VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Home Boven Volgende

Van de eindredacteur...

Markus van Alphen

Soms vraag ik mij wel eens af, wat nu onder vrouwelijke spiritualiteit verstaan dient te worden. Spiritualiteit heeft, dacht ik, te maken met eenwording, de eenheidsbeleving, het opheffen van alle dualiteit en valt dus meer onder de noemer androgyn. Zo wij het hebben over de beleving van spiritualiteit door vrouwen, hebben wij het over hoe de vrouw deze androgyne aspecten ervaart. Als wij het hebben over het vrouwelijke aspect van de Godheid, de Wereldmoeder, de Scheppende Voorwaarde zonder welke de schepping niet mogelijk zou zijn, hebben wij het weer over iets geheel anders. Wij allen weten dat zonder tegenpolen niets bestaat: zonder de vrouwelijke of de mannelijke aspecten van God is er geen Godheid. Zo zijn wij, op een kleinere schaal, afspiegelingen van het Goddelijke, gezonden in dualiteit, om ervaringen op te doen zowel in vrouwelijke als in mannelijke leefsituaties. Beide vrouwelijke en mannelijke aspecten zijn in eenieder verborgen. Het is dus goed dat wij, als Vrij-Katholieke kerkleden, met elkaar op zoektocht gaan naar de vrouwelijke aspecten in ons, in onze ceremoniën en in onze leefwereld. Hiervoor dient het congres in juni, waarover u elders in dit nummer meer kunt lezen, als een uitstekend platform.

Al is bij het verschijnen van dit nummer Aswoensdag alreeds voorbij, toch mogen wij best nog even stilstaan bij de symboliek van deze voorbereidende periode tot Pasen. Voor de kerstperiode hadden wij een voorbereidende zondag toegewijd aan de Heilige Geest, gevolgd door de vier adventsweken. Voor het Paasfeest hebben wij wat meer voorbereiding nodig, en wel drie zondagen toegewijd aan de Heilige Geest gevolgd door de Quadragesimatijd, die veertig dagen duurt. Het is dus in de overgang in tijd van de Heilige Geest als Vuur der Liefde naar Quadragesima dat wij Aswoensdag beleven. Niet zo lang geleden was het de gewoonte op deze dag een groot vuur te ontsteken waarop al het overbodige werd verbrand. Op donderdagochtend, zo vertelt men, durfde men toentertijd niet zonder een askruisje op het voorhoofd te verschijnen.

Toch zit hier een prachtige symboliek in. Wij dragen allen bagage met ons in dit aardse leven, en dat wat wij achter ons kunnen laten, is dat wat wij hebben verwerkt en dus kunnen loslaten. Zoals erts door het vuur tot goud gereduceerd wordt, offeren wij onze ervaringen van het afgelopen jaar, in een palmtakje verzinnebeeld, op het vuur der liefde, om de essentie, als as, met ons mee te nemen naar de volgende stap. Het is dus de eerste stap van de loutering die wij moeten doormaken, de eerste stap in het onthechten aan al dat aards en dus tijdelijk is, om tot die opstanding te komen die door het grootse Paasfeest wordt uitgebeeld.

Dwang wordt echter niet van ons gevraagd noch opgelegd. Liever geen askruisje op het voorhoofd op Aswoensdag als er geen liefdeskracht achter staat. De liefde is het allerbelangrijkst: zonder liefde kan men niet aan anderen geven. Alleen dat wat wij zonder aarzeling of verdriet los kunnen laten wordt daadwerkelijk losgelaten!

Al datgene dat voor ons staat is immers een spiegel, en hoe meer liefde wij aan die spiegel geven, des te meer ontdekken wij de liefde die in ons hart schuil gaat. Het is deze onvoorwaardelijke liefde die ons voert naar de ceremoniën in onze kerk, waar wij onze gaven voor de voortgang van ons als mensheid aanbieden aan het Allerhoogste in ons en buiten ons.

In dit nummer vindt u een variëteit aan bijdragen die alle te maken hebben met onze gezamenlijke zoektocht naar dat wat ons verbindt, namelijk het leven dat in ons is. Zoals u in meerdere artikelen zult kunnen lezen, gaat Pasen om de opstanding in het nu, en niet een sterven in lang vervlogen tijden. Het sterven is een zinnebeeld voor het loslaten van alles wat te maken heeft met het tijdelijke. Moge dit nummer u inspireren om het Paasfeest in het nu te beleven.