|
De rijkdom van een arme man Johan Pameijer O pnieuw wekt het paasverhaal de aandacht voor een geschiedenis, die als de zonbeschenen top van een piramide boven het Johannes-evangelie uitsteekt: de opwekking van Lazarus. Er was een zieke in Bethanië, de plaatsnaam met als betekenis 'het huis der vijgen, van droefenis, van smart'. Zo onheilspellend was de ziekte, dat zijn zusters Maria en Martha een boodschap aan Jezus verzonden. "Here, degene die u liefhebt, is ziek." Jezus ontving het bericht in alle rust. Zijn reactie wekt onze verbazing. Geen enkel teken van ontsteltenis, geen spoor van haast om bij de zieke vriend te komen en hem te redden. Er klinken woorden uit zijn mond die tweeduizend jaar na dato om een ingrijpend antwoord vragen. "Deze ziekte is niet ten dode, maar ter ere Gods." Met andere woorden: Lazarus zal er niet aan sterven. Desondanks wordt de goede vriend een pagina verder opgewekt uit de dood.Dit is een van de uitdagende raadsels waar de bijbelschrijvers ons zo graag mee confronteren. Toch preludeert dit oude verhaal op de opstanding van Jezus zelf uit het graf. Wat heeft de hoogbejaarde Johannes ermee voor? Jezus schijnt zich van zijn zieke vriend weinig aan te trekken. Onverstoorbaar wacht hij twee dagen en stelt dan voor om verder te trekken naar Judea. Zelfverzekerd weerstaat hij de dreiging van vijandige Joden die hem eerder wilden stenigen. In plaats van enige angst te tonen, zinspeelt de Heer op het bewustzijn van de nacht, wanneer iemand in wie geen licht is, zich gemakkelijk kan stoten. In de eerste helft van Johannes 11 rijgen zich de mysteriespreuken aaneen. Met het bewustzijn van deze wereld zijn wij nauwelijks bij machte de diepte van de woorden te begrijpen. Opeens staat Jezus stil. Het is alsof hij de boodschap aan de hemel geschreven ziet. "Lazarus, onze vriend, is ingeslapen," klinkt het mysterieus uit zijn mond. Een wonderlijke situatie. Heeft hij zich zo vergist, dat hij zijn trouwe kameraad liet sterven zonder een hand naar hem uit te steken? Bleef hij onverschillig tegenover de smeekbeden van de angstige zusters. Kunnen we Jezus hier op een foutieve inschatting betrappen, die in onze tijd de voorpagina's van alle kranten zou halen? Was de Zoon van God dan toch maar een doodgewoon mens? Een rituele dood Misschien kende hij de levensgeschiedenis van Lazarus wel, zoals die doorklinkt in enkele evangelische anekdoten. De rijke jongeman die Jezus kwam vragen wat hij moest doen om het eeuwige leven te beërven (Marcus 10:17-22) was volgens veel esoterische uitleggers niemand anders dan onze Lazarus. Zat van rijkdom besefte hij pijnlijk zijn geestelijke armoe. De geboden had hij trouw in acht genomen. Hij had niemand gedood, was trouw aan zijn vrouw, niemand zou hij ooit bestelen en hij legde geen valse getuigenissen af. En toch voelde hij zich een gevangene van zijn bezittingen. Het antwoord van Jezus denderde langdurig na in zijn geheugen. Verkoop alles wat je hebt en geef de opbrengst aan de armen en je zult een schat in de hemel vergaren. Nachtenlang lag hij naast zijn slapende vrouw te woelen. De opdracht van Jezus beierde maar door zijn hoofd: Volg Mij! Het klonk als een onweerstaanbaar bevel. En hij besloot Jezus te volgen. Bijna zette hij zijn naakte voeten in diens voetsporen. Zelfs de arrestatie in Gethsemane maakte hij van nabij mee. Marcus noteerde het voorval in de marge van hoofdstuk 14. Een jonge man, die een laken om het naakte lichaam had geslagen, liep mee, Hem achterna en zij grepen ook hem. Maar hij liet het laken in hun handen en nam naakt de vlucht. Waarom zou Marcus dit tafereel vermelden als de jongeman in kwestie geen rode draad vormde door het hele evangelieverhaal? Vele uitleggers hebben Lazarus in hem herkend, dezelfde die in Lucas 16 is afgezakt tot een 'bedelaar vol zweren'. Een bedelaar Lucas vertelt de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus. Uiteindelijk besloop de dood het uitgeteerde lijf van de zwerver, en terwijl zijn ogen voorgoed dichtvielen, naderden de engelen. Ze bogen zich over hem heen, tilden hem voorzichtig op en legden hem in Abrahams schoot. Zijn liefdevolle opname in het hiernamaals staat in schrille tegen stelling tot het kille welkom van de rijke, die tot zijn laat-ste adem de vrucht van zijn rijkdom had genoten. De rollen waren volkomen omgekeerd. Nu smeekte de dorstige rijke de arme Lazarus om verkoeling door een druppel water van zijn vingertop te mogen likken. Een verloren fragment "Zij kwamen te Bethanië. En daar was een vrouw, wier broeder gestorven was. En zij kwam en wierp zich voor Jezus ter aarde en zei tot hem: "Zoon van David, wees mij genadig." De discipelen berispten haar, maar Jezus was vertoornd op hen en ging met haar in de tuin waar het graf was. En onmiddellijk werd een luide kreet gehoord uit het graf. En naderbij komend rolde Jezus de steen weg van de opening van het graf. En onmiddellijk ging hij naar binnen en daar was de jongeling. Hij strekte zijn hand uit en wekte hem op en nam hem bij de hand. Maar de jongeling keek hem aan en had hem lief en begon te smeken dat hij bij hem mocht zijn. En het graf verlatend gingen zij in het huis dat de jongeling bezat, want hij was rijk. En na zes dagen gaf Jezus hem aanwijzingen en in de avond kwam de jongeling tot hem en droeg een linnen doek over zijn naakte lichaam. En hij bleef die nacht bij hem, want Jezus leerde hem het mysterie van het Koninkrijk Gods." De relatie tussen de rijke jongeling en de vluchtende jongeling bij de arrestatie van Jezus komt zonneklaar uit dit fragment naar voren. Ook de familieband met de zusters wordt erin bevestigd. Verder krijgt het inwijdingskarakter van de opwekking steun in de laatste zin. De nacht is doorgaans het beeld van het onderbewuste, waarin het mysterie van het Koninkrijk Gods wordt gekend. Mattheus en Lucas negeerden dit verhaal, maar Johannes gaf het een centrale plaats in zijn symmetrisch opgebouwde evangelie. Onderzoek zou het waarschijnlijk maken dat Johannes de evangelieschrijver dezelfde persoon was als Lazarus. Dat blijkt onder meer uit het eerste bericht van de zusters over hun zieke broer. In Johannes 11:3 noemen ze hem uitdrukkelijk "die Gij liefhebt". Johannes is de geliefde leerling en in de gelijkenis over de rijke man en de arme Lazarus vinden wij Lazarus even teder aan Abrahams borst als hij bij het avondmaal aan Jezus' borst rust. Op uiterst subtiele wijze is door de evangelisten een relatie kenbaar gemaakt tussen beide personen, die zich niet makkelijk laat wegredeneren. Niet onwaarschijnlijk is Johannes de inwijdingsnaam van de opgewekte Lazarus, nadat hij is ingewijd in de mysteriën van het Koninkrijk van God. De top van een piramide Terwijl Marcus Jezus onmiddellijk na de oproep laat opdraven, maakt Johannes melding van zijn bewuste aarzeling. Johannes breidt het verhaal uit met details die enerzijds de geloofwaardigheid verhogen, maar anderzijds het mystieke karakter van de opwekking sterk benadrukken. Wat bedoelde Thomas anders, toen hij zei: "Laten we met hem sterven" dan: laten wij met hem de inwijding ondergaan. Pas na drie dagen, dus op de vierde dag na het vermeende sterven, kwam Jezus in Bethanië, de plaats van droefheid of het 'huis van de vijg' aan. Deze betekenis verklaart veel. De vijg geldt vanouds als een inwijdingssymbool. Droefheid en smart horen bij dit aardse leven, ofwel het leven dat behoort bij de vijgenboom der kennis van goed en kwaad, die grondig moet worden gekend. Het aankomen in Bethanië wil zoveel zeggen als het betreden van het huis van inwijding. Daar bevindt zich de zogenaamde dode, die gedurende drie volle dagen het mysterie van de mystieke dood diende te ondergaan om gelijktijdig met de wassende maan uit zijn doodsslaap te worden wedergeboren. Naar analogie met de mysteriewijsheid nemen we aan dat 'de ziekte die niet ten dode' was duidde op een geestelijk vacuüm, waarin met name mensen die in droefheid verkeren, gedompeld zijn. De 'zieke' Lazarus onderging de rituele dood teneinde dit wezen van duisternis als een illusie te ontmaskeren. Allerlei tekenen wijzen op een mystieke uitleg van dit verhaal. Terwijl Martha naar buiten stormde, bleef Maria in huis, dat wil zeggen: zij keerde zich naar binnen. Als Martha haar zuster 'in stilte' roept, wil dat zoveel zeggen als haar benaderen via de innerlijke stem. Een inwijdingsverhaal Nu lag de weg open voor de grote inwijding van de Christus. Door de dood aan het kruis heengaande, verwees hij naar de wedergeboorte in het geestelijke leven. Met dit symbolische sterven om te leven verhief de grootste ingewijde de persoonlijke overwinning op de dood, zoals bij Lazarus, tot de universele victorie van het geestelijke leven. Geheel naar de traditie eiste, richtten ze na de plechtige opwekking een maaltijd aan. Veelbetekenend is dat aan dit 'broeder-maal" (Johan-nes 12) ook de vrouwelijke ingewijden aanzaten. Nog steeds wordt na het offertorium, het symbool van het lijden in de mis, de eucharistische maaltijd gehouden. Aan tafel zijn mensen in mystieke eenheid met elkaar verbonden. In de kerk komen we samen om deze eenheid van Geest met elkaar te beleven en deze ervaring steeds weer te vernieuwen. Het telkens deelnemen aan de maaltijd der wedergeborenen maakt de ziel gereed voor de geheimzinnige opwekking uit de dood, het mysterie der mysteriën, waarin wij mogen participeren. Johannes gaf zijn opwekking uit de geestelijke dood, die hij nog onder zijn wereldse naam Lazarus ontving, een triomfantelijke plaats in zijn evangelie. Een teken van troost en hoop voor iedereen die de betekenis van dit verhaal heeft begrepen.
|
|