Refl Herfst 2010 7(3).vp

Column Aat (Lambèrt ) de Kwant. Niet napapagaaien, maar je hart laten spreken. Geen betere wereld na 2012, wel anders. Je leest het steeds weer: het kerkbezoek neemt in toenemende mate af. En niet enkel bij de PKN en de R-K Kerk, maar ook bij de Oud- Katholieken, Remonstrantse Broederschap en… ook onze Vrij-Katholiek Kerk. Je denkt dan, halen vooral deze kerken 2012 nog wel, zo er na 2012 nog een toekomst is. Persoonlijk ben ik daar niet zo bang voor. 2012 is meer een nieuw begin, misschien wel een herkansing. Deze wereld is een wereld voor en door ego’s en dat zal denk ik, ook na 2012 niet veranderen. Die nieuwe aar- de waarover zo veel wordt gesproken is er al. Daarop hoeven we niet te wachten tot 2012 en wel omdat de wereld waarin we nu leven nogal verschilt van de wereld van pakweg 60 jaar geleden. Het zal ook geen wereld zijn waarin we iedereen een big hug geven, ook al spreken sommigen van een ‘wereld die in balans zal zijn (1). Het is wat simpel te verwachten dat door bepaalde astrologische standen er opeens een betere wereld gaat komen. Anders betekent anders maar niet bepaald beter. En de vraag of de Kerken en ook de VKK daarna nog toe- komst heeft, is koffiedik kijken en daar doen we niet aan. Toch vraag ik me steeds weer af hoe het nu komt, om me tot de VKK te beperken, dat onze Kerk niet veel mensen trekt, terwijl zij de zoekers toch veel te bieden heeft. Met ingang van Pasen 2010 zijn de Nag Hammadi-ge- schriften toegevoegd aan het lectionarium van lezingen (epis- tels en evangeliën), evenals de apocriefe geschriften, waardoor voor de lezingen in de H. Mis gekozen kan worden uit “cano- nieke”, apocriefe en gnostische geschriften. Nu had ik hierdoor geen stormloop verwacht en dranghek- ken voor onze kerkgebouwen, maar toch wel wat meer be- langstelling voor de zondagse viering. De VKK is een ervaringskerk wordt wel gezegd en ik heb daar ook wel meer over geschreven. De zondagse viering is ook meer een geleide meditatie, maar het is de vraag of nieuw- komers dat ook zo ervaren. Je kunt ze kwalijk even van te vo- ren een stoomcursus geven zodat ze weten wat ze gaan erva- ren . Ik heb soms de indruk en heb dat ook wel meegemaakt dat mensen afhaken door het zien van al die gewaden en ritue- len. Opvallend is dat het vooral de vijftigers zijn die afhaken, omdat ze het al meer dan gehad hebben met al die vormen. Door wat ze in de Rooms-Katholieke Kerk meemaakten, lij- den ze als het ware aan de Kerk. Zij focussen zich niet zoals veel trouwe VKK’ers op de innerlijke beleving van de liturgie, maar kijken slechts naar de uiterlijke vormen. Daar zit een spagaat in en ik zou ook niet weten hoe we dit moeten oplossen. Hoewel ik geen doemdenker ben, denk ik dat Kerken in het algemeen en de VKK in het bijzonder, de komende jaren met meer teruggang geconfronteerd gaan worden. God ervaren buiten de kerk De VKK, een ervaringskerk. Dat klopt, maar bij steeds meer spiritueel geïnteresseerden en zoekers gaat de eigen ervaring een steeds belangrijker rol spelen. God kun je ook vinden buiten de Kerk. Nog niet zo lang gele- den was het een doodzonde als je als katholiek zoiets hardop zei. Goed, een mysticus als Johannes van het Kruis, zei dat ook wel, maar die kan geen kwaad meer. Tijdens zijn leven werd hij heftig bekritiseerd en door zijn medebroeders opge- sloten, maar na zijn dood werd hij heilig verklaard! Toen kon hij geen kwaad meer. Zo deden ze dat in die Kerk. Pierre Teilhard de Chardin werd tijdens zijn leven door de Kerk ook niet bepaald zacht- zinnig aangepakt, maar nu geldt hij als een geniale zoon van de Kerk. Je ziet dit overal. Osho werd het in India heel moeilijk ge- maakt, maar hij geldt nu als een van de belangrijkste mystici van India. Tijdens hun leven zijn dergelijke mystici kennelijk een bedreiging voor religieuze ayatollahs en leiders, maar als ze dood zijn, kunnen ze geen kwaad meer. Denken ze! Ze hadden nooit kunnen denken dat Johannes van het Kruis eeuwen later vooral in het Westen veel gelezen zou worden. Ook niet dat het denken van Teilhard de Chardin veel invloed zou hebben. Vooral in de jaren na zijn dood werd hij cultfiguur. Zijn aan- hangers beschouwden hem als geniale visionair, die precies aan- voelde welke vragen er bij veel van zijn tijdgenoten leefden. Goed, mystici van alle eeuwen wezen tot woede van de Kerk steeds weer op “the God within”, onze innerlijke god. In onze tijd leek dit begrip gemeengoed te zijn geworden, hoewel die innerlijke god soms lijkt te verworden tot een knus binnengodje. Hoe is het me jou? O goed hoor! Fijn, en met je innerlijke god? Zoiets dus. Het was in ieder geval in de mode. Persoonlijk spreek ik liever van de persoonlijke ervaring. Het gebeurde en gebeurt nog steeds te vaak dat over God werd gesproken zonder “Hem” ervaren te hebben. Nogal wat mensen in het spirituele wereldje zijn totaal ver- vuld van bepaalde ideeën of oplossingen, zoals “The Secret” of een bekende Goeroe. Praten, geëxalteerd vanuit het wereld- beeld van deze externe bronnen waaraan op zich niets ver- keerd is, maar het blijven wel bronnen buiten je. Dan die kreten: contact maken met Gaia, Jezus of de aarts- engel Gabriel. Je moet er “doorheen ademen”, ga uit je patro- nen. Ik noem maar wat . Zij roepen op een manier die alleen zij écht lijken te begrijpen. En als ze je proberen uit te leggen en je wilt het maar niet snappen, tja, dan ben je er “gewoon nog niet aan toe, bent nog niet zover ( ook zo’n dooddoener!) of je zult wel een blokkade hebben die je maar niet zien wilt. In feite heb je te maken met orthodoxe gelovigen, fundi’s, maar dan in een new age of “spiritueel’ jasje. Oude wijn in nieuwe zakken. Vroeger waren het de dogma’s en geloofsbelijdenissen die na werden gepagaaid, nu zijn de bekende goeroes en spirituele beststellers die kritiekloos worden nagepraat. Kijk naar de 3 Reflectie 7(3) herfst 2010

RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=