Reflectie herfst 2012.vp
Het is goed te weten dat er een grens is We zijn geen buitenstaanders in de tijd Interview door Rinus van Warven “We leven in een heel vitalistische cultuur. Er moet geleefd worden. Het idee dat leven ook kan eindigen, dat leven ook aan vitaliteit kan inboeten en afbraak kan betekenen, dat zint ons niet. We leven in een maakbare wereld waarin we alles eindeloos kunnen rekken. Sterven valt dan uit de toon, dat doen we eigenlijk niet. En als we het doen, praten er niet te veel over. Uiteindelijk gaat het wel om het leven, maar leven zonder sterven is geen leven.” Dichter, theoloog Hans Bouma schreef het boek ‘Maar ik ben er nog. Trouw aan wie sterven gaat’ .* Wat was voor Bouma de motivatie om dit boek te schrijven? “Ik vind het een onverdraag- lijke gedachte dat mensen die terminaal zijn, die op weg zijn naar het einde, er niet op kunnen rekenen dat vrienden, collega’s, men- sen met wie ze zich verbonden voelden, hen trouw blijven. Deze mensen ontmoet je steeds meer. Ze hebben een ziekte die niet meer te bestrijden is. Ze zijn ze op een goed moment uitbehan- deld. Ze staan aan de kant, maar ze zijn er nog. Ten dode opge- schreven, maar ze leven nog. Deze mensen zijn niet minder actu- eel dan wie nog gezond is. Ook al gaat deze mens sterven, dat sterven maakt iemand niet minder interessant.” “Waarschijnlijk is één van de redenen van dat vluchtge- drag dat mensen gaan wegkijken van een stervende en weg- vluchten omdat we onze eigen dood in de ogen van die ander zien. We worden heel erg bepaald bij onze eigen eindigheid, onze eigen sterfelijkheid en dat kunnen we niet aan,” aldus Bouma. “Dat ook wij een keer afscheid moeten nemen, daar willen we niet aan herinnerd worden. We hebben het veel te druk, we zijn er niet aan toe. Moeite hebben met je eigen ster- felijkheid is in wezen een identiteitsprobleem. Het behoort bij onze menselijke identiteit dat we een keer afscheid nemen. En dat ze dan voortijdig uit het leven van een ander stappen, ter- wijl die ander nog leeft. Dat betekent voor die ander ook een- zaamheid, verraad! Is dat nou vriendschap, is dat nou liefde, maar voor degene die de stap zelf neemt, degene die dus afscheid neemt van een ander, is het ook heel tragisch.” “Een heel mooie typering van de mens vind ik ‘sterveling’. We worden niet gekarakteriseerd als ‘levelingen’, maar als ‘stervelingen’. Het is typerend voor ons, juist omdat we leven, dat we ook sterven. Zoals er een begin is, is er ook een einde. We zouden zonder de dood voorlopig niet moeten willen le- ven, want we zouden volstrekte buitenstaanders zijn. Alles in de natuur sterft doorlopend. Als wij aan die wetmatigheid zou- den ontspringen, dan zouden we erg eenzaam worden. We zouden ook in conflict raken met ons lichaam. We zijn sterfe- lijk, maar we blijven er ook mens bij. Het is goed dat we weten dat er een grens is.” Echte humaniteit En juist omdat die grens er is voor ons allen is de centrale boodschap van het boek ‘Maar ik ben er nog’ dat we trouw moet blijven aan die ander om zo ook trouw te blijven aan je- zelf. “Want je kunt zeggen dat degene die dan alleen gelaten wordt beklagenswaardig is. Dat is ook waar. Maar de meest beklagenswaardige vind ik degene die afscheid neemt, die zich terugtrekt, die het niet meer aan kan. Dan heb je toch weinig eigendunk. Dan denk je toch heel beperkt over jezelf. Met mensen mee blijven lopen in de laatste fase van hun leven is ook moeilijk, we hoeven elkaar er niet hard op af te rekenen, maar het is wel een gegeven dat het te vaak gebeurt in een cul- tuur waarin we te weinig gespitst zijn op echte humaniteit.” “Wij zijn uit aarde genomen. We heten Adam. We horen zo bij de natuur en alles in de natuur komt, we leven seizoens- gewijs, er is een lente, dat kun je ook in je eigen biografie zien, er is een zomer, dan komt er een herfst en dan is het win- ter en dan is het afgelopen. Ik zou niet graag buiten die cyclus staan van de seizoenen. Dat zou mij heel eenzaam maken.” Maar als we om de ander heen lopen, zegt dat volgens Hans Bouma heel veel over onszelf. “Je kunt niet omgaan met je eigen eindigheid. Dat vind ik in wezen onvolwassen, pube- raal, alsof je eeuwig de tijd had, maar dat betekent ook iets an- ders: je slaat jezelf heel laag aan. Je doet je eigen humaniteit te kort. Als je zover afzakt dat je niet trouw blijft aan wie sterven gaat, dan heb je toch wel weinig zelfrespect. Dan doe je jezelf geen eer aan. Dan heb je weinig begrepen van wat menselijk- heid inhoudt.” * Hans Bouma, ‘Maar ik ben er nog. Trouw aan wie sterven gaat’. Uitgever Forte Uitgevers B.V., ISBN-13 9789079956159, Prijs € 17,95. Drs. Rinus van Warven is programma-maker, journalist, coach en therapeut. Hij studeerde ondermeer cultuurfilosofie, bevrij- dingstheologie, pastorale psychologie en levensbeschouwelij- ke en religieuze communicatie. Hij is parttime werkzaam als zingevingstherapeut en partti- me als redacteur/schrijver/ publicist/journalist. Hij verzorgt ondermeer het radioprogramma Tendens bij Omroep Gelder- land en werkt regelmatig mee aan het programma ‘De Lotusvijver’ van de Organisatie voor Hindoe Media (OHM). Rinus schrijft met de nodige regelmaat voor de tijdschrif- ten ‘Ken Uzelve’ van de Orde der Vrijmetselaren en ‘Profiel’ van de Independant Order of Odd Fellows. Als bestuurslid van de Stichting Interreligieus Beraad (NSID) is hij betrokken bij de interreligieuze dialoog. Voor Stichting Merkawah verzorgt hij de PR. Hij is jarenlang hoofdredacteur geweest van het Albert Schweitzer Magazine, een tijdschrift dat publiceert over ontwikkelingen op het ge- bied van ontwikkelingssamenwerking en duurzaamheid. Verder doceert hij filosofie en ethiek aan een drietal Centra voor Volwasseneneducatie. Tenslotte houdt Rinus lezingen in den lande over tal van onderwerpen. Ds. Hans Bouma studeerde theologie aan de Vrije Univer- siteit te Amsterdam. Hij was 13 jaar werkzaam als predikant daarna werkte hij, tot 1999, als uitgever. Hij publiceerde vele succesvolle boeken en geniet landelijke bekendheid als schrij- ver, als dichter en als spreker. * * * 29 Reflectie 9(3), herfst 2012
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy MjA2NzQ=