Relfectie 5(1)voorjaar2008.vp

Wat heet Katholiek? Persoonlijke reflecties over katholiciteit in het tijdperk van globalisering Ojas Th. de Ronde Ooit begon Ojas de Ronde zijn leven als Franciscaanse mon- nik en priester in de Rooms-Katholieke Kerk. Maar bepalend werden zijn ontmoetingen met Krishnamurti, Rama Marharsi en De Moeder in Auroville die ook veel invloed had op zijn verdere weg. Voor Ojas de Ronde is de Bhagwan dé grote in- spiratiebron gebleven. In perioden dat het moeilijk was , zoals nu met zijn ziekte bijvoorbeeld, is het belangrijk stil te zijn. “Bhagwan wees mij de weg in situaties dat je het niet meer weet en het niet bevatten kan wat er allemaal gebeurt. God is onbegrijpelijk en onvoorstelbaar, en als theoloog begrijp je dat, maar als je er echt in gaat, wordt het echt onbevattelijk en onbegrijpelijk. Dat is echt blind lopen, je loopt zelf blind. Bhagwan heeft ook nooit hét pad gewezen, maar gaf af en toe een flits, waardoor je het pad beter zag. Je moet zelf het pad vinden. Je moet ook niet naar die bliksemflits kijken, maar naar het pad waar je op staat. Sommigen blijven in die blik- semflits kijken, bleven aan Bhagwan hangen, terwijl hij alleen maar licht gaf op jouw pad." * Als klein jongetje leerde ik in de godsdienstles dat ‘katholiek’ een belangrijk kenmerk was van de kerk. De kerk was niet al- leen ‘één, heilig en apostolisch’, maar ook ‘katholiek’. Op mijn vraag wat dat betekende, legde de priester uit: ‘Dat bete- kent dat alle mensen over de hele wereld hetzelfde geloven en dezelfde sacramenten hebben.’ Daar heb ik veel over zitten fantaseren. Hoe zou dat dan met Eskimo’s zijn. Zou daar de wijn niet bevriezen? En hoe zouden de kerken er uit zien bij Indianen? Als wigwams met een kruis er op? En hoe zouden verre Indiërs of Chinezen kun- nen geloven dat Jezus hen verlost heeft? Omdat niemand zich voor mijn vragen interesseerde, liet ik ze na een tijdje los met de conclusie: veel verschil kan er niet zijn, want we zijn allemaal mensen. Nu, na veel omzwervingen over de aarde en een verblijf van een aantal jaren in een ashram in India, komen deze vragen weer terug. We leven in een tijdperk van globalisering. India en China zijn grootmachten aan het worden die het Westen naar de kroon steken. Wat betekent het nu om ‘katholiek’ te zijn? Hoe gedragen we ons in een ontmoeting met een Hindoe of een ma- terialistische, boeddhistische of taoistische Chinees? Er zijn een paar alternatieven. Vluchten we daarbij gemakkelijk in het idee dat culturen nu eenmaal onvergelijkbaar zijn en dat we elkaar nooit zullen begrijpen? Of spelen we al te gemakkelijk leentjebuur bij ideeën en concepten van andere religies en levensbeschouwingen, terwijl we daarbij niet verder komen dan met enkele oppervlaktestructuren pronken? Of kunnen we, vanuit onze gnostisch-christelijke traditie, een echte integratie van alle levensbeschouwingen in een dieptestructuur realiseren? Dit artikel is een onderzoek naar deze vragen. Het is een on- derzoek naar de katholiciteit van de Westerse, rationele bena- dering die nog steeds bon ton is in het traditionele èn vrijzin- nige christendom. Daarna betrekken we bij ons onderzoek kort de meer intuïtieve, emotionele benadering van de Indiase reli- gies en eindigen met de Chinese, daoistische en zeer aardse benadering van het leven. We onderzoeken dan hoe deze onze katholiciteit wezenlijk kunnen verdiepen. Katholiciteit als vitaliserend concept Katholiciteit blijkt een vitaliserend concept te zijn, ook voor Protestante Kerken. Vorig jaar op 30 oktober, aan de voor- avond van Hervormingsdag, kwamen Dr. J. Kroneburg en Dr. R. de Reuver uit met een bundel die de spannende titel droeg: ‘Katholiciteit bewaart Kerk voor een stoffige club. In deze bundel vragen zij aandacht voor ‘katholiciteit’ als een vergeten aspect van de Protestante Kerken. Zij zien katholiciteit als een manier om een nieuwe geest te laten waaien in de Protestante Kerken, want zij stellen dat ‘katholiciteit de deuren van de ge- loofsgemeenschap open zet.’ De vraag is natuurlijk wat hiermee bedoeld wordt. Toen ik me in de jaren ’60 van de vorige eeuw als theoloog voorbe- reidde op het priesterschap in de Rooms-Katholieke Kerk, kreeg ik kans het begrip ‘katholicitiet’ nader te onderzoeken. Het woord ‘katholiek’ kwam, als ik me nog goed herinner, voor het eerst voor bij de kerkvader Ignatius van Alexandrië in zijn brief aan de kerk van Smyrna. Een Grieks woord, kat-ho- los, dat vertaald kan worden als wereld-wijd. Dit begrip werd, in combinatie met ‘eenheid’, ‘heiligheid’ en ‘apostoliciteit’ door latere kerkvaders uitgewerkt, totdat deze begrippen vanaf de 5e eeuw als vaststaande kenmerken voor de orthodoxe Kerk zouden gelden. Mijn onderzoeksvragen waren toen of we ons tevreden moesten blijven stellen met de katholiciteit zoals die 1500 jaar geleden geformuleerd was. Of dat er een nieuwe inhoud aan kon worden gegeven vanuit de huidige situatie, waarin met name de Indiase religies veel te bieden hadden. Ik koos voor openheid, omdat ik meende te moeten stellen dat de Katholieke Kerk anders een gesloten systeem zou blijven, en daarmee haar vitaliteit zou verliezen. Maar ik kreeg ook veel verzet. Een van mijn collega’s kwam met een tekst van Kipling: East is east, and West is west, and never the twin shall meet . Zijn conclusie was om maar beter aan één waar- heid vast te houden en die over de hele wereld te verspreiden, want je verdiepen in andere culturen was toch onbegonnen werk. Dit was een van de conflicten met de orthodoxie die voor mij uiteindelijk tot een breuk ermee zouden leiden. Van de weeromstuit begon ik me in alles te verdiepen wat Oosterse wijsheid en levenspraktijk betrof. Een andere opvat-

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=