VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Vorige Home Boven Volgende

Het Bloed van de Koning der Joden

Johan Pameijer

Het proces tegen Jezus is te gek voor woorden. Als het vandaag had plaatsgevonden zou de wereld op stelten staan. Geen mens zou het onrecht meer accepteren. De vier evangelisten beschrijven een standrechtelijke executie zonder een degelijk vooronderzoek. De veroordeling is het gevolg van pure emotie. Het verstand is buiten spel gezet. Het volk heeft beslist. Luidkeels heeft het 't bloed van de Koning der Joden over zich afgeroepen. Sluiers van een diep mysterie sluiten over de argeloze lezers. Wie Matthëus 27:11-26 op zich laat inwerken kan niet anders dan erkennen, dat we te doen hebben met een mystificatie. Achter de façade van aangrijpende gebeurtenissen gaat een geheim van grootse allure verborgen. Gehuld in diepzinnige symbolen wordt ons een goddelijke boodschap aangereikt, een bericht waarvan de betekenis in de loop der eeuwen is vervaagd. Merkwaardig genoeg luidt die boodschap aldus: nimmer zal de stof erin slagen de geest te vangen.

Soldaten duwen Jezus naar binnen en zetten hem voor Pilatus, de stadhouder. Hij zou zich hebben uitgegeven voor de Koning der Joden. Zo luidt althans de aanklacht van mensen, die geen idee hebben dat "Koning der Joden" een titel is voor iemand die meester werd over zijn lagere aandoeningen. Jezus zwijgt dan ook wijselijk. Hij ontkent niets en geeft evenmin toe. Tussen zijn aanklagers en God is op dit moment geen communicatie mogelijk.

De evangelisten beperken zich in hun informatie tot de essenties. Zij vertellen van Barabbas, maken melding van een geheimzinnige brief en laten de massale roep van de Joden horen, die het bloed van Jezus eisen. Dat is het hele proces, een aaneenschakeling van bizarre feiten.

Zoon van de Vader
Laten we ons eens bezighouden met Barabbas. Het Joodse paasfeest naderde. Aanleiding voor de stadhouder om gevolg te geven aan een van zijn goede gewoontes. Bij feestelijke gelegenheden stelde hij een gevangene in vrijheid. Wie mocht dat deze keer zijn? Jezus, de man in wiens schuld hij nauwelijks geloofde, of Barabbas, een berucht gevangene. De keuze lag voor de hand, meende de argeloze stadhouder. Natuurlijk zou het volk de voorkeur geven aan Jezus, die Christus wordt genoemd. Wat had die man nou helemaal gedaan? Tot zijn verbijstering riep het volk om de vrijlating van Barabbas. In het verwarrende geroezemoes dat volgde ging Pilatus' tegenwerping verloren. "Wat moet ik dan met Jezus?" Het antwoord op die vraag laten we nu even rusten. Want de betekenis van de naam Barabbas zal veel onzekerheid wegnemen.

Wie bevoordeelden ze eigenlijk boven de onschuldige Jezus? Barabbas staat te boek als een berucht gevangene. Wat hij heeft uitgehaald is niet bekend. Nadere informaties over deze belangrijke man ontbreken. Toch is zijn verschijning in de procesgang van essentiële betekenis voor het begrijpen van de diepere achtergrond. De juiste vertaling van de naam Barabbas is namelijk "Zoon van de Vader". Alle theologen hebben dat geweten. Vele malen is er in boekwerken melding van gemaakt. Maar de consequentie van deze kennis is vrijwel genegeerd.

Als het volk van Pilatus vraagt om de "Zoon van de Vader" vrij te laten doet het niet anders dan de vrijlating te eisen van de Christus. Hij is immers de gezalfde zoon van God de Vader, de tweede persoon uit de heilige Drievuldigheid. Laten we het anders zeggen. Hij gaat door voor het alter-ego van Jezus. In werkelijkheid wordt de diepste wezenheid van de menselijke Jezus vrijgelaten. Het is de Geest, die vrijuit gaat. Om de eenvoudige reden, dat de Geest niet te vangen is.

De Vrouw van Pilatus
Nu is er nog sprake van een buitengewoon interessante onderbreking. Terwijl Pilatus bij zichzelf overwoog dat hij het volk voor de keuze zou stellen een van de twee gevangenen vrij te laten, wordt er een briefje voor hem neergelegd. Het is een boodschap van zijn vrouw. Met stijgende verbazing en angstige voorgevoelens leest hij: "Bemoei je toch niet met die rechtvaardige, want ik heb vannacht in een droom veel om hem geleden". Veel tijd om die boodschap op zich te laten inwerken wordt Pilatus niet gegeven, want de overpriesters en de oudsten zijn bezig de schare op te hitsen. Maar voor ons is deze boodschap van grote betekenis.

Wie is eigenlijk de vrouw van Pilatus? Het incident met de brief neemt niet meer dan vier regels in beslag. Maar in de bijbel zijn het vaak de details die de grootste betekenis hebben. De Grieks-orthodoxe Kerk zag dat in en verklaarde deze vrouw, die volgens een legende Claudia Procula heette, tot een heilige. Misschien hebben de Grieks-orthodoxe patriarchen ingezien wie zij symboliseerde. Begrepen zij, dat de afzendster van de brief wellicht niemand minder dan de wereldmoeder was?

De Brief
Een brief is een belangrijk symbool. We herinneren ons de rol, die een brief vervulde in het gnostische "Lied van de Parel", een mythe die zowel deel uitmaakt van de apocriefe Handelingen van Thomas als van het Manichese gedachtegoed. Een oosterse prins wordt uitgestuurd om in Egypte een parel op te diepen uit een, door een reusachtige slang bewaakte, vijver. Als hij door het wereldse leven van Egypte zijn opdracht vergeet wordt hem een brief gezonden om hem aan zijn opdracht te herinneren. De prins is het beeld van de mensenziel, die eens het goddelijk tehuis verliet om in de baaierd van het wereldse leven te zoeken naar de parel van goddelijk inzicht.

De brief is de gemeenschappelijke esoterische boodschap van de verschillende religies. Die symboliek was ten tijde van de evangelisten welbekend in het Midden-Oosten. Het is geen wonder dat ze er in het proces gebruik van maken. Zonder de hemelkoningin maar te noemen suggereert de brief aan Pilatus, die als het ware zomaar uit de lucht komt vallen, de hemelse boodschap.

De hemelkoningin, bekend onder namen als Astarte, Isjtar, Isis en Maria, wil hem voor dwaling behoeden. Maar Pilatus is geen moedig man. Laf laat hij de keuze over aan het volk. En tot dusver tasten wij nog in het duister over de ware identiteit van dat morrende volk. Bestaat het inderdaad uit een stel opstandelingen, verbitterd door de hersenspoelingen van overpriesters en oudsten, of verbergen zij onder hun opstandig gemor een andere, wellicht hogere identiteit? We zullen het weldra weten.

De roep om Zijn Bloed
De nu volgende scène is de opmaat tot de aangrijpendste gebeurtenis uit de hele godsdienstgeschiedenis. De laffe stadhouder is de wanhoop nabij als hij kennis neemt van hun opwinding. "Wat moet ik met Jezus doen", had hij gevraagd. Hun antwoord daalde als een geseling op hem neer. "Hij moet gekruisigd worden". Pilatus is er de man niet naar om zich op te richten en ferm te roepen: "Ik beslis. Deze man is onschuldig. Ik laat hem vrij". Misschien vreesde hij een lynchpartij. In elk geval gaf hij er blijk van niets van de brief te hebben begrepen. In zijn vrouw herkende hij geenszins de hemelkoningen, de voorpost van de wenende moeder onder aan het kruis. Hij vreesde wellicht voor zijn eigen leven.

De bezieling in die honderden ogen tegenover hem interpreteerde hij als moordlust. Ze roken bloed, ze wilden bloed zien en ze eisten bloed. "Kruisig hem". Wie kon deze eis weerstaan? En Pilatus nam een kom water en waste zijn handen in de onschuld, een gebaar dat nu nog door de celebranten wordt herhaald als opmaat tot de consecratie, waarin het hele mysterie op gestileerde wijze gestalte krijgt. Veelbetekenend is zijn uitspraak. "Ik ben onschuldig aan zijn bloed. Jullie moeten zelf maar zien wat ervan komt". Klinkt hier niet iets door van een hoger weten? Besefte hij een werktuig te zijn in handen van de onzienlijke? Sprak hier de wereldmoeder door zijn mond?

Roep om Spiritualiteit
Toen uitte het volk eenstemmig de historische vervloeking: "Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen". Is het niet bizar te denken, dat deze Joodse mensen tegen beter weten in een vloek over zichzelf en hun volk uitspraken? Toch zijn de Joden eeuwenlang vervolgd en is de schuld van Jezus' verschrikkelijke dood altijd bij hen gelegd. Misschien zijn in onze tijd de scherpe kantjes ervan af, maar de schuldvraag is nog altijd niet bevredigend opgelost. Nog altijd worden de Joden verantwoordelijk gehouden voor het drama, dat met zoveel passie door Bach is verklankt.

Toch bestaat de indruk, dat vele generaties de fout maakten het lijdensdrama te zeer vast te nagelen aan de geschiedenis, terwijl we vrijwel zeker te maken hebben met een mythe. In een mythologische vertelling wordt gebruik gemaakt van symbolen. Het destijds door de Kerk weggemoffelde, maar de in 1945 herontdekte Evangelie van Philippus, maakt ons deelgenoot van een belangwekkende uitspraak. "De waarheid is niet naakt in de wereld gekomen, maar in symbolen en beelden". De auteur was ook een Christen, die evenals de Kerk het groeiproces van de innerlijke mens liet verlopen langs de sacramentele weg. Maar hij erkende de symbolische dimensie van de waarheid, die wordt uitgedrukt in verhalen als het onderhavige. Zou het bloed, dat de Joden over zich afriepen, misschien geen historisch bloed geweest zijn, maar mythologisch bloed? Was het bloed wellicht een symbool voor iets geestelijk?

Het drinken van ritueel offerbloed is oeroud en wijdverspreid. Vele volken, waar ook ter wereld, waren ervan overtuigd dat bloed de ziel van een menselijk wezen en in tweede instantie zelfs van een goddelijk wezen bevatte. Ook Mozes noemde het bloed als de zetel van de ziel. De rol van het bloed in het religieuze leven is groter dan van welk ander element ook. Zelfs Christus laat ons, door de instelling van het heilig sacrament, "Zijn lichaam en Zijn bloed" consumeren.

Wij, gewend aan westerse normen en waarden, beschouwen het bloed voornamelijk van de materiele kant. Het vloeit bij moord en doodslag en behoort dus in de kringloop van het aderenstelsel te blijven vloeien tot de lichamelijke dood intreedt. Dat is een zeer eenzijdige visie, die de dood voor ware religiositeit betekend. De betekenis van het bloed is namelijk veelzijdiger dan wij ons in onze stoutste dromen kunnen voorstellen. Alleen al door het drinken van de wijn, het symbool van bloed, moeten wij begrijpen dat het niet gaat om fysiek bloed, maar om geestelijk bloed, anders gezegd: om spiritualiteit.

De Ware Inwijder
Nu keren we terug naar de agressieve schare, aanwezig bij het proces tegen Jezus. Dit volk speelt een sleutelrol in het esoterische karakter van het lijdensdrama. Het gaat niet om bloeddorstige lieden, die de marteldood van een onschuldige eisen, maar om ingewijden op zoek naar de spiritualiteit van deze goddelijke mens. Met hun dwingend uitgeroepen eis verwoorden zij het indringend verlangen van vele mensen, naar ware spiritualiteit. Zij verlenen aan de tragedie een spirituele dimensie, die onmiskenbaar was voor gnostici als de evangelist Philippus, maar die kennelijk onbereikbaar was voor meer aards georiënteerde mensen.

Leerlingen op het Pad
Nu schijnt het proces tegen Jezus maar een doel te dienen. Het brengt aan het licht, dat de Zoon van de Vader als bron van de spiritualiteit en ondersteund door de Wereldmoeder, de ware inwijder der mensheid is. Hij en niemand anders doordringt de schare van het besef, dat spiritualiteit bereikbaar is voor iedereen, die zich onderwerpt aan goddelijke wetten. Het volk, dat zijn bloed eist, bestaat uit mensen, die weten.

De Joden, het zij nogmaals met nadruk gezegd, heten niet naar de stam van Juda, maar naar de tiende letter van het Hebreeuwse alfabet, de Jod. In hen zijn de tien sefiroth van de kabbalistische levensboom werkzaam. Het zijn dus de leerlingen op het pad. Waarom beweert het boek Job, dat het heil uit de Joden is (Job 4:22)? Omdat de letter Jod de hand symboliseert, die vanuit de hemel schenkt. De Joden, bewoners van Is-Ra-El bevinden zich op het pad van inwijding, dat leidt van Is (de maan), via Ra (de zon) naar God (El). Deze mysterieuze en vooral mystieke achtergrond mogen we nooit uit het oog verliezen bij het lezen van de uitroep: "Zijn bloed kome over ons en onze kinderen". Want de schare, die daar roept om zijn bloed, zijn wijzelf, de leerlingen, de mensen, die ernstig de weg van de Christus willen gaan, de innerlijke weg naar de opening van het bewustzijn.