VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Home Boven Volgende

Het allerheiligste is in volmaakte duisternis
gehuld omdat de godheid
geen aards licht nodig heeft;

Want bij u is de fontein des levens,
in Uw Licht zien wij het Licht
(Psalm 36;10)

+ Philip

In eenvoudige bewoordingen, en wel in het Confiteor, wordt de terugkeer van de afgedwaalde mens in het zielevaderhuis op onnavolgbare wijze en intens vertrouwenwekkend weergegeven…

"Doch Gij, O Heer, hebt ons het streven ingeschapen naar de heerlijkheid waarin Gij staat, en ons hart is zonder ruste, tot het vrede vindt in U".

Dat wat achter deze sacrale woorden schuilgaat, heft ons vanuit dat eeuwig ingeboren heimweegevoel op in een hoger bewustzijn. Opdat wij binnen het ons omgevend eucharistisch krachtenveld beter onze intuïtie kunnen horen, om op te gaan in dat machtige samenwerkingsverband met de voor dit speciale werk afgezonderde onzichtbare helpers.

Ook hieruit blijkt weer de geweldige ondersteuning die wij mogen putten uit de innerlijke in ons doorwerkende leringen uit de Christelijke mysteriën die ons zowel in liturgische als in evangelische zin in universeel kerkelijk verband worden overgereikt.

Ook hier geldt dat zonder enig inzicht in het effect van de werkingskracht van deze woorden wij ons maar slechts ten dele kunnen inleven én verbinden met de innerlijke taal, die in woord én beeld en dus in heilige liturgische handelingen, tot ons komt en in feite de eeuwenoude geschiedenisweg van de ziel aangeeft.

De ware onderliggende bedoeling hieruit is – dat vindt in alle heiligen geschriften bevestiging - het goddelijke, jaar na jaar in verdervoerende genadevolle herhaling, tot geboorte brengen. De geboorte van het eeuwenoude spirituele kosmische waarheidsbegrip: de geboorte van Emmanuel, God in ons, van uit het Koninkrijk der Hemelen, latent en diep verborgen in ons.

Velen voor ons, gerijpt in dieper inzicht, trachtten een glimp van dit beginnend doorbrekend goddelijke, in woorden uit te beelden.

Allereerst in Jacobus IV-8, wordt ons een mogelijkheid aangereikt, hoe men zich met dit goddelijke kan verbinden: "Wendt u tot God, en Hij zal zich tot u wenden". En tot Pascal richtte zich zijn innerlijke meester met de hoopgevende woorden: "Weest getroost, je zou mij niet zoeken als je mij niet reeds gevonden had".

De eenvoudige conclusie hieruit zou dacht ik kunnen zijn, dat het steeds weer gaat om het alert en heel bewust aanwezig willen zijn in alle uiterlijke leefwerkzaamheden. Dan doorleef je, als je vol vertrouwen in je levenssituatie op weg gaat, dat het Koninkrijk der Hemelen absoluut geen ver weg mysterie is, maar een goddelijk vonkbewustzijn in ons hartheiligdom waar ons wacht, ieders unieke verborgen schat, ieders kostbare parel, ieders steen der wijzen.

Ook Krishnamurti gaf het zijn vele volgelingen in het eind van de twintiger jaren duidelijk te verstaan, verlaat u niet op een uiterlijke leraar, maar verlaat u op uw allerhoogste zelf. In zijn woorden: "Je hoeft nergens heen te gaan, je bent er al". Dat wil zeggen, de hemel is even dicht bij onze ziel als de wereld bij het fysieke is.

Weer nadert Kerstmis, het grote Christus-geboortelichtfeest met rasse schreden. Weer worden de aloude archetypische sacrale woorden van stal gehaald en wordt getracht deze tot leven te brengen en zien wij dat in de mythische verhalen van elke grote religie het beeld van een reisopdracht heel nadrukkelijk aanwezig is en 's mensen hemelreis van zijn ziel, natuurlijk cultuurgebonden, in ieders aansprekende woordbeelden centraal wordt gesteld.

Daarbinnen wordt ons steeds weer opnieuw duidelijk gemaakt, dat het niet alleen de Heer is, Die in Zijn initiatieweg van kribbe tot crypte, jaarlijks op hoogfeesten, zoals nu met Kerstmis, onder onze aandacht wordt gebracht. Maar ook steeds weer, hoewel minder nadrukkelijk, in vrouwelijke wijsheidsvormkracht van de Heilige Vrouwe, ons aller Moeder van de Wereld. Ook de Heilige Vrouwe gaat in deze eeuwenoude initiatie uitbeeldingen voor ons, in stille wetende eenvoud haar voorbeeldstellende weg. Een weg, die als een wijze rode draad loopt door velerlei nieuw-testamentische apocriefen.

In iemand die zich naar aloud gebruik in het vroege Christendom eveneens Mattheüs noemt, wordt ons overgeleverd iets van het afleggen van haar mysterietocht naar de universele lichtwereld en wel in symbolentaal:

"Een engel geleidde Maria in een onderaardse spelonk, waarbinnen geen licht was, maar volkomen duisternis, opdat Maria het aardse daglicht niet zou ontvangen. En toen Maria vol eerbied en in diep ontzag binnentrad, werd zij doorschijnend en helder verlicht, alsof zij zich in het aardse daglicht bevond.

In die grootse mate verlichtte het Goddelijk Licht de spelonk, dat noch des daags, noch des nachts het licht daar ontbrak, zolang Maria zich daarbinnen bevond.

En toen geschiedde dat zij baarde haar Goddelijk Kind, dat op het moment van geboorte omstuwd werd door velerlei engelenscharen, die de aloude en overbekende woorden in de wereld van gespletenheid neerlieten.

Ere zij God in de Hoogste Hemelen en vrede op aarde in de mensen een welbehagen.

De verborgen opvatting hier versluierd weergegeven is, dat slechts een ongebonden ziel door een goddelijke wijsheidsvormkracht, ook wel Heilige Geest genoemd, bevrucht kan worden.

De verlossing van de mens vindt dan ook niet buiten de mens, maar in de mens plaats; de mens, die als pelgrim, als aards voorbijganger, vanuit God, terug in het Albewustzijn weet los te laten én de stap in het schijnbaar ongeziene durft ondernemen.

De eenheid van de ware op ons inwerkende geestkracht doet zich echter steeds weer gelden, terwijl de adem van de schepping zich schijnt terug te trekken in ons buitengebeuren.

Echter in de diepe stilte van het middernachtelijk uur in de Kerstnacht als heel de natuur in diepe sluimering is, wordt opnieuw het Christus-lichtkind weer iets verder in ons tot geboorte gebracht.

En weer wordt in velerlei talen in een wereld vol strijd en verrijkend eigenbelang tot verwoording gebracht "In hetzelve was het Leven en het Leven was (en is nog steeds ) het Licht der Mensen".

Deze tekst uit het Johannes Evangelie is nog steeds een sleutel die ons tot het binnenste van de exoterische Evangelieboodschap wil brengen en de ware initiatieweg is, die voert van Bethlehem naar Golgotha, van kribbe naar krypte, en geeft ons zicht op het verhaal dat wij leven. Een diep ervarend weten daalt dan in ons, het weten dat het goddelijke ons steeds weer meer nabij is, dan wij onszelf nabij zijn.

Met mijn hele hart wens ik u allen, mede namens Frida, een heel gezegende en diepdoorleefde Kerstinwerking toe.

Uw +Philip