragen. Het leven is de kruisbanier tot in Gods handen dragen . Dit gedicht van Guido Gezelle (naar Mt 5:11-12), op muziek gezet door Julius Röntgen, dateert van 1892 en verscheen ter gelegenheid van de inhuldiging van een vaandel van de Kort- rijkse ‘Jeune Garde Catholique’. De titel was ‘Het leven’. De eerste gedachte die oprijst bij het lezen van dit gedicht is: wat een prachtig beeld van het leven wordt hier opgeroepen – een vergelijking met een krijgsbanier, gezien het feit dat het leven een voortdurende strijd is. Tijdens de tocht door het le- ven raakt ‘ons vaandel’ gescheurd, gevlekt; ‘t ontvalt ons bij- na, en toch ... kloekmoedig voorwaarts dragen. Doorgaan met je leven. Niet blijven liggen; opstaan en verder trekken. “Er zijn goede en kwade dagen”, zegt Gezelle, en in een gedicht, ‘Blijdschap’ geeft hij weer, dat er ook blijde dagen zijn in het leven, al zijn het er wel weinig! Guido Gezelle, gekend om zijn liefde tot de natuur, zijn humor, zijn fijne taalgevoeligheid – een gaaf mens, een groot dichter, maar ook een priester, een vroom en goed priester. Dat beroep bracht hem in contact met heel veel mensen, en daar lag nu net de moeilijkheid. Zonder mensen zou hij willen leven, alleen met God. Hij had vrees voor zijn medemens, angst voor de wereld. ’De wereld wil mij achterna, alwaar ik ga of sta’, zo dichtte hij. Het is belangrijk om een gedicht te lezen in samenhang met andere gedichten. Zo schreef Jan Hendrik Leopold, een tijdgenoot, in een van zijn gedichten: ‘Omgang met mensen: een slepend zeer, een chronisch lijden’. Want de mens wordt vaak gedreven door jaloezie, haat, begeerte, onzuiverheid; maar zuiverheid - een van de eerste voorwaarden voor het kennen van God - vond Guido Gezelle niet bij mensen. In de natuur voelde hij zich thuis, en zijn gedichten voeren je naar de schoonheid daarvan. Maar in de meeste van zijn gedichten staan het lijden-aan-het-leven én de hunkering naar het andere leven centraal. Hij ziet het leven als één zware beproeving, een kruisweg. Maar stel, dat het lijden niet zo heftig was geweest in zijn leven, dan zouden we verstoken zijn geweest van zo- veel mooie gedichten, gedichten waaruit zoveel Godsvertrou- wen spreekt, gedichten die nog altijd diepgaand invloed op ons uitoefenen. Ik geloof echter, dat er een mogelijkheid is om voorbij het lijden te komen: door kennis, maar dan slechts ten dele. We verdrinken in kennis. Wat we kwijt zijn, is de weg naar wijs- heid. Het mysterie van het leven is ondoorgrondelijk, het is geen rechte lijn. Om het mysterie van het leven te kennen, moeten we de weg van Wijsheid gaan. ‘Wijs is de mens die in zijn leven zijn lijden stil in een glimlach hult’. Deze woorden uit de Navolging van Christus van Thomas à Kempis getuigen van de hoogste wijsheid. Anderzijds: religie helpt het lot te dragen en er betekenis aan te geven, en tijdens het leven kun je er achter komen dat je elke vorm van lijden kunt overstijgen. Je kunt verder gaan dan al deze dingen en dan in een andere wereld terechtkomen. Je kunt het namelijk over- stijgen, als je Gods wil doet, zoals het Pater Noster ons leert: fiat voluntas tua, sicut in caelo et in terra. Een toverformule! Voor alles komt het erop aan dat wij Gods wil doen: niet mijn wil geschiede, maar Uw wil geschiede. Weet, dat alle lijden niet voor niets is, en dat God ons altijd steunt en bijstaat, en ons eens zal verlossen door Jezus Chris- tus. Niet weglopen voor lijden, maar blijf steeds de krachtige woorden uitspreken: “Heer, hier ben ik”. De weg die Gezelle is gegaan, heeft hem gevoerd tot de al- lerhoogste wijsheid, tot de oplossing van het mysterie van het leven. Hij zegt dan ‘in Blijdschap’, in een moeilijk te vatten taal: ’Wanneer ik U gevoel, U heb, U drage; mij onbewust, Uzelf ben, mij niet meer. Het leven is de kruisbanier tot in Gods handen dragen’. * * * Noten Naar een Houtsnede van Pam G. Rueter
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=