refl7(2) zomer 2010-rechtstreeks.vp
Een van deze steeds opduikende archetypen manifesteerde zich als het Zelf, de onbegrensde ouder van het begrensde ego. Allengs leerde hij dit opvlammende principe kennen als de Christus-in-ons. Als geen ander zag hij in hoe alomvattend de betekenis van dit archetype is voor onze ontplooiing als mens. Zijn hele psychologie mondt uit in de integratie van het onbe- wuste met ons zintuiglijke bewustzijn. Voor Jung zijn ze com- plementair. Ze horen bij elkaar als de twee helften van dezelf- de appel. Hun samensmelting comprimeert zich in het heilige huwelijk van hart en hoofd. Moderne neurologen hebben de psychologische kracht van het hartcentrum ontdekt. Een bewogen hart produceert neuro- transmitters, die het afvuurt naar het brein, waar de bewogen- heid zich vertaalt in bewustzijn. Kenners beweren dat het hart- bewustzijn een enorm potentieel heeft. Zolang wij in het hoofd blijven, regeert de ratio, het hart genereert de liefde. De innerlijke burcht Iemand die daar diep over heeft gemediteerd, is de beroemde heilige Teresa van Avila. Deze Spaanse mystica leefde in een groot deel van de zestiende eeuw. De bevindingen van haar diepe meditaties beschreef zij in haar boek “De innerlijke burcht”. Het complexe bouwsel van de innerlijke ziel verrees voor haar geestesoog als een kristallen burcht met zeven ver- borgen kamers. Stap voor stap betrad ze de schimmige ver- trekken op haar spirituele reis naar binnen. Achtereenvolgens kwam ze in het eerste vertrek tot ontwaken en beleefde ze in het tweede vertrek haar terugkeer. In het derde vertrek ver- wierf ze zelfkennis, waarna in het vierde vertrek haar innerlij- ke herinnering het rusteloze denken begon te overstemmen. Haar volledige overgave aan het goddelijke was het parool in het vijfde vertrek om in het zesde vertrek tot verlossing van de stoffelijke beperkingen te geraken. In het zevende en binnen- ste vertrek ontmoette ze haar bruidegom en versmolt ze met haar goddelijke gemaal. Wie de boeken over haar innerlijke reis aandachtig leest, raakt langzamerhand helemaal betrokken bij de geestelijke ontwikkeling die zij ervaart. Teresa’s boezemvriend en bevlogen leerling Juan de la Cruz benoemde de zevenvoudige reis naar binnen als de donkere nacht van de ziel. Zijn gelovige kloostergenoten wierpen hem in een stinkend kot als straf voor zijn gestrengheid. Inderdaad werd Juan door de hel gesleept, maar het was een engel, die hem met zijn innerlijk licht voortging uit de aardse duisternis en hem bevrijdde. De confrontatie met het eigen innerlijk is niet altijd eenvoudig, zoals ook Jung opmerkte, maar de oplichtende onsterfelijkheid van het eeuwige Zelf beloont elk moeizame streven. Teresa was geen psychologe en geen occultiste, evenmin kon ze op de hoogte zijn van de fascinerende kwantumfysica. Wat deze Spaanse non wel was? Een praktische gnostica in hart en nieren! Diepgaand zelfonderzoek voerde haar binnen in het heiligste van het heilige van het geestelijke bewustzijns- veld dat wij God noemen. Zij zou een voorbeeld kunnen zijn voor ieder die zich door de gnosis laat inspireren en zelfs voor degene die de gnosis hartgrondig afwijzen. De wijze les die de gnosis ons leert, luidt: De verhalen van de evangelisten gebeu- ren niet in tijd en ruimte van de geschiedenis, maar in de non-lokaliteit van de eigen ziel. * * * * Illustratie uit het boek Zazen Nu. Foto: Madelon Hooykaas Zie bespreking in de boekenrubriek 7 Reflectie 7(2) zomer 2010 Johan Pameijer (Amsterdam, 1930), gepensioneerd kunstredacteur, is werkzaam als vrij-katholiek priester in de kerkgemeente Raalte e.o. Hij is auteur van een flinke reeks boeken op christelijk esoterisch, gnostisch en algemeen spiritueel vlak; zie www.vkk.nl (bij kerkgemeente Raalte). Hij is nog steeds werkzaam als au- teur van zulke boeken, en met het geven van lezingen.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=