VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Home Boven Volgende

Groot en Wonderlijk zijn Uwe Werken

Markus van Alphen

"Ik zag als ene glazen zee met vuur gemengd; en die de overwinning hadden van het beest en van zijn beeld, en van zijn merkteken en van het getal zijns naams, welke stonden aan de glazen zee, hebbende de citers Gods. En zij zongen het gezang van Mozes den dienstknecht Gods, en het gezang des Lams, zeggende: Groot en wonderlijk zijn Uwe werken, Heer, Gij Almachtige God; rechtvaardig en waarachtig zijn Uwe wegen, Gij Koning der heiligen. Gij zijt alleen heilig; want alle volken zullen komen en voor U aanbidden; want Uwe oordelen zijn openbaar geworden. Amen; De lof en de heerlijkheid en de wijsheid en de dankzegging en de eer en de kracht en de sterkte zij onzen God in alle eeuwigheid. Amen."1

Schitterende beeldspraak in de bovenstaande passages uit de Openbaring van Johannes, door onze stichterbisschoppen geredigeerd als epistellezing voor de tiende zondag na Heilige Drievuldigheid, evenals de grondtekst voor Communio van de Heilige Mis. Meer dan louter beeldspraak, wanneer wij bedenken dat de Communio plaatsvindt net na de bediening van de Heilige Communie, en net voor de Eindzegen waarmee de dienst eindigt. Het raakt aan de grondslag van het doel van het vieren van de Heilige Mis en is als het ware de kronende daad, het sublimeren, van ons werk. De Communio zou dan ook met ongeremde vreugde en blijdschap gezongen moeten worden. Misschien hebben de woorden van de Communio een meer heldere betekenis na een diepere studie van de passage die er in de epistellezing aan voorafgaat:

De glazen zee met vuur gemengd is een welbekend symbool onder de esoterisch gerichte zoeker, daar het een beeld is van de manifestatie. In essentie is het hetzelfde beeld als dat van de Ster van de Zee – een titel die het kosmische aanzicht van de Heilige Vrouwe Maria aangeeft, zijnde de ongerepte materie die belevendigd is door de Heilige Geest – ook weergegeven in de woorden "de Geest Gods zweefde over de wateren". Men zou kunnen zeggen dat het verwijst naar een periode van activiteit van het goddelijke, waarvan de stoffelijke manifestatie ons universum is, of ons zonnestelsel, of onze aarde, afhankelijk van op welk niveau men het wenst te bekijken.

In de verwijzing naar diegenen die aan de glazen zee staan, vinden wij wederom magnifieke symboliek. In de Engelse vertaling staat zelfs dat zij "erop" staan; in ieder geval staan zij niet erin, en het is "als glas". De vrede die van dit tafereel afstraalt impliceert waarschijnlijk een getemde staat van zijn, net zoals men ook beelden ziet van de Heilige Aartsengel Michaël, die een getemde draak wegleidt. Zo’n beeld staat in sterk contrast met een beeld waarin de draak is gedood. Het doden van onze draken, onze schaduwzijden, voorkomt niet dat zij elders hun opmars doen, in gewijzigde vorm, zoals de hoofden van Hydra. Slechts in het tegemoetkomen en transformeren van onze schaduwzijden – onze draken temmen – kunnen wij waarachtig hun meester zijn. Wederom, diegenen die aan de zee staan, staan niet voor niets daaraan en niet daarin, zoals uit de volgende zinsnede blijkt.

Waar meerdere woorden gebruikt worden – al zou op zich met enkele kunnen worden volstaan – vraagt dit onmiddellijk onze aandacht. Hierbij een mogelijke uitleg over de woorden "...van het beest en van zijn beeld, en van zijn merkteken en van het getal zijns naams...". Het beest is het stoffelijk lichaam. Men kan hierbij ook denken aan soortgelijke gebeurtenissen in de Bijbel, zoals Jezus die op Palmzondag een ezelin berijdt, bijvoorbeeld. Net zoals een jong ezeltje de ezelin vergezelde, wordt het beest vergezeld van zijn beeld. Velen met helderziend vermogen op etherisch gebied, vertellen dat het etherisch lichaam van de mens, vaak het etherisch dubbel genoemd, de vorm van het stoffelijk lichaam benadert waaraan het, bij wijze van spreken, "gekoppeld" is. Het beest staat dus voor het stoffelijk lichaam en zijn beeld zou dan het etherisch lichaam, of lichaam van vitaliteit, kunnen zijn.

Op soortgelijke manier kunnen wij het merkteken2 omschrijven als symbool voor het astraal of gevoelslichaam. Maar waarom zou een merkteken symbool staan voor het gevoelslichaam? Eventueel zou men kunnen speculeren dat het te maken heeft met "geraakt" worden, zoals wij zeggen dat een intense gebeurtenis ons "raakt". Deze wijze van spreken heeft mogelijkerwijs zijn oorsprong in het feit dat de astrale "materie", waaruit onze astrale lichamen bestaan, heel snel mee verandert met onze gevoelens. Een vinger op een ruit, evenals het raken van een delicate oppervlakte, bijvoorbeeld nog warme bijenwas, laat ook zijn teken achter. Er wordt ook vaak gezegd dat een emotionele gebeurtenis ons leven "tekent".

Voor wat betreft rekenkunde, diegenen die hiermee hebben geworsteld zullen het snel in het veld van het rationele denken categoriseren. Maar een getal is meer dan dat wat wij tegenkomen in rekenkundige en wiskundige problematiek. Onthoud dat het geschrift grotendeels tot stand is gekomen in de Joodse samenleving van de eerste eeuwen van onze jaartelling. De Kabbalisten, die de esoterische kant van het Jodendom begrepen, vertellen dat iedere letter in het Hebreeuws een waarde heeft, en door de optelsom van de waarden van de letters in een woord te beschouwen, kan veel over dat woord worden verteld. De numerologische kunst heeft veel van haar oorsprong te danken aan de Kabbala. Het getal in zo’n verband lijkt een beschrijvende methode te impliceren, een soort associëren, die wij aan het rationele denken kunnen toeschrijven, soms bekend als het lager mentaal lichaam.

Het houdt daarbij niet op. De onderdelen hebben betrekking op zijn naam. Vandaag de dag spreken wij nog steeds van iemands goede naam, of dat wij ons woord geven. De belangrijkheid van namen is in onze westerse maatschappij grotendeels genivelleerd, maar in ver vervlogen tijden was de naam waarmee iemand of iets bekend was zeer belangrijk. Niet alleen werd Adam in het Genesis verhaal de macht gegeven alle objecten om zich heen een naam te geven, maar vooral in de Egyptische traditie bleek de belangrijkheid, het zou meer accuraat zijn om te zeggen de kracht, van namen. In de Egyptische traditie loopt de overledene door een lange met pilaren gelijnde hal. Achter elk pilaar schuilt een monster, die de overledene belaagt op het moment dat hij of zij tracht eraan voorbij te lopen. Als de overledene de naam weet van het monster en deze uitspreekt, geeft hij of zij aan te weten wat voor iets het is en wat zijn kracht is. Kennis van de kracht van het monster maakt dat het monster machteloos staat tegenover de overledene, waardoor het verdwijnt. Ook in sprookjes betekent iemands naam kennen macht over hem krijgen, zoals in Repelsteeltje. In de psychiatrie wordt het benoemen van het probleem wel het Repelsteeltje effect genoemd. De naam kan dus in dit verband gezien worden als de kracht, of de essentie, van de vier lagere aspecten en de overwinning over het beest, zijn beeld, zijn merkteken en zijn getal geven volledige kennis van en macht over die aspecten aan. Geen rationele kennis, maar innerlijke kennis – een innerlijk weten, zo u wilt.

Diegenen die aan de glazen zee staan zijn zij die alles geleerd hebben wat deze wereld van manifestatie hun kan leren – de adepten, zoals wij ze vaak noemen. Zij hebben de overwinning behaald over het bestaan in het stoffelijke, het etherische, het astrale en het mentale lichaam, als collectief de persoonlijkheid genoemd. De persoonlijkheid bestaat slechts in de wereld van manifestatie; dus staan deze adepten niet in de zee maar erop of eraan. Door deze overwinning over de persoonlijkheid te behalen, hebben zij het wiel van geboorte en dood gebroken. In de woorden van het graduale van de Requiemmis: "...het rad in stukken gestoten wordt aan de bornput...". Zij hoeven niet meer in een staat van stoffelijke incarnatie ervaring op te doen – dat wil zeggen, zij hoeven niet meer te reïncarneren. De verwijzing naar Mozes – de grote wetgever van God – en het Lam – de grote hogepriester en offeraar – wijst erop dat niet alleen de wet is begrepen, maar ook het offer is gebracht. In meer oosterse terminologie zou men zeggen dat het Karma volledig is ingelost en dat de Dharma volledig is volbracht. (Losjes vertaald betekent karma de wet van oorzaak en gevolg en dharma het werk of de taak die verricht moet worden.)

De citers – oftewel harpen – Gods, brengen muziek in het beeld. De harp is een snaarinstrument, en als men een toon op een ander instrument geeft, zal de desbetreffende snaar op de harp vanzelf meetrillen. Zo zou men kunnen zeggen dat de harpen Gods die zielen zijn – instrumenten in Gods hand – in dit geval geheel gestemd doordat zij volmaaktheid hebben bereikt voor zover het hun aardse bestaan betreft. Zij trillen dus op harmonieuze wijze mee met alle andere instrumenten, onder leiding van God, spelende hun deel in Zijn plan in de symfonie die Zijn schepping is.

Het gezang op zich kan ook door de positief ingestelde Vrij-Katholiek denkende mensen als een grootse bron van inspiratie gezien worden: "Groot en wonderlijk zijn Uwe werken, Heer, Gij Almachtige God". Impliceert dit niet een wereld die geenszins van geestelijke leiding verstoken is? Diegenen die het gezang zingen worden niet door hun persoonlijkheid beperkt – zoals wij dat wel zijn – maar zien de gehele manifestatie met een bredere optiek. Onze wereld, ondanks de hachelijke omstandigheden waar wij dagelijks mee geconfronteerd worden, is niet in geestelijke nood. Wij creëren onze eigen omgeving en het is onze houding tegenover de gebeurtenissen die ons overkomen (schijnbaar van buitenaf afkomstig), die bepalend is in hoe wij deze gebeurtenissen ervaren. Dit betekent absoluut niet dat wij onbewogen of ongevoelig mogen zijn voor het lijden om ons heen. Des te meer een individu zich geestelijk ontwikkelt, des te sensitiever hij of zij wordt. De enige reden dat men deze verhoogde sensitiviteit aankan, is de innerlijke sterkte die opgebouwd is door vele incarnaties van hard werken aan de ruwe steen die eens een schitterend juweel zal worden. De Christus die bij zijn kruisiging "de zonden van de wereld op zijn schouders neemt" is in zo’n verband geen daad van plaatsvervangend offer om een toornige God te paaien, maar impliceert dat al het lijden van de wereld – dat van de mensheid, en het dierenrijk, het plantenrijk en het mineraalrijk waarvoor de mensheid verantwoordelijk3 is – gevoeld en begrepen wordt. Dit is de ware caritas, of totaal begrip en volkomen mededogen.

Rechtvaardig en waarachtig zijn Uwe wegen, Gij Koning der heiligen. Alle lijden is tijdelijk en dient een doel, "...dat volmaakte rechtvaardigheid de wereld bestiert..." zeggen wij in ons Akte van Geloof. Dit is meer dan een aanvaarding van de wetten van Karma – het is een affirmatie dat de wetten van oorzaak en gevolg louter een mechanisme zijn voor het uitrollen of ontwikkelen van iets dat de werelden, waarin deze oorzaken en hun bijbehorende gevolgen hun spel spelen, ontstijgt. Dit "iets" kunnen wij maar stamelend als "leven" benoemen.

Dit gecombineerd met "Gij zijt alleen heilig; want alle volken zullen komen en voor U aanbidden", geeft ons de eerste helft van onze Vrij-Katholieke Akte van Geloof. Let wel, wij zeggen niet dat de meesten van Zijn zonen eens Zijn voeten zullen bereiken, maar al Zijn zonen. In de symboliek van de passage onder beschouwing is dit gegeven als alle volken. Impliciet in deze benadering is het uitgangspunt dat ieder pad geldig is: een pad dat geïnspireerd is door een opbouwende religiositeit, een ander geïnspireerd door een religieuze cultuur die met angst getekend is, evenals diegenen die geïnspireerd zijn om helemaal niets te geloven. Dit principe is de voorhoede voor het begrip van de broederschap der mensheid. Zonen en broederschap betekenen in deze zin geenszins het mannelijke geslacht van onze mensheid, noch zijn die begrippen beperkt tot slechts de mannen en vrouwen die nu in incarnatie zijn. Geslacht bestaat alleen op dit stoffelijk niveau en in de broederschap der mensheid zouden zeker alle zielen moeten worden inbegrepen, of zij nu in incarnatie zijn of niet.

"Want Uwe oordelen zijn openbaar geworden", of, zoals het in de nieuwe vertaling staat "uw gezichten". Het woord oordeel laat bij velen een nare nasmaak achter. Maar wordt het hier in de zin gebruikt van een oordeel (over een ander) vellen? Of gaat het meer om de wetmatigheid waarmee het gehele universum bestuurd wordt? Dat er wetten in de natuur bestaan, dat staat als paal boven water. Als maar voor een fractie van een seconde de wetten van aantrekking en afstoting zouden ophouden te functioneren, zouden zwaartekracht en de onderlinge balans tussen alle hemellichamen ook onmiddellijk ophouden te bestaan en het universum zou als een kaartenhuis in elkaar storten. Met onze stoffelijke wetenschappen hebben wij maar enkele van de gevolgen – symptomen – van de allesomvattende wetten beschreven. Uwe oordelen, of uw gezichten, betekent in deze zin deze allesomvattende wetten – de oorzaken, die grotendeels voor de wetenschap nog onbekend zijn, en de symptomen, waarvan de wetenschap slechts een deel heeft kunnen beschrijven. Dat zij openbaar zijn geworden houdt in, niet dat zij hier op aarde openbaar zijn geworden, maar dat voor diegenen die volmaakt zijn geen geheimen meer verborgen liggen.

Als laatste de woorden die de grondslag vormen van onze Communio, die luidt: "Amen! De lof en de glorie de wijsheid en de dank, de eer en de sterkte en de macht, zij God onze Heer in alle eeuwigheid. Amen." Het zevenvoudige resultaat van onze arbeid wordt aangeboden in de dienst van onze God, in wie wij leven, bewegen en bestaan. Wij bieden de ontwikkeling van onze immanente godheid aan de transcendente godheid waarvan wij een deel zijn. Ook wij, die nog niet volmaakt zijn, mogen dit alvast doen. De Heilige Mis is niet zozeer een symbool van de schepping, maar een symbool van het scheppende proces. Het gehele scheppende proces bestaat om een doel te dienen –anders bestond het botweg niet – welk doel wij in abstracte zin als de dienst van God benoemen. Onze grondtoon, terwijl wij in incarnatie zijn, is om Hem het beste te dienen door naar ons beste vermogen onze broeders te dienen. En, zo wij het begrip van de mensheid in zijn wijdste zin willen beschouwen, is ook bij "onze broeders" inbegrepen het dierenrijk, het plantenrijk en het mineraalrijk, want ook zij zullen ééns, hoeverre zij ook mogen afdwalen voordat zij er komen, door het rijk der mensen passeren om Zijn voeten te bereiken.

Noten:

1 Openbaring 15:2 en 7:12. De Staten vertaling is gebruikt in plaats van de moderne vertaling, aangezien een belangrijk element in laatstgenoemde ontbreekt, namelijk het merkteken.

2 Opmerkelijk is dat in de oude Staten vertaling, evenals de Engelse King James vertaling, het merkteken niet ontbreekt zoals in de nieuwe vertaling, die gebruikt wordt in de huidige liturgie.

3 De ware betekenis van "heerschappij" in Genesis 1:26 vanuit deze optiek is "verantwoordelijkheid" samen met kennis, net zoals een goede koning alleen in het belang van het volk kan handelen.