|
|
Discipel zijn in het nu
Markus van Alphen Elk einde is een begin. Dat weet iedereen wel, hetzij het rationeel of intuïtief bekeken wordt. Zo is ook het Paasfeest een einde en een begin. De dood die hier gesymboliseerd wordt is veleer de dood voor aardse invloeden. En het begin van het hemelse werk. Zo impliceert het mysterie van Pasen dat wij, na ons pad afgelegd hebben in het menselijke rijk, ons werk verder in het zogenaamde bovenmenselijk rijk zullen voortzetten. Wat dat werk precies inhoudt is ons weinig bekend, net zoals onze jongere broertjes en zusjes in het dierenrijk niet kunnen bevatten wat het doel van het werk in het menselijk rijk zou moeten voorstellen. Toch zijn er aanwijzingen, voortvloeiend uit het verhaal ons voorgehouden in de geschriften die de periode tussen de Verrijzenis en de Hemelvaart beschrijven. Een thema dat steeds terugkeert is dat de Heer zijn discipelen onderricht in de geheimen van de wereld.De jaarcyclus van herhaling heeft niet als doel het verhaal elke keer weer erin te hameren, maar heeft meer te maken met de -stapje voor stapje- manier van bewustwording. Elke keer mogen wij voortbouwen op de basis die wij in de voorafgaande cycli hebben verworven. Zo is het ook onze taak, als mensen zoekend naar het Licht, dat wij de geheimen van de wereld waarover wij hebben geleerd, gebruiken om onze medemensen op hun weg te helpen. De opgestane Heer probeert dan ook niet onderricht te geven aan allen, maar alleen aan zijn discipelen. Discipel betekent meer dan volgeling, maar een die waarlijk handelt naar de beste van haar of zijn vermogen in overeenstemming met de wetten die door haar of hem als waarheid onderschreven worden. Het woord "discipline" stamt ook uit zo'n begrip. Alle ware discipline begint bij onszelf. Een van de wetten die de meesten van ons zeer zeker zullen (of willen) onderschrijven, is die van volkomen vrijheid. Dit betekent geenszins dat wij ons grillig kunnen gedragen, al mogen wij zelfs voor dit soort gedrag kiezen! Volkomen vrij zijn begint met het nemen van verantwoordelijkheid. Niet alleen voor de eigen daden, maar ook voor onze omgeving, die een afspiegeling is van ons verleden en de mogelijkheden voor de toekomst in zich verbergt. De mensen om ons heen zijn vaak meerdere levens met ons verbonden geweest, sommigen in broederschap, anderen weer schijnbaar als tegenstanders. Het stoffelijk lichaam dat wij nu ter beschikking hebben, is een lichaam waarin wij ons karma en ons dharma kunnen vervullen, als wij hiervoor kiezen; karma heeft te maken met de gevolgen van handelen in onwetendheid en dharma is de taak die wij, als ziel, in dit leven willen volbrengen. Alles in onze omgeving is een stimulans om de weg van de ziel te gaan. Het is waarlijk een spiegel en het is niet wat wij in de spiegel zien dat belangrijk is, maar hoe wij ernaar kijken en reageren. Discipline is het leven in overeenstemming met de natuurwetten zoals wij die op dit moment begrijpen en impliceert dat wij bereid zijn om de verantwoordelijkheid van ons handelen op ons te nemen. Wie zou de verantwoordelijkheid niet willen nemen van dat wat zij of hij weet goed en juist is en in eigen beheer wordt uitgevoerd? Maar terzelfder tijd weten wij dat wij nog niet volmaakt zijn, en zijn dus bereid te leren door fouten te maken, zelfs fouten waarvan wij nog niet eens van hun bestaan af weten. Niet handelen is struisvogelgedrag. Wij weten dus dat wij -handelend in elke herhaling- in onze wetenschap van de wetten van de wereld meer bewust worden. Wij weten ook dat meer bewust worden een leerproces inhoudt, hetgeen betekent dat wij uit beperkte wetenschap handelen naar beste weten; de verantwoordelijkheid op ons te nemen van elke daad, emotie en gedachte; en de gevolgen ervan te dragen met een positieve instelling. Met zo'n instelling bestaat er geen goed of kwaad meer. Zelfs het kwaad, of zo u wil de duisternis, heeft met zo'n houding een positieve uitwerking. Zou men het Licht kunnen zien als men niet vanuit de duisternis schouwt? Zou men het Licht kunnen begrijpen als men de duisternis niet heeft meegemaakt en begrijpt wat het inhoudt? Het wordt ons voorgehouden dat het leven van Christus een voorbeeld is dat wij moeten volgen. Wie zijn dan de discipelen aan wie wij onderricht zouden moeten geven? Eenieder om ons heen is een discipel, maar dat betekent niet dat wij zieltjes-winnende technieken mogen toepassen. Onthoudt dat ieder haar of zijn eigen, authentieke pad bewandelt en dat alle paden uiteindelijk tot hetzelfde leiden. Het betekent dat ieder discipel op zijn eigen niveau onderricht zou moeten ontvangen, maar alleen op het moment dat erom gevraagd wordt. Een leraar verwoordde het ooit door te zeggen dat men nooit een mening zou moeten geven tenzij er expliciet om gevraagd wordt. Weet ook dat een leraar vaak meer leert van zijn leerlingen dan andersom! Een discipel is slechts voor een moment een discipel: op het moment dat er een verhouding ontstaat dat (liefst voor beide partijen) in een groei in bewustwording resulteert. Zulke momenten kunnen meerdere malen tussen dezelfde personen ontstaan en de rollen van leraar en leerling kunnen even vaak omgeruild of gelijktijdig door beiden ingevuld zijn. Ook in zo'n verhouding ligt een begin en een einde! Wij moeten dus steeds waakzaam zijn om met een open houding onze medemensen tegemoet te gaan: zien waarmee wij hen kunnen dienen. En in dat laatste woord ligt ook een verborgenheid. De ware leider is een die dient. Een die bereid is te sterven voor het wereldse en te verrijzen in het hemelse. Niet in het verleden of in de toekomst, maar in het nu. Niet op het moment dat zij of hij komt te overlijden, maar juist terwijl zij of hij nog in incarnatie is. Zo is het einde ook het begin. En zoals verwoord in de Thomasevangelie, hoe zullen wij het einde herkennen als wij het begin niet kennen? Waarlijk dienen betekent dat wij bereid zijn onze eigen belangen terzijde te stellen. Het is een bevestiging van de eenheid van de mensheid, de eenheid die er in het begin was. Het is een bevestiging dat het doel is om de gehele mensheid tot vervolmaking te brengen. Het is een offer van liefde. Het wordt gedaan in wijsheid. Het behoeft oneindig geduld. Maar de zekerheid van een nieuw begin is impliciet aanwezig in de zekerheid van elk einde. Moge Pasen ons allen vervullen met inspiratie om ons pad te zien en te begrijpen en Hemelvaart en Pinksteren ons vervullen van kracht om het pad dat wij als ziel onszelf hebben aangewezen, te volgen. |
|