VKVisie
Tijdschrift van de Vrij-Katholieke Kerk in Nederland

Vorige Home Boven

Christus in Vrij-Katholiek Perspectief (Deel 2)

Ary Hoogendoorn

In het vorige artikel ben ik begonnen met een uiteenzetten wat de betekenis is van Christus, gezien door mijn (vrij-katholieke) bril. De traditionele gezichtspunten daarop komen vanuit het overtuigd zijn van reïncarnatie in een ander daglicht te staan. Belangrijk was voor mij de vraag die een evangelist mij stelde toen hij mij een lift gaf: "And what about Jesus Christ my son?" Uiteindelijk voerde die naar de vraag die Jezus zijn discipelen stelde: "Maar gij, wie zegt gij, dat ik ben?"

Het antwoord dat Simon Petrus geeft is: "Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God." Ik heb dit een belangrijk omslagpunt genoemd in de lering die Jezus geeft aan Zijn discipelen. Ik schreef: "De grote mens Jezus, begiftigd met een innerlijk kennen (gnosis) van God, wijsheidsleraar, sociaal profeet, grondlegger van een hervormings- of opwekkingsbeweging geeft vanaf dit moment een nieuwe dimensie aan de lering aan zijn discipelen. Hij manifesteert zich dan als de Wereldleraar, de belichaming van een kosmisch drama waarin Gods Plan met de mensheid gestalte krijgt. Hij legt hen dit uit, maar het staat zo ver van hun eigen ideeën af dat ze het niet kunnen begrijpen. Maar vanaf de erkenning dat hij de Christus, de Gezalfde is, accepteert Jezus zijn bekleding met Koninklijke - lees 'Goddelijke' - waardigheid. De (h)erkenning daarvan door Simon Petrus heeft blijkbaar ook een doorbraak in Jezus' bewustzijn teweeggebracht."

Zie bijvoorbeeld Mattheüs 16 vers 28: "Ik zeg u: Er zijn onder de hier aanwezigen, die de dood niet zullen ervaren voordat zij de Mensenzoon zullen zien komen in Zijn koninklijke macht."

En in Mattheüs 19:28: "Voorwaar, ik zeg u: bij de wedergeboorte, wanneer de Mensenzoon zal gezeten zijn op de troon Zijner heerlijkheid, zullen ook gij die Mij gevolgd zijt, gezeten zijn op twaalf tronen en heersen over de twaalf stammen van Israël."

Voor een goed begrip herhaal ik de volgende punten:

‘Jezus’ is de mens door wie de Christus zich kon manifesteren.

‘Jezus Christus’ is de belichaming van het Goddelijk Plan. Omdat God zich in Hem manifesteert zien we Jezus Christus als Goddelijk. Maar omdat de Christus zich in de mens Jezus uitdrukt zien we Hem toch ook "niet alleen Goddelijk".

Tot zover een kort-door-de-bocht versie van mijn vorige beschouwing.

Het Goddelijk Plan, zoals ik het niet kàn zien

Van jongsaf aan heb ik geleerd wat Gods Plan met deze wereld behelst. (Ik kreeg een degelijke gereformeerde opvoeding). Door eigen schuld - nl. de zondeval - is de mens zondig geworden. De dood is het loon der zonde. De mens ‘verdient’ daarom eeuwige straf (de hel). God is echter barmhartig en genadig. Daarom heeft Hij, Zijn eigen Zoon gestuurd, om onze straf op Zijn schouders te nemen. "Door Zijn striemen is ons genezing geworden." De weg die voert uit "de vallei van de eeuwige dood" naar "de eeuwige heerlijkheid", is die van het geloof in Jezus. Eenieder die gelooft dat Jezus ook voor zijn zonden aan het kruis gestorven is, ís gered.

Helaas, dit ging er bij mij niet in. Al voor mijn 10e jaar kon ik het geloof in een God die liefde is, niet combineren met een God die - in principe - al zijn schepselen de hel instuurt (behalve dan ‘de geredden’). Zo’n God kon ik niet in geloven. Het was makkelijker om helemaal niet in God te geloven dan me in welke mate dan ook te verenigen met deze zogeheten ‘bloedtheologie’. Ik beschouwde mij dan ook als atheïst toen ik 25 jaar geleden die lift kreeg van de Engelse evangelist.

Zonde
De vraag: "And what about Jezus Christ, my son? Do you believe He came te save you?" moest ik ontkennend beantwoorden. De man vroeg mij toen wat ik dàn met mijn zonden aanmoest. Hij nam aan - wat het uitgangspunt van het orthodoxe christendom is - dat je als mens tengevolge van ‘de zonde’ een oneindig grote schuld op de hebt geladen. Zó groot, dat je die nooit kunt inlossen. En als je dan - zoals deze langharige hippie/student - niet kan of wil vertrouwen dat Jezus deze schuld op zich neemt, dan blijft deze last toch op je schouders! Ik legde hem uit dat ‘zonde’ in mijn ogen niet de oneindig grote schuld was die hij daarin zag. Natuurlijk maak je allemaal fouten, maar dat is een deel van het leven. Zo lang je je ontwikkelt, evolueert zal je van tijd tot tijd fouten maken. Maar dat is in mijn ogen heel wat anders dan het begaan van ‘zonden’die maken dat je in de diepste - en eeuwige - duisternis belandt. Langzaam begon de strekking van mijn woorden door te dringen tot de evangelist. "So you believe you never sinned!" Met zijn grote grijsblauwe ogen staarde hij me ongelovig aan. Zijn mond hing half open van verbazing. Afgrijzen vervulde hem. Het leek alsof hij nog nooit iemand was tegengekomen die zo dacht. Als hij plotseling hoorntjes op mijn hoofd gezien had of bokkepoten onder mijn spijkerbroek had zien steken, dan was hij niet harder geschrokken. Z’n staren werd onderbroken door een loeiende claxon van een vrachtwagen, die de evangelist niet te zachtzinnig wees op z’n onoplettendheid, waardoor bijna een ongeluk ontstond...

Ik legde hem nog uit dat het ‘zonde-concept’ eeuwenlang door de kerk was misbruikt om mensen uit te buiten en aan zich te binden. Het profijt varieerde van het innen van aflaten tot het overladen van mensen met schuldgevoelens, die weer de motor waren tot activiteiten die de kerk(en) draaiende houden. Ik had net zo goed mijn mond kunnen houden: de evangelist begreep dat er aan deze ziel niets meer te redden viel en probeerde met de moed der wanhoop z’n vliegtuig te halen.

Hoe het hem verder is verlopen weet ik niet, maar het vliegtuig haalde hij niet.

Het Goddelijk Plan zoals ik dat zie
O Heer, Gij hebt de mens onsterfelijk geschapen en hem tot een beeld gemaakt van Uwer eigen eeuwigheid, doch vaak vergeten wij de luister van ons erfdeel en dwalen af van het pad, dat leidt tot rechtschapenheid. Doch Gij, o Heer, hebt ons het streven ingeschapen naar de heerlijkheid, waarin Gij staat, en ons hart is zonder ruste, tot het vrede vindt in U. Zie met liefde neer op onze vele onvolmaaktheden en vergeef ons al onze fouten, opdat wij, vervuld met de glans van het eeuwige licht, een vlekkeloze spiegel mogen worden van Uw macht en het beeld van Uw goedertierenheid. Door Christus onze Heer. Amen.

Dit prachtige gebed, het Confiteor, is voor mij de rode draad die ik nodig heb als ik wil uitleggen hoe ik (momenteel) aankijk tegen het Goddelijk Plan.

Het eerste wat wordt opgemerkt is dat wij mensen, onsterfelijk geschapen zijn, naar het beeld van God’s eigen eeuwigheid. Dat betekent al een breuk met onze ‘normale’ manier van kijken. We zien immers slechts stervelingen om ons heen. Dat is een schijn waar wij doorheen mogen kijken. Al die ‘stervelingen’ zijn stuk voor stuk manifestaties van God’s oneindige liefde. We zijn ons maar zeer oppervlakkig en zeer ten dele van deze Werkelijkheid bewust. Dat is het gevolg van het tweede punt dat in het Confiteor genoemd wordt: "Vaak vergeten wij de luister van ons erfdeel en dwalen af van het pad dat leidt tot rechtschapenheid". Het afdwalen is het vergeten van onze Goddelijke oorsprong, onze Goddelijke kern. We verzuimen ons te vereenzelvigen met de Mens zoals God die naar Zijn beeld geschapen heeft. Dit verzuim is niet "de zonde" die naar de afgrond leidt. Het is een leerproces wat deel uitmaakt van het Goddelijk Plan. De mens is geschapen met de mogelijkheid om z’n oorsprong te vergeten, maar met de opdracht zich deze oorsprong te herinneren en vanuit het bewustzijn ervan te leven. De mens zal vaak afdwalen van het rechte pad, maar komt daar altijd weer op terug (eventueel in een volgende incarnatie), want God heeft in de mens een kompas ingebouwd dat hem altijd weer de weg terug wijst. Het is zelfs meer dan een kompas het is een kracht in zijn innerlijk die hem onophoudelijk aanspoort, echter niet zo krachtig dat hij er weerstand tegen kan bieden: "Maar Gij hebt ons het streven ingeschapen naar de heerlijkheid waarin Gij staat. En ons hart is zonder rust tot het vrede vindt in U."

Echte innerlijke Vrede kunnen we pas vinden als we ons herinneren hoe God ons geschapen heeft: volmaakt, zonder zonde of schuld. Als wij onszelf zien als schuldig of zondig dan ontkennen wij de werkelijkheid die God bij de schepping in ons gelegd heeft. Juist dan zijn we afgedwaald en geloven we dat we ‘van-God-los’ zijn. Alsof dat zou kunnen! Geschapen door God, beelddragers van God delen we in Zijn eeuwigheid. Toch kunnen we dat vaak niet zo ervaren. We voelen spijt over wat we gedaan of gelaten hebben. We voelen ons schuldig. Het is evenwel een schuldgevoel dat we zelf gecreëerd hebben. Tegenover God hebben we geen schuld. God ziet ons nog steeds zoals we in Werkelijkheid zijn: volmaakt. "En God zag dat het goed was." Om los te komen uit deze zelfisolatie door de illusie van schuld is er de kracht van de vergeving. Vergeving is ten diepste het inzicht dat er niets is om te vergeven. Zoals Jezus zegt over degenen die om zijn kleed dobbelen als Hij aan het kruis hangt: "Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat ze doen." Vergeving kan ons verlossen van een illusie die wij zelf gecreëerd hebben. In het Confiteor wordt ons deze handreiking geboden: "Zie in liefde op ons neer en vergeef ons al onze fouten."

Dit hersteld in ons de oorspronkelijke notie van geschapen-zijn-naar-Gods-beeld, van volmaakt-zijn.

Dat stelt ons dan in staat ons bewust te worden van de Goddelijkheid die in ons ligt, en die wij in ons leven tot uitdrukking mogen brengen:

"opdat wij, vervuld met de glans van het eeuwige licht, een vlekkeloze spiegel mogen worden van Uw macht en het beeld van Uw goedertierenheid."

Hierin ligt onze opdracht als mens. Een opdracht die door Jezus volledig vervuld is. Hij was zich zo bewust van z’n verbondenheid met God, van de Goddelijkheid van Zijn wezen, dat Hij niets overdreef toen Hij zei: "Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.

Wij staan voor een zelfde taak, maar ook wij zijn toegerust met dezelfde mogelijkheden. Wij hebben daarbij het onvoorstelbare voorrecht om op deze weg op de onschatbare steun te mogen rekenen van Jezus Christus, die ons hierop is voorgegaan.

Blijft nog de vraag waaruit die steun dan bestaat. Dat zal de volgende keer het onderwerp zijn.