VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Vorige Home Boven Volgende

Relaties tussen God en mens
en mensen onderling

Remco Robinson

Voor ons mensen zijn er vele soorten relaties, relaties tussen vrienden en vriendinnen, familierelaties, relaties tussen geliefden en heel speciaal een relatie met God. Mijns inziens is er een verband tussen de relatie met God en de relaties met andere mensen. Ik denk namelijk dat iedere relatie een soort verlangen naar God is. Expliciet is dat de relatie in de zin van religie, maar impliciet zijn dat alle relaties. Alle relaties zijn immers relaties met andere mensen en soms ook met andere schepselen. Ieder schepsel is een deel van God.

De Goddelijke Vonk is in ieder van ons en door relaties kunnen we met die vonk in aanraking komen. Liefde is eigenlijk een deel van God en onszelf opzoeken in de ander. We voeden onszelf ook op deze manier.

Over de relatie met God zijn vele visies. Een heel belangrijke is de 'do, ut des' relatie. Het betekent vanuit het Latijn: ik geef, opdat jij geeft. In de geschiedenis zien we hier vele voorbeelden van. De Pentateuch staat er vol mee. De Jood slacht een stier, ram of duif als offer voor heil van Godswege. Ook de klassieke beschavingen kenden vele rituelen, die op dit beginsel zijn gebaseerd. Als men een wond aan zijn been had, ging men tot een priester van de genezende god. Men bracht dan als offer een gipsen beeld van zijn been en legde dat in de tempel. Zo was de god tevreden en zou hij het been laten genezen. Ook in de christelijke traditie zijn vele voorbeelden te vinden. Een duidelijk voorbeeld zijn de aflaten, die men in de Middeleeuwen kon kopen. Men gaf geld aan de kerk (en via de kerk aan God) en zo hoefde men minder lang in het vagevuur te branden.

Nu zou men de eucharistieviering ook zo kunnen zien. We offeren brood en wijn of misschien -- als we wat dieper in het rituaal kijken -- onze geestelijke gaven, in de hoop dat God Zijn liefde via de consecratie over ons en de wereld zal uitzenden. Toch denk ik niet dat men zo naar de eucharistieviering moet kijken. Wat we eigenlijk doen is het geven van onze geestelijke gaven aan de wereld, aan elkaar en aan God. We geven dus niet om zelf kracht te ontvangen, maar we geven zonder eigen belang. Toch komt er dan een Goddelijk antwoord. Onze gaven voor de wereld en voor elkaar worden versterkt door de liefde van God en het wordt versterkt uitgestort over de wereld, maar ook over onszelf.

De uitstorting over onszelf is niet ons doel, in ieder geval niet ons hoofddoel. Toch worden we beloond. In de Wetenschap der Sacramenten zegt bisschop Leadbeater ook dat de kerkganger onzelfzuchtig moet zijn. In feite werken we mee met God aan het heil van de wereld. Het is dienst aan God en met God aan de schepping. Wij zelf zijn deel van de schepping. Daarom ontvangen wij ook, maar het is niet ons doel onszelf te versterken met Gods kracht. Daarom denk ik niet dat dit een 'do, ut des' relatie is. Daartegenover staat het feit dat als iemand ziek is hij een genezingsdienst kan ontvangen. Er wordt dan niets geofferd, maar God schenkt Zijn steun zonder er iets voor te vragen. Bij de Vespers is het hoofddoel zelfs alleen het loven van God. We vragen dan niets. Ik denk dus dat onze relatie met God niet een 'do, ut des' relatie is, maar een relatie van onbaatzuchtige liefde van God t.o.v. ons, van ons t.o.v. God en van ons t.o.v. elkaar en de wereld. Als we nu deze relatie als voorbeeld nemen voor al oze andere relaties, dan moeten we dus ook onzelfzuchtig zijn t.o.v. onze medeschepselen. Geven zonder iets terug te verlangen en ontvangen zonder ervoor iets te moeten doen.

Natuurlijk kan liefde nooit (lang) van één kant komen en is wisselwerking noodzakelijk, maar met onbaatzuchtige liefde is niet eenrichtingverkeer bedoeld. Onbaatzuchtige liefde is geven en ontvangen, maar het een is niet een voorwaarde voor het andere. Het is onvoorwaardelijke liefde, maar wel wederzijdse liefde. Dat is de ware liefde en als we dit proberen te realiseren, wanneer we een relatie met anderen aangaan, is Gods Koninkrijk weer een stapje dichterbij gekomen.