Relfectie 5(1)voorjaar2008.vp
Wijsheid en kennis – Esoterische kennis is te vinden in ge- ïnspireerde teksten, filosofie, symboliek, kosmologie en my- thologie. De volgende karakteristieken zijn aan te wijzen. Correspondentie – Er zijn verschillende lagen van werkelijk- heid. Tussen die lagen bestaan correspondenties. Beeldend wordt de kosmos wel een “theater van spiegels” genoemd. Het idee van correspondentie sluit aan bij de hermetische notie van “zo boven, zo beneden”. De correspondenties nemen vaak de vorm aan van symbolen die ontcijferd moeten worden. Astrolo- gie, magie en spirituele alchemie werken met deze manier van interpreteren. Jacob Boehme beschrijft hoe hij op een dag net- werken van correspondenties tussen verschillende werelden of lagen van werkelijkheid doorzag. Dit gaf aanleiding tot zijn werk Aurora. Monisme – De meeste esoterische stromingen zijn monistisch. Hun kosmologie gaat uit van een eenheid tussen materiële en niet-materiële vormen van bestaan. Uitzondering hierop is de Gnosis, inclusief het Manicheïsme en het Katharisme. Deze kennen een dualisme. Esoterische stromingen transformeren meestal het dualisme in een noodzakelijke polariteit binnen de eenheid. Overbrenging – Er bestaat contact met hulpvaardige entitei- ten die informatie overbrengen tussen verschillende lagen van werkelijkheid en die als boodschappers fungeren van de abso- lute waarheid. Daaronder vallen engelen en meesters. Een voorbeeld van contact is channeling. Overeenstemming – Er is een zoeken naar een gemeenschap- pelijke noemer van alle spirituele tradities. Hogere kennis – Er zijn claims op het bezit van hogere kennis. Er bestaat uitzicht op een waarheid die een universele sleutel is voor de beantwoording van alle vragen van de mensheid. Geheimhouding – Er is een bepaalde mate van geheimhou- ding. Er worden tevens wegen aangegeven om geheimen te le- ren kennen. Leven – Binnen de esoterie wordt onderscheid gemaakt tussen menselijk, natuurlijk en goddelijk leven. Ook Waaijman (2003) maakt daarvan gebruik in zijn overzicht van spirituali- teit, vanuit een religieus opzicht. Levende natuur – De natuur wordt gezien als een levend we- zen, doortrokken van een innerlijk licht of verborgen vuur. De natuur kan gelezen worden als een boek. Maar er is ook inter- actie mogelijk, zoals bijvoorbeeld in magie. Innerlijke ontplooiing Verkrijging van kennis – Esoterische kennis kan verkregen worden door eigen inspanning en ervaring. Imaginatie – Een belangrijke methode voor het verkrijgen van kennis is die van de imaginatie, ofwel het vormen van beelden. Imaginatie wordt gezien als een “orgaan van de ziel” en als een sleutel tot concentratie in magisch werk. Onder- scheiden worden passieve en actieve imaginatie. Bij passieve imaginatie, zoals ook bij geleide meditatie, laat men beelden opkomen naar aanleiding van een beschrijving. Bij actieve imaginatie is men geheel vrij om beelden te laten opkomen vanuit een gerichte aandacht. (Ook in de hedendaagse psychotherapie wordt deze methode gebruikt om het bewust- zijn de gelegenheid te geven verdrongen inhouden of inhou- den uit het onderbewuste te activeren.) Transmutatie – Transmutatie betreft de ervaring van een grondig proces van transformatie en wedergeboorte. Zo wordt in de alchemie een spiritueel proces uitgedrukt in termen van dood en wedergeboorte. Transmissie – Met Transmissie wordt bedoeld de inwijding van een adept door een leraar of door een groep. Door inwij- ding ontstaat een nieuwe toegang tot esoterische kennis. Ceremoniële magie – Magie kan inhouden een interactie met het natuurlijke leven, maar ook met het goddelijke leven. Ge- meenschappelijke ceremoniën werken daarbij ondersteunend. Sommige esoterische genootschappen praktiseren een vorm van ceremoniële magie. Gemeenschap Mysteriescholen – In vele culturen bestonden er mysterie- scholen (en bestaan er hier en daar nog) die in groepsverband esoterische onderwerpen onderwezen en bestudeerden, en deze kennis strikt binnen de groep hielden. Verwantschap met andere begrippen Hieronder volgen enkele relaties met verwante begrippen. Natuurwetenschappen – Esoterici zien esoterie als een na- tuurlijke uitbreiding van wetenschap en religie. Omgekeerd is dat niet het geval. Opgedane esoterische kennis berust op per- soonlijke ervaring en inzichten. Deze zijn niet op dezelfde wij- ze overdraagbaar als exoterische kennis. Volgens exoterici bestaan daarom esoterische inzichten enkel in de beleving en fantasie van esoterici. Aanhangers van het materialisme wijzen elke vorm van esoterie per definitie af. Occultisme – Het woord occultisme komt van het Latijnse oc- cultus, dat verborgen betekent. Occultisme is een verzamelbe- grip van verschillende praktijken en rituelen die zijn gebaseerd op esoterische kennis, gericht op de werking en beïnvloeding van bovennatuurlijke krachten. Het woord occultisme wordt echter vaak in een bredere con- text gebruikt. In de theosofie en antroposofie wordt onder oc- cultisme de esoterische wijsbegeerte verstaan. In het dagelijkse spraakgebruik wordt occultisme ook wel als syno- niem van esoterie gebruikt. Mystiek – In de mystiek wordt gestreefd naar eenwording met het Goddelijk bewustzijn. De nadruk ligt op innerlijke ont- plooiing en veel minder op het verkrijgen van kennis van la- gen van de werkelijkheid. Deze lagen worden voor het bereiken van het doel als minder relevant gezien. De duiding van beelden is secundair. In de esoterie bestaat wél een positieve waardering voor de la- gen tussen het menselijke en het Goddelijke bewustzijn. Door transmutatie komt men tot een óp- en neergang, in vrijheid, door alle gebieden van de schepping. Gnosis – Al eerder is aangegeven dat Gnostische bewegingen een dualiteit aanhangen, in tegenstelling tot de meeste esoteri- sche bewegingen. Gemeenschappelijk is echter het belang dat wordt gehecht aan het innerlijke vermogen van de mens om tot kennis en wijsheid te komen. Theosofie – In de westerse esoterie worden twee perioden on- derscheiden binnen de Theosofie. De eerste periode is die van de “Christelijke Theosofie” in de 17e-20e eeuw, met epigonen als Paracelsus, Boehme, Saint- Germain en Swedenborg. Een aantal inwijdingsgenootschap- pen was gebaseerd op hun werk. De belangrijkste karakteris- tieken zijn de driehoek God-Mens-Natuur, het belang van de mythe en de directe toegang tot hogere werelden.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=