VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Home Boven Volgende

Pasen geen ver weg mysterie

+Philip

Pasen is geen ver weg mysterie, maar een diep ingrijpend Godsgebeuren, dat met eindeloos geduld wacht en wacht op zelfontsluiering door de zoekende en alles aftastende mens, in een hier en nu.

Is er in diepste wezen eigenlijk wel eindigheid en dood? Neen, slechts vanuit een eeuwig ingeboren heimwee, een goddelijk in de mens gelegde vonk, een gaan, als voorbijganger, in beweging en rust, van metamorfose in metamorfose: een zwerftocht in eigen innerlijk landschap van zelf opgeroepen verandering, in zelf opgeroepen wijzigingen.

De eerste Christengemeenschappen wisten uit eigen ervarend weten, dat het was en is: "Ontwaakt gij die slaapt in onbewustheid en sta op uit de dodelijke onwetendheid". Nu in deze tijd zou je kunnen zeggen: "Verlaat de geschoolde onwetendheid".

De door de eeuwen heen in de mens gelegde archetypische beeldvormen om tot bewuster zelfweten en dus innerlijke groei te komen, klinken ook nu weer in de naderende Paastijd door vanuit de vele Heilige universele leringen. Onder andere óók vanuit het Bijbelwoord, dat in diepste wezen een wetenschap is voor de westerse mens op zijn/haar innerlijke scholingsweg, die voert van wijding in inwijding. Een komen tot verder voerend inzicht in het leven zelf met dat bijbelwoord als richtsnoer, als een geschiedenisweg van de ziel, die ons steeds weer inspirerend wil voeren aan de stille wateren van onze ziel, onder haar schaduw, onder haar vleugelen, in beweging en rust, in godservaring, in zelfervaring, in ontmoeting met zichzelf.

De Psalmist geeft het een extra dimensie in "Wees stil, weet, dat je god bent". Het wordt voorgeleefd in wijsheidsvormkracht, ook in het heden, in het nu door de Levende Heer en de Heilige Vrouwe, in ons aangereikte tijdkringen, de zeven transformatietreden, aangegeven in het evangelie, voerend van geboorte naar zielehemelvaart.

Weer wordt in ons gelegd: "Wat zoekt ge de (het) levende bij de (het) dode". Ook de geruststellende uitspraak: "Zoals wij allen in Adam, Gods Levensadem sterven, weer worden opgenomen, zo worden wij ook in Christus Geheiligd Bewustzijn gewekt ten leven."

Als wij zicht krijgen op het verhaal dat wij leven, zien wij met de ogen van onze ziel, dat de oorzaak van al wat ons in het leven overkomt in ons zelf ligt. Als wij namelijk de steen, beter de verstening, van ons hart wegwentelen, kunnen wij de dan ontwaakte innerlijke krachten beter ten volle benutten. Een aanvaardend, dan echter niet meer berustend weten, dat wij het eindige een bewuste plaats, een tehuis hebben gegeven in ons leven van alledag, om met de ander naast ons geplaatst en tevens Het Andere verticaal geplaatst, het in onze handen gelegde leven, zinvol, betekenisvol te doen zijn.

Dan leven wij vanuit de ziel en tevens in de ziel, ervaren dan de ziel als de bron van eigen innerlijke en uiterlijke ontplooiing, in het dan gezuiverde weten, dat vanuit het gezichtsveld van onze ziel, niets bij toeval gebeurt, Alles wordt namelijk in het ongeziene voorbereid en uitgewerkt voor het in het geziene vormkracht krijgt.

Het rijk van het ongeziene is namelijk het rijk van de oorzaak en het rijk van het geziene dat van het gevolg. Natuurlijk, de mens heeft de geboden vrijheid zijn zieleluik voor deze goddelijke wetmatigheid te sluiten, zoals nogal eens gebeurt. Meegesleurd door drang te bezitten en zoveel mogelijk te behouden.

William Blake houdt ons dienaangaande voor, ik citeer:

"Indien de deuren van de menselijke waarneming grondig gereinigd waren, zouden wij alles zien zoals het is, namelijk oneindig. Maar de mens heeft zich zolang opgesloten, tot hij de dingen alleen maar ziet door de smalle spleten van zijn eigen spelonk."

Er bestaat een mooie oude legende van een rabbi, bij wie een leerling komt met de vraag: "Vroeger waren er mensen, die God van aangezicht tot aangezicht hebben gezien. Waarom zijn die er nu niet meer?" Toen antwoordde de rabbi: "Omdat er nu niemand meer zo diep kan buigen". Dat voert ons dan binnen het wezenlijke, minder jezelf en méér de ander, en het bekende, niet mijn wil, maar de Uwe geschiede in mij.

Het vraagt moed om naar dat inzicht in onze huidige consumptiemaatschappij te leven. Het is namelijk veel gemakkelijker in alle veiligheid in groepsverband in gebaande wegen gewillig mee te wandelen. Maar voor wie leeft vanuit zijn ziel is het beter in edel streven te falen, dan uit gemakzucht en veiligheidsoverwegingen, elk streven na te laten. Want slechts naarmate stap voor stap het leven wordt volbracht, wordt de diepe ontsluiering van de geheimenissen mogelijk om de God in jezelf tot geboorte te brengen.

"Weest beproefde wisselaars" is een opdracht van de Heer in een van de nieuwtestamentische apocriefen. Dat wil zeggen, geeft de goddelijke inzichten in je ziel verworven met een goddelijk hart aan de mens naast je geplaatst. De mens dient het zaad in hem/haar gelegd, in de levensaarde te werpen,en zichzelf daarbij met zijn gehele wezen toe te vertrouwen aan het levensveld waarin hij vanuit zijn blauwdruk is geplaatst. Meestal echter zijn wij namelijk niet zo geweldig bereid elke situatie te aanvaarden waar binnen wij geplaatst zijn. Het blijft moeilijk te zien dat wat voor je is geplaatst, met jezelf heeft te maken.

Ook de leertijd van Onze Heer bestond uit een lange zielereis van kribbe naar krypte, van Galilea naar Jerusalem. Een lange folterende zieleweg die uitliep op een andere mystieke reis, de kruisweg. De zogeheten nacht van de ziel, waarmee zovele mystici op hun hemelreis van de ziel werden en worden geconfronteerd.

Gelooft in het Licht, opdat gij kinderen des Lichts moge zijn, lezen wij in Joh.12:36, en in de wijsheid van Salomo wordt het feit dat de goddelijk inwerkende wijsheid ons meer nabij is dan wij onszelf nabij zijn aldus verwoord: "Zij is een glans van het eeuwige Licht. Zij blijft hetgeen zij is en vernieuwt alles en onophoudelijk begeeft zij zich in de heilige zielen en maakt ze tot vrienden van God."

In je eigen psyche blijven zoeken naar de schat in je eigen akker, de kostbare parel, de steen der wijzen, of hoe je dit gelukkige evenwicht in de stroom van ieders gebeuren wilt benoemen. Je ervaart dan dat álle dingen, die zich in de tijd bevinden een waarom daarom hebben én dat al het eindige slechts een middel is om te komen tot dieper inzicht in jezelf.

In logion twee van het zo dierbare evangelie naar Thomas houdt de levende Heer ons voor:

"Dat hij die zoekt niet zal ophouden met zoeken tot hij gevonden heeft en er als hij zal gevonden hebben, zal hij verbijsterd zijn en verbijsterd zijnde, zal hij in verwondering opgaan en hij zal heersen over het al."

In Meister Eckeharts woorden: "Zodra de ziel inziet dat zij God kent, ontvangt zij kennis van God en van zichzelf."