refl7(2) zomer 2010-rechtstreeks.vp

En de dood dan ? De filosoof Naropa: ‘De dood is een groot leermeester voor ons, omdat het onderscheid maakt tussen wat essentieel is en wat illusie is.’ Maar zo voeg ik toe: ‘We hoeven daar niet op te wachten, het is mogelijk nu al te doorzien dat we rollen spe- len, maskers dragen en dat verslavingen illusies zijn, ons on- vrij maken. ‘God within’ in wereldbeeld 5, die zowel een Met- gezel als een mysterieuze kracht is, betekent een goddelijke vonk in de mens, latent dan wel manifest. We zijn hier om die vonk al worstelende met onze schaduwen a) te ontdekken en b) tot groei te brengen om zo tot echt menszijn te ontwaken en in harmonie te komen met het Al. We hebben in wezen twee ‘zielen’ in één borst, namelijk ons ego en die goddelijke kern of essentie. Een mooi verhaal in de klassieke Bhagavad Gita is over een koets met paarden (emoties) en een koetsier (’t kleine ik of ego) en de goddelijke leiding (je goddelijke kern of vonk) in de koets, naar wie je als koetsier hebt te luisteren, als het goed is. Die goddelijke vonk in ons is grote vooruitgang, maakt ons minder klein en schuldbewust dan de kerkelijke perceptie van ‘zondig te zijn en niet in staat tot enig goed’. Vandaag spreken we over 1) authenticiteit, 2) individualiteit en 3) innerlijke kracht en niet over klein en zondig. We zijn zowel vergankelijk – miljarden cellen van ons lichaam sterven elke dag, ik zei het al – als een voortzetting. Als je een tweede keer in dezelfde rivier baadt, heet die rivier nog wel rivier met een bepaalde naam, maar is ze niet dezelfde ri- vier. Niets is vaststaand, ook niet onze identiteit. Gevoelens en denkbeelden worden evenals onze cellen geboren en gaan dood. Belangwekkend, hoe Thich Nhat Hanh dat verwoordt in zijn boek ‘Geen dood geen vrees, Bemoediging en wijsheid voor de levenden, 2008. Kijk naar een doosje lucifers – zegt deze icoon uit Vietnam, het land dat hij moest ontvluchten tijdens de Viet- namoorlog als geweldloos actieve verzetsmonnik en die nu een bloeiend en zeer gastvrije gemeenschap heeft, ver ten zuiden van Parijs, Plumvilage, – kijk naar een doosje lucifers, zegt hij, en als je goed kijkt, kun je de zich nog niet gemanifesteerde vlam al zien. De voorwaarde is een beweging met je vingers. Vraag je dan, ‘vlam waar kom je vandaan’ of na het doven ‘vlam waar ben je gebleven’? Nee. Of als je een tweede kaars aansteekt, vraag je dan of die vlam dezelfde is als de eerste dan wel ervan verschilt? Nee, je voelt de verbondenheid. En op p. 84 zegt hij. ‘Geen komen en geen gaan is de ware aard van de werkelijkheid, je bent nergens vandaan gekomen, je gaat ner- gens heen. De roos, de wolk, de bergen – alles is zoals het is. Hun aard is de aard van geen komen en geen gaan. Sterven wil niet zeggen dat je van iets tot niets wordt. Geboren worden wil niet zeggen dat je van niemand plotseling iemand wordt. Er is alleen manifestatie, die berust op voldoende voorwaarden en het ophouden van de manifestatie, bijv. wat we ‘sterven’ noemen berust op onvoldoende voorwaarden’. Je bent kortom zowel vergankelijk als een voortzetting. In de Zen-film ‘Waarom Bodhi Dharma naar het Oosten vertrok’, hoorde ik een stervende meester zeggen: ‘Weggaan is aank- omen en aankomen is weggaan’. Alleen in onze westerse per- cepties zien we dat wat anders. We spreken bijvoorbeeld van happy birthday , als we onze verjaardag vieren. In een groep stu- denten, herinner ik me van vroeger, zeiden we eens: ‘wat een onzin eigenlijk, kunnen we niet onze conceptiedag vieren?’ Die conceptie was er immers toch eerder. Maar als je goed nadenkt, was het voedsel dat je vader en moeder tot zich namen er ook eerder en een voorwaarde dat hun zaad of eitje konden fung- eren. En wat voor oorsprong heeft dat voedsel niet van planten, dieren etc, het duizelt je, zeker als je de genen van je over- en overgrootouders en hun voedsel er nog bij haalt. Ik ben als Hans Feddema geen op zichzelf staande identiteit, maar verbonden met de aarde en de kosmos. Zowel in de oorsprong als in de continuïteit. Waarom Happy Birthday niet als ‘Happy Continua- tion Day’ vieren? ‘Als de geboortedag een voortzetting is – je bent in wezen ‘nooit geboren, je bent er al lang, heel lang’, zegt Thich Nhat Hanh, dan is volgens hem ‘dat wat je sterfdag noemt ook een voortzettingsdag’. Je zou jezelf op die dag een ‘gelukkige voortzetting kunnen toewensen’(p.86 ). Een voort- zetting, omdat we niet losstaan van God van het goddelijke, het uiteindelijke. Dat is het fundament van ons bestaan. En of we dat beseffen of niet, ‘we bevinden ons aldoor in dat uiteindelijke’ volgens Hanh. Ik citeer: ‘En in welke dimensie we vertoeven, wordt bepaald door wat we met ons meedragen. Als je veel verdriet, vrees en begeerte met je meedraagt, sta je waar je ook heengaat in contact met de bewustzijnswereld van lijden en hel. Als je mededogen, begrip en vrijheid met je meedraagt, sta je waar je ook heengaat in contact met de uiteindelijke di- mensie, wat de Christusfiguur het koninkrijk Gods noemt’(110). Samenvattend zegt hij dat 1) het lichaam niet los in ruimte en tijd staat, 2) dat we veel meer zijn dan ons lichaam en 3) dat ge- boorte en dood slechts percepties, slechts ideeën zijn. Mystieke eenheid Iets concretere aanwijzingen over waarin we dan meer zijn dan ons lichaam, kom ik in de esoterische en mystieke tradities tegen, ook bij de soefi’s en de antroposofie. Ja mystiek of spi- ritualiteit, dat is vandaag de dag de vorm of ervaring waarin religie weer terugkomt bij de moderne mens. Mystiek als het naar binnen gaan en luisteren naar je innerlijke leiding en spi- ritualiteit als stille kracht van goddelijkheid en vertrouwen, waardoor je blijmoedig en liefdevol kunt leven. Beide zijn echter eeuwenlang onderdrukt geweest. Ook de mystiek, het sterkst bij het christendom, de soefi’s en de Joodse kabbala hadden het ook niet altijd gemakkelijk, maar de christelijke mystiek had het ‘t moeilijkst. En dat terwijl de stichter van het Christendom, Paulus, ook een mysticus was. Zijn er behalve bijna-doodervaringen de laatste tijd ook nogal wat uittredingen, Paulus had ze ook. Hij beschreef dat als ‘geweest te zijn tot in de derde hemel’, wat esoterici noemen ‘de hoogste Lichtwerelden’, waar je meestal een inwijding krijgt in de geheimen van de geestelijke wereld. Ook bij Damascus, waar Paulus drie dagen niet kon zien en niet at en dronk – wat normaal niet kan in zo’n klimaat – had hij zo’n uittreding uit het lichaam. De Kerk heeft dat noch begrepen noch willen begrijpen. De mens bestaat uit vier, nl. 1) het fysieke lichaam, 2) het etherische lichaam of prana of qui , 3) het astrale lichaam of de ziel en 4) de geest of de goddelijke kern, ook wel ter onder- scheiding van het ego het hogere Zelf genoemd. Paulus wist van die prana , dat onzichtbaar in ons fysieke lichaam zit en ook in een dun laagje er omheen. In de Bijbel wordt dat de adem Gods genoemd. De ziener Rudolf Steiner zegt dat in de prana je vitaliteit zit en ook je geheugen. Het is een soort kos- mische energie, die mensen soms voorbij horen suizen, als ie- mand sterft. Het is onderdeel van een vierdelige mens. Paulus kent ze ook,onderscheidt naast ziel en lichaam (1Thess.5:23). ook geest . Maar in 869 was er in Constantinopel een concilie, 24 Reflectie 7(2) zomer 2010

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=