VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Vorige Home Boven Volgende

Mystiek

+Philip

Het laatst gehouden Kerkcongres stond in het teken van "Mystiek in Oost en West".
De openingstoespraak werd gehouden door onze Regionaris, mgr. Philip Draaisma.
In het onderstaande artikel geeft hij daarvan een samenvatting.

Denken wij, in alle eerlijkheid, dat het mogelijk is door te praten en alsmaar te praten vanuit datgene wat "tussen onze oren" zit, verruiming van inzicht en mystieke ervaring te verkrijgen?

Is mystiek door te praten vanuit de ervaringswereld van anderen - hoe goed ook bedoeld - overdraagbaar? Over mystiek zijn boekenkasten vol geschreven, vol bezielende gedachten, maar … bezielt ons dat? Bezielt ons dat in een maatschappij die wij, nolens volens, nu eenmaal met elkaar hebben ontworpen? In een leefbeeld dat, jammer genoeg, voornamelijk bestaat uit tijdgebondenheid en zovéél mogelijk voortjachten?

Waarom jagen wij zo voort om een leefbeeld in stand te houden waarin wedstrijdgebonden gepresteerd moet worden, en wel ten koste van datgene waarom wij hier - in deze wereld - werkelijk zijn?

Dat presteren staat, zoals we weten, meestal hoger aangeschreven dan elkaar ontmoeten, dan in ontmoetende zin momenten kennen van immense verstilling, waarin de tijd even in ons ware zelf wordt stilgezet.

We zijn alsmaar druk in de weer om iets te veranderen aan onze uiterlijke omstandigheden. We proberen te verkrijgen wat we hebben willen, ja, we trachten invloed uit te oefenen op het "WAT?".

Het "WAT" zijn onze relaties, onze verwachtingen, ons bezit. "WAT" komt én "WAT" gaat. Het "WAT" gaat echter sneller voorbij dan wij denken, en dan is het "WAT" slechts illusie! Want zie: vanuit het raam dat uitkeek op de marktplaats ontwaarde Rebbe Nachman één van zijn volgelingen die grote haast had. "Heb je naar de hemel gekeken vanochtend?", vroeg de Rebbe. "Nee, Rebbe, daar heb ik geen tijd voor gehad", antwoordde zijn volgeling, waarop de Rebbe zei: "Geloof me, over vijftig jaren zal alles wat je hier ziet verdwenen zijn. Er zal een andere markt zijn, met andere paarden, andere wagens, andere mensen. Ik zal er niet meer zijn en ook jij zult er niet meer zijn. Wat is er dan zo belangrijk dat jij geen tijd hebt om naar de hemel te kijken?"

Het verhaal is duidelijk. Hebben ook wij niet in veel gevallen het contact verloren met ons diepste innerlijk en ervaren wij niet steeds meer van buiten en minder van binnen? Alles is vaak aanwezig, behalve het innerlijk verrijkende vermogen om in verstillende, ontmoetende zin tot eigen mystieke ervaring te komen. En zo ja, dan wordt het ons duidelijk, dat mystiek niet onder woorden te brengen is; dat slechts de gelijke ervaring van de één de gelijke ervaring van de ander kan onderkennen en delen.

Het enige wat je kunt doen om in een dergelijke godsgeborgenheid opgenomen te worden, is al zoekend, al zwervend in je eigen innerlijke landschap je bovenluik te openen en in je ziel te zijn. Dan zie je meer onderkennend, met de ogen van de ziel, en ervaar je je onsterfelijke zielebewustzijn als de bron van je eigen innerlijke ontplooiing.

Slechts naarmate, stap voor stap, het leven wordt volbracht, wordt de diepere ontsluiering van de levensgeheimenissen mogelijk voor ons individuele hart en … komen we tot het lezen van het leven, in mystiek ervarende zin.

Moeiteloos trekt dan de voorhang weg, de versluiering, van boven naar beneden, die in feite ons werkelijke ontwerp verbergt.

Dan geraken wij tot de kern van datgene wat wij re-ligie noemen. En haar kern is, in mystieke zin, de vindplaats: het menselijke hart. Dat is de bron waarvoor je open moet staan, en wel voor het onbekende in jezelf, alsook voor het onbekende in de ander en het Onbekende Andere.

Mystiek blijkt dan te zijn: een deel van ons Ware Zelf, een luisterende benadering van het Mysterie, dat ons dan niet meer zo beklemmend over komt.

Hoe komen we tot dat, wat zo treffend wordt verwoord in een Esseense hymne? "Ik ken U, o mijn God, door de Geest die U mij hebt geschonken".

Zou dat kunnen door te spreken van hart tot hart, wat uiteindelijk een heel subtiel spreken is? Onhoorbaar, alleen verstaanbaar in de stilte van het hart?

Laten we proberen woorden tot sacrale woorden te maken. En ze te gebruiken als spirituele "opstapjes" naar een niveau van communicatie dat woorden overstijgt.

Onze taal bestaat uit begrippen en symbolen die ons zijn aangeleerd, en die taal maakt nu eenmaal deel uit van onze cultuur en denkwereld. Zij is een onderdeel van ons tijdelijke, vergankelijke aardse bestaan. Als we een blik voorbij dit betrekkelijke aardse willen werpen, moeten wij dus dat niveau van de taal achter ons laten. De eerste voorwaarde is dan vanzelfsprekend, dat we die stap willen zetten: dat we diep in ons hart het heimwee herkennen naar die andere dimensie, naar dat diepere doel van ons bestaan, hoe onbekend ook.

De betekenis die achter of onder, ja diep in die dan pas eigen ervaring verborgen ligt, zal ons uiteindelijk voorbij de grens van het tijdelijke bewustzijn leiden. Ze zal ons in contact brengen met dat Grotere Bewustzijn, dat niet onderhevig is aan de eeuwige verandering en de onvermijdelijke vergankelijkheid, die ons aards bestaan en alles daarin kenmerken.

Dat is een innerlijk heiligingsproces, een helingsproces, een moedig op weg gaan vanuit ons innerlijk rustpunt dat, ondanks onvolkomenheid, zich met een Groter Iets, een Groter Dat, een Groter Het verbonden weet.

Dan is er sprake van een werkelijkheid die de concrete, alledaagse "werkelijkheid" overstijgt.

Er gaat dan iets in ons doorwerken wat om transformatie, om omzetting vraagt. Er daalt dan een ervaringsbesef in ons, een innerlijk doorschouwend weten dat er een andere werkelijkheid bestaat, waarvan wij voordien geen weet hadden. Een verlicht, doorlichtend, oplichtend weten. We dalen dan als het ware in een diepere laag van ons; de grenzen van ons waakbewustzijn verruimen zich en we geraken in een meer verruimd bewustzijn.

Er verandert dan iets heel wezenlijk in ons dagelijks levensgedrag, en angst verdwijnt. Je kunt kwetsbaar zijn voor de ander en opener en ontvankelijker voor Het Andere. De mystieke weg van zuivering, verlichting en éénwording ontsluit zich voor je, in loslatende, in ontledigende zin. Plotinos noemt dit: de vlucht van de ene naar Het Ene.

Het dient zich soms aan in een plotselinge ervaring: hier of daar al eerder te zijn geweest. Ook wel in ontroering die ons bereikt door iets te aanschouwen, te beluisteren; en ook wel in een vreemdsoortig gevoel van heimwee bij iets te komen wat we reeds lang hebben gemist.

We komen dan tot ons ware zelf. De geestelijke deuren openen zich dan van binnen uit en ons hartheiligdom ervaart een bevruchtende Godsverstilling, van waaruit wij in staat zijn beter ons innerlijk licht op al onze uiterlijkheden te laten schijnen.

Onze ziel eindigt haar zwerf- en zoektocht en keert terug naar haar innerlijke Meester. We ervaren in dat hogere Goddelijke Bewustzijn dan zelf de waarheid, de weg en het leven. Leven is dan de totale aanwezigheid van de ander en Het Andere. Dan is leven: groeien in en vanuit Gods eeuwige Liefdeskracht.

In een dergelijk oplichtende ervaringstoestand kunnen we in onszelf verlichting gewaarworden, een transparantie, een ijl weg trekken van afgescheidenheid, van alles wat op de persoonlijkheid betrekking heeft. In een oogwenk zien we dan onze leefsituatie zoals die werkelijk is, met onze levensopdracht omwikkeld.

Alles wat op "ik", "mij" en "mijn" betrekking heeft, ebt moeiteloos van ons weg; tijd verandert zichzelf in een diep doorlevend eenheids- en eeuwigheidsgevoel, waarin alle angst wegtrekt : ik vrees niets, ik verwacht niets, ik ben vrij.

Uit vrije wil, in vrijheid gebonden, kunnen we weer volledig in onze meegegeven blauwdruk aanwezig zijn, en wel in alle aan ons opgelegde, uiterlijke werkzaamheden. Wij weten dan dat Het Ene niet zonder Het Andere kan bestaan, daar beide in het begin één waren en aan het einde weer één zullen zijn.

Kortom, wie zich los maakt van de schijn, vindt het pad van mystiek, van innerlijk zijn.