Reflectie 9(1)vj2012.vp
Veranderende inzichten De oud-journalist Johan M. Pameijer (81) is dit jaar dertig jaar priester in de Vrij-Katholieke Kerk, maar op dit moment niet meer actief als celebrant. Vanuit zijn belangstelling voor de theosofie kwam hij in de VKK terecht, waar hij later werd ge- vraagd priester te worden. Wat hem in die tijd in de VKK aan- sprak was de gnostische zienswijze en de verdraagzaamheid naar alle andere religies. Verdraagzaamheid en tolerantie zijn volgens hem het kenmerk van de ware religie. Het boek van Leadbeater boeide hem; het was een opmaat tot een van zijn boeken, De schatkamer van het licht dat in 2004 verscheen, en dat als een eigentijdse aanvulling kan wor- den gezien. Pameijer wijst in zijn boek op de geestelijke tem- pel, zoals ook Leadbeater deze omschreef. Een tempel die, in tegenstelling tot helderzienden, door de meeste kerkgangers niet zichtbaar wordt ervaren, maar soms wel gevoeld wordt. De veronderstelling dat chakra’s, door het bezoeken van kerkgebouwen, het beleven van sacramenten en het deelnemen aan liturgieën, geactiveerd zouden worden staat voor velen ge- lijk aan vergaande zweverigheid en soft gedoe. Maar Pameijer gaat in tegen de rationele tijdgeest door erop te wijzen dat er niet geringe aanwijzingen zijn dat het onbewuste krachtig rea- geert op de innerlijke opbouw van kerken, mysteriën en misvieringen. In de dertig jaar dat hij priester is, is hij in bepaalde op- zichten toch wat anders gaan denken. Hij is van mening dat de liturgie wat meer aan deze tijd aangepast zou moeten worden. “De liturgie van de Vrij-Katholieke Kerk”, zo zegt hij, “is in feite nog steeds Rooms-katholiek.” Er zijn door Leadbeater weliswaar gnostische wijzigingen aangebracht, maar de VKK kan zich volgens hem geen gnostisch kerkgenootschap noe- men. Wie de diensten bezoekt heeft doorgaans het gevoel een Rooms-katholieke mis bij te wonen, maar constateert toch wel enkele belangrijke verschillen, zoals die onder meer in de preek tot uiting komen. Een Rooms-katholieke mis met een knipoog naar de gnostiek. Leadbeater zet de liturgieën van de Rooms-katholieke Kerk en die van de Vrij-Katholieke Kerk, zoals die door hem en James Wedgwood waren ontworpen, tegenover elkaar. Die van de VKK is in zeker opzicht min of meer gnostisch en gaat meer uit van het goddelijke dat in ieders hart woont. Die ele- menten spraken Pameijer bijzonder aan. Pameijer: “Ik ben daarom zelf op onderzoek uitgegaan wat uiteindelijk heeft geleid tot mijn boek, De schatkamer van het licht, waarin ik duidelijk heb aangegeven hoe ik dit zie. De ze- venvoudigheid van allerlei spirituele zaken die je overal te- genkomt, trof ik ook aan in de Vrij-Katholieke liturgie die uit een zevenvoud bestaat. Ik begon die zevenvoudigheid in de li- turgie en het kerkgebouw, dat ook een zevenvoud is, in ver- binding te brengen met de chakra’s en daarmee met de be- wustzijnsontwikkeling. In de liturgie van onze kerk kon ik dit ook voelen en kon me daarin wel vinden. Ik had daarom al die jaren wel vrede in het celebreren van de liturgieën.” Pameijer wijst erop dat de huidige sacramentele handeling- en in de kerken, al in het oude Griekenland werden verricht en door de Rooms-katholieke Kerk halverwege de 4e eeuw zijn geritualiseerd. Door de stichters van de Vrij-Katholieke Kerk, is dit als een soort raamwerk overgenomen van waaruit zij hun liturgie konden opbouwen. Dogmatische versmalling Volgens Pameijer was er in de loop der jaren sprake van wat hij noemt een dogmatische versmalling. De dogmatiek heeft ertoe geleid dat er steeds meer regels kwamen waaraan hij zich is gaan storen. De liturgie van de VKK is gerelateerd aan de Rooms-katholieke liturgie maar wordt ruim geïnterpreteerd. “Ik heb lange tijd vrede gehad met de liturgische opvattingen van Leadbeater die tijdens de mis gepraktiseerd wordt, maar ik begon steeds meer te merken dat mijn inzichten begonnen te veranderen, wat mede gevoed werd door wetenschappelijke ontdekkingen. De samenleving verandert in een heel snel tem- po, terwijl de liturgie onveranderd blijft. Er ontstaat dan een kloof tussen de bestaande liturgie en wat de laatste jaren ont- dekt is. Veel wetenschappelijke ontdekkingen zijn verrijkend voor de spiritualiteit en ik ben van mening dat een groeiende levende kerk daarop moet anticiperen. De wetenschap beves- tigt de inzichten van de oude gnosis die door de oude kerk he- laas fel is bestreden en verworpen.” De opvattingen van Leadbeater over de sacramenten kan Pameijer in grote lijnen wel onderschrijven. “Leadbeater was helderziend en kon de werking van de consecratie daarom haarfijn uitleggen. Hij zag ook hoe de energieën zich tot ver voorbij de kerkmuren uitstrekten. Ik denk dat dit klopt, zeker met het oog op wat wetenschappers over non-lokaliteit hebben ontdekt. Je zou kunnen zeggen dat die liturgie en daarmee de sacramenten tijdloos zijn. Wat er in Amsterdam of Raalte wordt gecelebreerd kan door ontvankelijke personen aan de andere kant van de wereld gevoeld worden en het komt ook overeen met wat we van de kwantumfysica weten.” Het is niet zozeer dat Pameijer anders is gaan denken over de werking van de sacramenten. Wel is hij anders gaan denken over de vormen waarin die werking wordt opgeroepen. Vormen die naar zijn mening sterk vereenvoudigd kunnen worden, veel meer gecomprimeerd en geconcentreerd. “Zoals je weet wordt er tijdens onze erediensten veel opgestaan, geknield en gezong- en en vooral gesproken. Het is allemaal woord, woord, woord. En wat je tegenwoordig ziet, is dat mensen zich terugtrekken van het woord en veel meer de stilte proberen te beleven en dat mis ik in de Vrij-Katholieke liturgie. Dit zou ik, hetzij met een ontwikkeling daarnaast of in de eredienst, terug willen zien. Er is sprake van een moderne ontwikkeling waarin het kerkelijk le- ven niet is meegegaan. Ik zoek het liever in rust, stilte en zelfex- pressie om zo dichter bij het goddelijke te komen, maar het is de kerkelijke hiërarchie die een dergelijke ontwikkeling verhindert, door allerlei oude voorschriften te handhaven. Voor mij bete- kent religie vrijheid.” Noot (1) Transsubstantiatie is een begrip uit de Roomskatholieke theologie over de aanwezigheid van Christus in de Eucharistie. Deze leer zegt dat door de Consecratie de offergaven van brood en wijn worden veranderd in het Lichaam en Bloed van Christus. Noot van de redactie: Dit artikel is enigszins ingekort door de redactie. Het oorspronkelijke artikel is verschenen in BRES, nummer 272, verschijningsdatum 1 maart 2012. Ver- wijderd zijn korte passages die een inleidend algemeen beeld willen geven aan lezers van BRES, die misschien nog nooit van de VKK hoorden. * * * 28 Reflectie 9(1) voorjaar 2012
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=