VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Vorige Home Boven Volgende

Leeft in het nu

Markus van Alphen

De meesten van ons geloven wel in de wet van oorzaak en gevolg. Eventueel zou men kunnen zeggen dat de mate waarin -hoe diepstrekkend men denkt dat de gevolgen van een gedane daad doorwerken- van de ene op de andere persoon anders ligt. Men zou een semantische discussie over het woord wet kunnen voeren, maar al snel komt men tot de conclusie dat het niet zozeer gaat om het stempeltje dat men erop gedrukt heeft, maar veeleer om het proces zelf. Op het stoffelijke vlak weet men dat een balletje dat naar de muur geworpen wordt terugkaatst: het is maar een kwestie van dieper inzicht dat tot de conclusie leidt dat alle daden een reactie uitlokken in de tegenovergestelde richting en van soortgelijke kracht. Gaat men een stapje verder door aan te nemen dat gevoelens en gedachten ook bestaan en dus gevoeld en gedacht worden -en dus ook daden zijn en daardoor oorzakelijk zijn- dan kan men het leven in een ander licht gaan zien.

Het is zo dat wij ons verleden niet kunnen veranderen. De momenten waarin het verleden is geschied staan geschreven in het geheugen van tijd – een geheugen dat niet te wissen is. Levend vanuit een geloof in de wetten van oorzaak en gevolg – karma in de volksmond- weet men dat slechts de toekomst naar onze hand gezet kan worden: door oorzaken te zaaien die in de toekomst als goede gevolgen te oogsten zijn. Hierop zou men de vraag kunnen stellen wat nou goed en niet goed is. In de maatschappij zou iedereen hierop een ander antwoord hebben. Dat wat voor de ene goed of fout is, is niet noodzakelijkerwijs voor de ander goed of fout. Maar het is wel goed te bedenken dat alle daden, dus ook gevoelens en gedachten, hierbij inbegrepen zouden moeten worden.

Er is een ander aspect dat in de bovenbehandelde tijdslijn niet voldoende aan bod is geweest en dat is het nu, dit moment, waar wij nu staan, een schakel tussen verleden en toekomst. Hierbij moet men het aspect van het eigen scheppend vermogen erbij betrekken. Gaan wij observeren wat het leven inhoudt, komt men snel tot de conclusie dat al die mooie dingen om ons heen – zelfs de prachtige natuur - niet het leven zijn maar slechts het decor vormen van een toneelstuk waarvan wij tegelijkertijd regisseur en hoofdrolspeler zijn. Net zoals een regisseur verschillende toneelstukken regisseert, wordt er telkens gebruik gemaakt van een andere hoofdrolspeler, met eigenschappen die het specifieke toneelstuk ten goede komen. Men zou kunnen zeggen dat de regisseur de ziel en de hoofdrolspeler de persoonlijkheid is. De mate waarin de hoofdrolspeler de aanwijzingen van de regisseur opvolgt bepaalt het succes van het toneelstuk. Uiteindelijk gaat het leven niet over de objecten maar over het ervaren van momenten, hetwelk de verhoudingen zijn tussen alles en allen. Oftewel, nadat het toneelstuk is opgevoerd, blijft slechts de ervaring ervan leven in het geheugen van het publiek.

Het aspect van het scheppende vermogen komt erbij kijken op het moment dat wij erachter komen dat wij de verbanden leggen en de ervaringen –en dus de verhoudingen onderling- kunnen besturen. Hoe wij iets ervaren is een keuze die wij maken. Wij mogen ons scheppende vermogen gebruiken om de ervaring op zo’n manier te beleven dat de ervaring voor ons een positieve invloed uitoefent op ons leven nu of in de toekomst, onze groei, of wat dan ook. Het is dit feit dat de grondslag vormt voor alle leringen gegeven door de zogenoemde succesguru’s en is even toepasbaar op alle niveaus van het bestaan. Dit kan men aanvullen met wat men omgekeerd denken noemt: in plaats van zeggen dat zien is geloven, draaien wij het om in eerst geloven dan zien wij het resultaat.

De schepping om ons heen is voor eenieder anders. Doordat alle onze wegen uniek zijn kan dit haast niet anders. Wij hebben wel afspraken zodat wij met elkaar kunnen communiceren maar hoe één persoon het woord goed beleeft, bijvoorbeeld, is waarschijnlijk anders dan hoe een volgende persoon dat doet. Gebruikmakend van ons scheppende vermogen – en dit kunnen wij pas gaan gebruiken als wij in steeds mindere mate door de maatschappij gedacht en gevoeld worden en het beheer over onze gedachten en gevoelens in eigen hand genomen hebben - scheppen wij dus in feite onze eigen omgeving.

Het addertje onder het gras is natuurlijk hoe wij onze talenten en vermogens aanwenden. Dit kan op één van twee manieren. Is dit voor eigen welzijn ten koste van de ander – mens, dier, plant, enz - dan zullen de wetten van oorzaak en gevolg hun wielen laten draaien om op het ene of het andere tijdstip ons hierop te wijzen. Is het in dienstbaarheid tot onze God aangewend, dan ook zullen dezelfde wetten de gevolgen openbaren die hieruit voortvloeien. Wat men oogst is inderdaad wat men zaait. Doet men niets, uit vrees iets verkeerds te doen, dan zullen de omstandigheden waarin men zich bevindt een steeds heftiger omgeving creëren totdat men uiteindelijk overgaat tot activiteit. Luisteren naar onze vrezen is niets anders dan kiezen voor het eigen gemak in de korte termijn ten koste van het leven dat eeuwig is. Met andere woorden, er zijn maar twee mogelijkheden: iets groeit of sterft; staat het stil, dan sterft het.

Gezien in het bestek van een enkel leven kan dit misschien ongeloofwaardig overkomen. Gezien vanuit een aanvaarding van de wetten van evolutie en reïncarnatie niet. Alles wat men in dit leven doet heeft invloed op onze toekomstige levens. Door het lijden om ons heen te zien, ons mededogen en onze liefde hierop uit te storten en toch te aanvaarden –hoe moeilijk het ook mag zijn - dat alles in het plan Gods past en dat het Goddelijke plan volmaakt is, is de eerste stap tot een positieve houding. Door ons eigen lijden te doorleven in de kennis dat het een deel vormt van ons eigen leerproces is geen makkelijke opgave. Totdat men terugkijkt op de vaak moeizame tijden van het verleden en dat soms het gevoel opkomt dat die moeizame tijden toch hun nut hebben gehad. Dan kunnen wij het tegenwoordige lijden op een andere manier gaan ervaren door onze eigen omgeving te scheppen.

Wij leven uiteindelijk in een volmaakte wereld – hoe bar de omstandigheden om ons heen ook schijnen te zijn. Haar onvolmaaktheid leeft alleen in onze ervaring als persoonlijkheid. Als persoonlijkheid zien wij niet de eenheid van het leven, doordat wij in afgescheidenheid leven van onze goddelijke oorsprong. In onze liturgie drukken wij de volmaaktheid uit in "dat de bestiering der wereld geschiedt met volmaakte rechtvaardigheid" en "dat door Hem alles is geschapen, ja, alles in de hemel zowel als op aarde, dat met Hem als het inwonende leven alle dingen bestaan en dat in Hem, Die is de transcendentale Heerlijkheid, alles leeft, beweegt en is".

Leef dus met positieve instelling in het nu, gebruikmakend van de ervaringen van het verleden en met vertrouwen in de toekomst.