Reflectie 6(1) voorjaar 09.vp

De vrouw komt om wanneer hij haar de baby afpakt en ze zelf een zware val maakt. Frollo ziet het kind als een duivel, daar het zwaar verminkt is, maar wordt door de aartsbisschop te- gengehouden voordat hij het kind kan verdrinken in een put. Deze overtuigt hem voor het kind te zorgen om zo zijn zonde voor het doden van de zigeunervrouw goed te maken. Hij stemt met tegenzin toe, op voorwaarde dat het kind in de kerk kan wonen. Hij noemt het kind Quasimodo. Twintig jaar later is Quasimodo de klokkenluider van de Notre Dame. Frollo staat erop dat hij zich nooit buiten de kerk vertoont, daar men- sen hem zullen haten om zijn lelijkheid. Op aandringen van zijn enige vrienden, drie waterspuwers die in Quasimodo’s bij- zijn tot leven komen, gaat Quasimodo toch de stad in, zodat hij het zottenfestival mee kan maken. Omdat die dag iedereen in een gek of lelijk kostuum rondloopt, valt hij niet op. Ook denk ik aan de ontroerende film “The Elephant Man” (1980). In de vergaderzaal van het Pathologisch Instituut van Londen stelt de jonge chirurg Frederick Treves aan een groep dokters een gruwelijk uitziend wezen voor. De man is zo mis- vormd dat hij gedoemd is zijn leven te slijten als kermisattrac- tie, maar hij is in wezen heel intelligent. Prachtige en ontroe- rende films die de samenlevingen van toen en nu een spiegel voorhouden. Samenlevingen die best met kinderen willen gru- wen op de kermis, maar daarbuiten moet de man zich maar niet vertonen, net zoals Quasimodo. De geschiedenis herhaalt zich en de presentatrice is een 20-eeuwse Quasimodo. Kinderen worden intussen veelvuldig aan geweld blootgesteld, ach ja, dat is vermaak, maar waag het in de VS niet om een blote vrouwenborst op tv te tonen. Enkele jaren geleden had ik bij mij thuis een gesprek met een jonge vrouw die mijn huis om de twee weken zou gaan schoonmaken. We werden het al snel eens en hadden een goed gesprek. Toen ik haar even alleen had gelaten om koffie te zet- ten, stond ze mijn boeken te ‘bewonderen’. De sfeer was daar- na totaal anders en ze vertrok of de duivel op haar hielen zat. Dezelfde dag belde ze af, ze had het eigenlijk te druk. Van haar zus hoorde ik dat ze zich rot was geschrokken van al die enge boeken over de dood en bijna-dood en zo… en ze vond mij ook maar een rare en enge man. Daarna liepen zij en haar man met een grote boog om mij heen, alsof ze bang waren dat mijn blik zou kunnen doden. Ze maakte ruzie met haar zus, omdat die met manlief wel regel- matig bij mij koffie kwam drinken. Niks enge man en zo. Ik heb ook wel eens verwonderde blikken op mij gericht ge- voeld in de trein, omdat ik weer zo’n ‘eng’ boek zat te lezen en misschien komen er na klachten van reizigers wel kamervragen over, waarna er misschien wel een verbod komt om dergelijke boeken in het openbaar vervoer te lezen. Ik weet het, ik over- drijf nu, maar het is duidelijk dat alles wat afwijkt van het nor- male op z’n minst ongerustheid teweeg brengt. Zo is het beter op een verjaardag ook maar niet over je bijna-doodervaring te vertellen, want de kans is groot dat er dan een wat ongeruste sfeer ontstaat. Ook al begint de gastheer er zelf over en je vraagt er wat meer over te vertellen. Er moeten dan plotseling enkelen nodig naar huis, want het is al zo laat. En misschien dat meneer Renckens van de Nederlandse Vereniging tegen Kwakzalverij, ook wel tot een verbod zou willen komen om daar openlijk over te praten of te schrijven. Ik overdrijf weer, ik weet het, maar het is ook hier duidelijk dat het praten over een leven na dit leven, de dood, een bij- na-doodervaring, stervensbegeleiding, palliatieve zorg en peri- mortale ervaringen, nog steeds velen een ongemakkelijk ge- voel geeft. Nou is daar een verjaardag ook niet voor, maar soms ontstaan er toch spontane gesprekken, die bij anderen weer ongerustheid veroorzaken. Anno 2009 is er nog steeds sprake van een taboe op het ongewone, maar het is juist het ‘ongewone’ als bijvoorbeeld een bijna-doodervaring dat velen weer zin heeft gegeven, zo- wel ervaarders als niet-ervaarders. En dat die presentatrice met één arm gewoon mag blijven, is hartverwarmend, net zoals bij ons in Nederland een gehan- dicapte Nederlandse ‘Lingo’ mag presenteren. Daar zouden Engelse kijkers van gruwen. Raar volkje die Nederlanders… die overigens ook weer zo hun eigen Quasimodo hebben die ze niet willen zien. Quasimodo als archetype, net als enge mannetjes. * * * Keramiek in de Beeldentuin van Gees, Drenthe

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=