refl7(2) zomer 2010-rechtstreeks.vp
Het leek hem een goede oplossing de manuscripten voorlopig op een veilige plek te verstoppen. Opgewonden gaf hij enkele betrouwbare monniken de opdracht om de gewraakte manu- scripten weg te werken. Bij het flakkerende schijnsel van enkele fakkels namen ze de boeken van de planken en stapelden ze op in kruiken. Op een nacht hesen ze de kruiken op de schouders en verdwenen behoedzaam in de duisternis. Onder het heldere getwinkel van de Egyptische sterrenhemel vonden ze een geschikte plek om hun schatten te begraven. Aan de voet van een rots groeven zij een kuil en plaatsten de beide kruiken daar voorzichtig in. Vervolgens maakten ze een zegenend kruis over de boeken en dichtten het graf met de aarde. Dat de verboden manuscripten daar tot 1945 jaar na Christus’ geboorte onaangeroerd en ong- eschonden zouden liggen, had zelfs hun inventieve kloosterabt Theodorus niet kunnen bedenken. De plaats Tabannisi heette inmiddels Nag Hammadi, de naam waarmee de gnostische bibliotheek voorgoed verbonden zal blijven. Een schokgolf In de eeuw van twee wereldoorlogen, van spectaculaire ontdek- kingen en uitvindingen en van opzienbarende ontkerkelijking kreeg de christenheid zijn gnostische gedachtegoed terug. Kon het waar zijn dat het oorspronkelijke christendom van kort na het optreden van Jezus hemelsbreed verschilde van de door de Kerk gedurende 1800 jaar met hand en tand verdedigde leer? Klopte het dat de nieuwtestamentische boeken slechts een on- aanzienlijk stroompje vormden van een onafzienbare zee van teksten rondom de figuur van de Christus? Had Jezus inderdaad zijn ware leer in het geheim overgedragen op zijn leerlingen, van wie de vrouw Maria Magdalena de voornaamste was? De Kerk schudde op haar grondvesten. De schokgolf van de eerste schrik trilt nog steeds na. In het spoor van Irenaeus klinken veroordelende woorden in de richting van de gnosis. Hardnekkig weigert het “officiële” christendom een geopen- baarde mysteriereligie te zijn. De inwijdingsweg van Jezus, opgetekend door de vier evangelisten, blijft in de ogen van de gevestigde Kerken een reeks waar gebeurde feiten, uitmon- dend in de verzoeningsdood van de Messias. Een boek als “de Handelingen van Johannes”, waarin de Christus lachend getui- ge is van zijn eigen kruisiging, vindt geen genade bij vertegen- woordigers van de wetenschappelijke theologie. Zij ontdeed de blijde boodschap van iedere magische betovering. De gnostische geschriften hebben die weer teruggebracht in het vernieuwende denken van de huidige generaties. Na een periode van mythisch ervaren en een tijd van blind geloven gloort nu de dageraad van een geheeld bewustzijn over de in tweestrijd gespleten mensheid. Gnosis ontpopt zich meer en meer als de verloren zoon van het christelijke geloof. Het feest ter ere van zijn terugkeer wordt slechts gevierd in de VKK, een Kerk die altijd heeft geloofd dat het koninkrijk van God binnenin ons is. Weer verbinden met... Religies hebben als doel de mens weer bewust te maken van zijn Oorsprong. ‘Weer verbinden met...” luidt de exacte bete- kenis van het veel misbruikte woord. Diep in onze psychische onderwereld weten we het wel. Wij zijn goden in wording. Die belofte klinkt ons in alle talen tegemoet. Taoïsten en Hin- does, Boeddhisten en Christenen, Joden en Islamieten, werken aan de hereniging met hun innerlijke levenskern. Elke religie heeft zijn beeldenrijke panorama van uiterlijkheden naast de meditatieve diepte van het innerlijk. Het Boeddhisme bij uit- stek propageert de observatie van het gedrag langs het acht- voudige pad. Hindoes zweren bij de verschillende yogadisci- plines in combinatie met meditatie. De Islamitische soefi’s contempleren zich naar god toe. Liever het water dan de kruik, luidt hun credo op grond van de Koran zelf. Allah identificeer- de zich zowel met het buitenste als met het binnenste. Iets der- gelijks klinkt op uit de mond van Jezus in een van zijn uitspra- ken volgens het Thomas-evangelie. Het Jodendom verborg zijn diepste geheimen in de kabbala. Jezus sprak bij voorkeur in gelijkenissen, de geheimtaal van zijn leer. Elke wereldgodsdienst kent, behalve de verering van de centrale heilige, een esoterische onderstroom, de eigen cul- tuurgebonden gnosis. De oproep “Ken uzelf” beheerst elk reli- gieus streven zich weer te verbinden met de goddelijke bron. De steile weg bergop voert niet langs allerlei kerken en kruist zeker niet het pad van priesters en prelaten. Het is een strikt persoonlijke zoektocht in de stille spelonken van het zwijgen- de innerlijk. Vergelijk het met de mythologische afdaling in de onderwereld van antieke godinnen, op zoek naar hun goddelij- ke gemaal. In de duistere gangen van het onbewuste proberen we het lichtende spoor van de Christus te volgen. Dat is gnosis, letterlijk de wijsheid van het hart. Opstandingsgoden Tientallen voorbeelden zouden de gnostische herkomst van de Doop, de Verheerlijking en de gang door de dood naar het leven kunnen aantonen. Al die bekende verhalen hebben hun oor- sprong in de mythologie, die wemelt van de opstandingsgoden. De fameuze intocht in Jeruzalem herinnert aan de Bacchanalen, de feesten ter ere van de wijngod Bacchus en leeft voort in de hedendaagse carnavalsoptochten met een wuivende prins Car- naval op de bok. De doop in de Jordaan bepaalt ons bij de on- derdompeling in de wateren der ziel, waarna de verheerlijking op de berg de verruiming van ons beperkte denken teweeg brengt. De kruisiging roept op om ons bewust te worden van ons eigen gekruisigd zijn aan de ketenen van tijd en ruimte, die door de opstanding worden afgeworpen. Daarop doelt het Phi- lippus-evangelie waarin wordt aangemoedigd al tijdens het aardse leven naar de (innerlijke) opstanding te streven. Het hele evangelie is ten diepste gekoppeld aan de Adam- Evamythe. Eva at van de boom der kennis (gnosis) van goed en kwaad en veroorzaakte daardoor de val in de dualiteit. Daarvoor mogen we haar danken. Zonder deze val hadden we ons nooit bewust kunnen worden van onze innerlijke godde- lijkheid. De vrouwelijke godengestalten van Psyche, Inanna, en Pandora dienden haar als voorbeeld. Volgens de gnostische mythe bracht zij, nu onder de naam van Sophia (wijsheid) in onwetendheid de scheppende god- heid voort, een misbaksel dat de in tijd en ruimte gevangen wereld creëerde. Om de mensheid daar weer uit verlossen kwam de Zoon ter wereld. Meereizend met de schepping leeft de gezalfde Christus als een vonk van de eeuwige wijsheid in het hart van iedere sterveling. Iedereen die de zoektocht in zijn eigen zielenwezen onderneemt, zal hem vinden en kennis omtrent het Al verwerven. De gnostici streven naar opheffing van de dualiteit. De twee moeten weer een-worden, roept Jezus in het Thomas-evange- lie en Philippus stelt het sacramentele bruidsvertrek centraal in zijn oproep tot spirituele heling. Aan het slot van de Apoca- 5 Reflectie 7(2) zomer 2010
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=