|
|
Wereldmoeder en Godin van het Westen Het Kerstfeest van Maria Johan Pameijer Ontrouw en overspel zijn niet te rijmen met de devote maagd Maria, Haar reine beeltenis is een van de oudste archetypen in de menselijke ziel. Geen ander beeld roept diepere emoties op dan de zorgzame moeder met het kind aan haar boezem. Nauwelijks is het voor te stellen dat eerbiedwaardige hogepriesters van de tempel te Jeruzalem twijfelden aan de waarheid van hun eigen woorden. "De Heer heeft uw naam groot gemaakt onder alle geslachten. In u zal de Heer in de laatste dagen zijn verlossing aan de kinderen van Israël openbaren" had de priester het jonge meisje toegezegd en hij zette het op de derde altaartree, waarop zij - zoals wij eerder zagen - danste als Shiva in de vlammenkrans van het scheppingswiel. Jaren later zou zij in haar jeugdige vruchtbaarheid wrede aantijgingen moeten aanhoren uit monden van dezelfde priesterschap. Maria, de maagd die zwanger worden zou uit de Heilige Geest, moest haar zuiverheid bewijzen door een dronk uit de gifbeker te weerstaan. Wat een godslasterlijk misverstand. Jozef, de timmerman aan wiens zorg de priesters de tempelmaagd hadden toevertrouwd, was onverwachts thuisgekomen na een maandenlange klus buitenshuis. Hij vond haar zwanger. De sterk gezwollen buik onder haar jakje gaf hem de onbegrijpelijke zekerheid dat zij tijdens zijn afwezigheid was onteerd. Totaal van streek spreidde hij een rouwkleed uit op de vloer en wierp zich jammerend voorover. "Hoe moet ik voortaan opzien tot God. Ik heb dit meisje niet kunnen beschermen. Wie heeft mij bedrogen en haar onteerd?" Verwijtend beet hij haar toe, dat zij door zich te vernederen God was vergeten." Maar zij hield vol. "Ik ben rein. Ik heb echt geen gemeenschap gehad met een man. Ik weet niet waar dit vandaan komt." In haar wanhoop had ze willen wegkruipen, in de grond zinken, vluchten. Ze schaamde zich, hoewel ze diep van binnen wist dat het goed was. De engel die haar was verschenen had het toch duidelijk beloofd? "Vrees niet Maria, want gij hebt genade gevonden voor de Almachtige en gij zult uit Zijn Woord zwanger worden. De kracht van de Heer zal u overschaduwen. Daarom zal ook het heilige dat uit u geboren zal worden de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd." Minstens een keer eerder had zich een dergelijk voorval in de geschiedenis voorgedaan. Ongeveer vijfhonderd jaar vroeger droomde koningin Maya van het rijk Kapilavastoe in de Himalaya, dat een witte olifant met zijn slurf haar zijde binnendrong. Vanaf dat ogenblik droeg haar lichaam de vrucht van goddelijkheid in zich. Negen maanden later werd prins Siddharta geboren. Op zijn 33ste jaar - dezelfde leeftijd die Jezus bij zijn kruisiging had bereikt - verwierf hij de verlichting onder de boddhiboom aan de Narandjana-rivier. Wie kan de witte olifant anders geweest zijn dan de goddelijke Ganesha, de God van de Wijsheid die zoveel gemeen heeft met de Heilige Geest van het Westen? Zijn binnendringen in de zijde van Maya staat gelijk aan de overschaduwing door de Heilige Geest van Maria. Zou het kunnen zijn dat de Christelijke en Boeddhistische tradities hier dezelfde psycho-mystieke gebeurtenis beschrijven? Hoe kon je dit onsterfelijke moment, het meest verheven ogenblik uit de zielsgeschiedenis der mensheid, overplanten in het hoofd van de eenvoudige timmerman, die, na zijn grote bouwopdracht voltooid te hebben, vermoeid terugkeerde naar zijn huis. Intussen piekerde Jozef zich suf over wat hem te doen stond. Moest hij haar zonde verbergen of haar aanbrengen bij de tempeldienaars? Een bijzondere droom redde hem uit dit verschrikkelijke dilemma. Een engel verscheen aan hem en hij zei: "Ze zal een Zoon baren en gij zult hem de naam Jezus geven, want hij zal zijn volk redden van de zonden". Opgelucht ontwaakte de timmerman en hij bespiedde haar door zijn wimpers. Het enig juiste wat ik moet doen is haar naar de tempel brengen, overlegde hij bij zichzelf. Beter dan hij zouden de hogepriesters weten dat de maagd zwanger zou worden van de Heilige Geest. Zij hadden destijds zelf beweerd dat de Heer haar had grootgemaakt onder alle geslachten. Het bezoek aan de tempel zou deze profetie kunnen bevestigen. Priesterlijk ongeloof De brave Jozef zou onwettig gemeenschap met haar hebben gehad, waardoor zij zwanger raakte, maar het meisje bezwoer bij hoog en bij laag, dat niet Jozef maar de Heilige Geest de oorzaak van haar zwangerschap was. Zowel Maria als Jozef werd opgedragen het bittere testwater te drinken. Dit oordeel is in flagrante strijd met de voorzegging door de engel, waarvan de visionaire priesters op de hoogte dienden te zijn. In werkelijkheid wisten zij niets en hoopten op een goddelijk oordeel na het drinken van het bittere testwater, dat in geval van leugen niets minder dan de gifbeker zou blijken te zijn. Het bloemrijke verslag, dat ons niets bespaart, slaat nu plotseling een ingetogen toon aan. Van enige spanning bij de betrokkenen lijkt geen sprake. "Nadat de priester het water genomen had gaf hij het Jozef te drinken en stuurde hem de bergen in, maar hij kwam welbehouden terug. Ook Maria gaf hij te drinken en stuurde haar de bergen in en ook zij kwam welbehouden terug. En het hele volk verwonderde zich dat zich bij hen geen zonde geopenbaard had." De priester stelde hen in vrijheid en Jozef keerde met Maria naar zijn huis terug en verheerlijkte de God van Israël. Beproevingen De 'God van Israël' is niet zomaar een stamgod, maar veeleer de innerlijke God, van wie door inwijding de kennis wordt verworven. De inwijdingsnaam Is-Ra-El duidt op de inwijding van Is (de maan) via Ra (de Zon) naar God (El). Israël geeft de weg aan van de maan naar de Zon en over de Zon heen naar God, dus van de schijnwereld naar het Licht en van het Licht naar de Bron van het bestaan. Dat was ook de poort die Maria en Jozef door het drinken van het bittere water hebben doorschreden. Ook het begrip "bitter water" bevat een geheim. In principe is het de betekenis van de naam Maria, die ook als Mirjam in het Oude Testament voorkomt. De zuster van Mozes, Mirjam, had een soortgelijke ervaring als Maria. Zij werd van melaatsheid verlost en raakte daarna bekend als de eerste bijbelse profetes (Numeri 12). De naam zelf staat in verband met het oerelement 'water', dat reeds in het eerste vers van Genesis naar voren komt als de wateren, die door Gods Geest worden omzweefd. Deze wateren dan splitsen zich in de wateren boven en onder het uitspansel en het vloeibare water en het droge land. Water is in de symboliek het element van de ziel en het openbaart zich in ruimte en tijd, geboorte en dood, in emoties en beweging. Water is het leven, zoals de vrouw 'de moeder van de levende' is. Wereldwijd is de mythologie eensgezind in de opvatting, dat godinnen te maken hebben met de ziel, met schepping, met groei. Vandaar dat tussen hun vruchtbaarheid of hun onvruchtbaarheid een wereld van verschil bestaat. De godin - en dus ook Maria - is in de mythologie de dynamische energie van God, ook wel zijn Sjechina (Hebreeuws) of zijn Shakti (Hindoes) genaamd. Maria en Jozef zijn na het drinken van het bittere water geheel doordrongen van het lijden der wereld, verleiding en worsteling, groei en vernietiging. Door hun overleven aanvaarden zij de missie 'goddelijkheid in ballingschap' te zijn. Omringd door louter onwetendheid, uitgedrukt door de onwetende hogepriesters, zullen zij straks aan de wieg van de Verlosser staan, die de God uit zijn ballingschap zal leiden. Scharlaken en purper Zeven stoffen werden er in het enorme gordijn verwerkt: het goud van de goddelijke Zon, het amiant van de maan, het fijne linnen van de aarde, vervolgens de zijde van de harmonische eenheid van mens en kosmos, het hyacintblauw van het denken, het scharlaken van de emoties en het purper van de overpeinzing. Onder leiding van de tempelpriesters werd het lot geworpen om uit te maken welke stof Maria in het voorhangsel zou weven. Maria lootte het purper en scharlaken. Met andere woorden: de Wereldmoeder werd in het emotionele leven gedompeld, maar tegelijk werd haar de kans geboden de geheimen ervan door meditatieve bezinning te leren doorgronden. Hiermee was de opdracht aan Gods dynamische energie vastgelegd in het werk aan hetzelfde voorhangsel, dat later bij het sterven van haar Zoon, de Verlosser, van boven naar beneden zou scheuren. De wonderbaarlijke symboliek van dit verhaal krijgt nog een extra dimensie door een vreemde toevoeging. Op hetzelfde moment dat het lot Maria bond aan het scharlaken en het purper werd Zacharias, de hogepriester van de tempel, met stomheid geslagen. Een andere priester, Samuel, verving hem tot hij weer kon spreken. De oplossing van deze raadselachtige synchroniteit is te vinden in de betekenis van de namen. De betekenis van Zacharias is "God is binnen gedrongen", terwijl de voornaam Samuel duidt op het 'onderscheidingsvermogen'. Terwijl Maria, de Wereldmoeder, neerdaalde in de sfeer van de emotionele aandoeningen stokte haar gewaarwording van het goddelijke in welke gedaante dan ook, een reactie die wordt uitgedrukt in de stomheid van de hogepriester. Tegelijkertijd werd het onderscheidingsvermogen geactiveerd, zodat de Wereldmoeder in haar menselijke gedaante de mogelijkheid werd gegeven Waarheid en leugen te herkennen. Kort na dit incident voorzegde de engel haar de geboorte van een goddelijk Kind. Haar zwangerschap markeert de periode van onbegrip die iemand passeert die zich bewust is van de goddelijke waardigheid van de mens. Het proces is een schrijnend symptoom van dat onbegrip dat zelfs geestelijken tot ongelovigen maakt. Meer dan ooit beseft de Wereldmoeder in twee werelden te leven. Aan de ene kant schittert de wereld van het goddelijke, aan de andere kant ligt de donkere wereld van de mens. De twee volken Het visionaire karakter van deze uitspraak stempelt haar meer dan ooit tot een bovenaards wezen. Soms lijkt het alsof ze zich een kort ogenblik bewust is van haar ware identiteit. De kleine aardse maagd hoort in diepste wezen toe aan de grote oneindige kosmos. Levend in twee werelden neemt ze twee volken waar. Het ene is zich bewust van zijn goddelijke afkomst en streeft ernaar zich innerlijk op te richten tot God, de andere heeft zich van God afgekeerd en leeft onbewust van de Waarheid in de duisternis van onwetendheid. Niet lang daarna zal hun de toegang tot een herberg worden geweigerd. Voor de Wereldmoeder en haar begeleider is geen plaats in een wereld vol onwetendheid. Zelfs zal de jacht op babyjongetjes worden geopend, omdat de wereldse viervorst Herodes doodsbang is voor de pasgeboren Koning der Joden. Onwetendheid en onkunde leiden tot onmacht en onrecht. Het brein reageert nog steeds krampachtig op de stem van het hart. Langzamerhand naderen we de sfeer van het Lukas-evangelie. Een volkse herberg vol drank en vermaak is een onherbergzaam oord voor de Wereldmoeder en de goddelijke vrucht van haar schoot. De bedrijvige wereld toont geen enkele aandacht voor de komende Verlosser. Het goddelijke paar zoekt onderdak in een grot, een stal, misschien een huis, bruikbare metaforen voor het hart, dat de ware plaats is waar Christus geboren moet worden. De verteerde hand Verbijsterd door de aanschouwing van dit godswonder rende de vrouw de grot uit en botste bijna tegen Salome aan. "Salome, wat ik nu toch heb gezien. Je gelooft je ogen niet. Een maagd heeft een kind gebaard. Volgens de natuur is dat toch onmogelijk?" Salome ging meteen tot handelen over. Zij was een kordate vrouw, verre van lichtgelovig en heel nauwgezet in het navolgen van de regels. "Zowaar de Heer, mijn God leeft, zolang ik mijn vinger niet bij haar heb binnengebracht om haar gesteldheid te onderzoeken zal ik niet geloven dat een maagd een kind ter wereld heeft gebracht." Mattheus noch Lukas maken melding van de pragmatische Salome. Dat is hoogst opmerkelijk, omdat zij de mystieke schakel vormt met de in die tijd nog niet uitgestorven mysteriewijsheid. Salome is volgens haar naam de gesluierde, die het mysterie door feiten aan het licht brengt. De gevolgen van haar logische handeling zijn uitsluitend vanuit de mysteriereligies te verklaren. Argeloos bracht ze haar hand in en terstond verteerde hij en viel af. Geschokt viel ze op haar knieën en stamelde een schuldbelijdenis vanwege haar ongeloof. Zij meende de levende God te kunnen uitdagen, maar nu smeekte zij hem haar terug te geven aan de armen. En plotseling verscheen uit het niets een engel en zijn stem gonsde door haar hoofd: "Salome, Salome, God heeft je verhoord. Breng nu je arm naar het kind en vreugde zal je deel zijn." Schuldbewust sloop Salome naar het kind en legde de bevende stomp tegen het mollige kinderarmpje. Haar lippen prevelden: "Ik zal hem hulde brengen, want voor Israël is een groot koning geboren." Toen de engel was opgelost kon ze haar herstelde hand weer waarnemen en haar vingers bewegen. De mystieke kist De oudste vorm van deze archetypische overtuiging is de beroemde mythe over de doos van Pandora. Als Prometheus het vuur steelt stuurt Zeus, de oppergod, de eerste vrouw Pandora met een doos naar de mensen. Zijn broer Epimetheus, de echtgenoot van Pandora, haalt haar uit nieuwsgierigheid over de doos open te maken. Tegen het uitdrukkelijke bevel van Zeus, de Goddelijke Vader, neemt ze het deksel eraf en geeft tot haar ontsteltenis de vrijheid aan duivels en demonen, die rampspoed over de mensheid brengen. Pandora was het Griekse equivalent van de Joodse Eva, die tegen de wil van Jahweh van de verboden vrucht at. Dezelfde thematiek komt in de mythologie van totaal verschillende volken naar voren en werkt nog steeds door in ons tabernakel, dat niet door de oningewijden geopend mag worden. Het mysterie van de doos van Pandora wordt eigenlijk goed uitgelegd door W. Brede Kristensen, in zijn boek "Het leven uit de dood". Hij zegt dat de kist ook het symbool is van het verborgen leven der aarde, dat door de vegetatiegodinnen uit het dodenrijk wordt opgewekt. Het gaat dus om onbeheersbare goddelijke krachten aan de basis van het bestaan, waar de mens vanaf behoort te blijven. Dat deze antieke gedachte nog niets verouderd is bewijst de onbeheersbare atoomenergie, waarmee de mens weinig anders weet te doen dan zijn medemensen bedreigen. De mystieke kist is evenals de doos van Pandora en de Arke des Verbonds het symbool van de leven- en dood schenkende aarde, maar ook van de baarmoeder, waarbinnen het kind wordt gevormd dat na zijn lichamelijke geboorte ook weer ten prooi zal vallen aan rampspoed en dood. Moeder en Kind De mythologie laat zien hoe in de regio van het Nabije en Midden-Oosten elke godin de fakkel van het goddelijke moederschap doorgaf aan haar opvolgster. Maria, de godin van het westen, ontving de toorts van de Egyptische godsmoeder Isis. In de eerste eeuwen van het Christendom vereerde de Kerk Isis en niemand anders als de goddelijke Moeder. Pas in het jaar 395 werd haar tempel in Efese verwoest en vervangen door een nieuw exemplaar, dat voortaan aan Maria was gewijd. De jonge, zeer mannelijk georiënteerde Kerk, realiseerde zich tijdig dat er een volksoproer zou komen als zij het volk de heidense godin Isis ontnam. Door Maria voor haar in de plaats te stellen voorkwam ze een hoop ellende. Voortaan droeg Maria het Licht van de Wijsheid, dat eerder was gedragen door Inanna, Isjtar, Astarte, Aphrodite, Pallas Athene, Sophia en Isis en in verre werelddelen door godinnen als Amaterasu, Kali en Viramama. Isis, de voorgangster van Maria, schonk volgens de mythe het leven aan Horus en Seth, twee broers die elkaars tegenpolen waren. De slechte Seth herleefde in het Nieuwe Testament als de Satan, die Jezus probeerde te misleiden. De beeltenis van Isis met haar geliefde zoontje Horus aan de borst stond ten voorbeeld aan de bekende Maria-icoon van de Moeder Gods en haar goddelijke Kind. Dit indringende archetype is hecht verankerd in het collectieve onbewuste van de mensheid. Het zal ons er altijd aan herinneren, dat wij, hetzij man of vrouw, de vrucht van ons onderbewustzijn moeten leren koesteren als het Kind, met wie wij eens zullen versmelten. |
|